Het aantal mensen dat veganistisch eet, neemt sinds jaren toe. Aandacht is hierbij wel nodig, want een onvolwaardige, veganistische voeding schaadt de botgezondheid.
In principe is de groei van het aantal veganisten een goede ontwikkeling. Echter, u dient zich wel goed in te lezen, omdat anders het ontstaan van vitaminen- en mineralentekorten op de loer ligt. De meeste mensen weten wel dat bij het volgen van een vegan voedingspatroon er in ieder geval vitamine B12 gebruikt moet worden uit een supplement. Deze vitamine komt namelijk uitsluitend voor in voedingsmiddelen van dierlijke oorsprong. Vitamine B12 is echter niet het enige aandachtspunt, ook de calciuminname moet u in de gaten houden.
Calcium in een veganistische voeding
Een recente systematische review en analyse van 20 wetenschappelijke studies met in totaal meer dan 37 duizend deelnemers laat zien dat veganisten een slechtere botgezondheid hebben dan mensen die een plantaardig – en dierlijk voedingspatroon volgen (omnivoren). Zowel in de werkvelkolom als in het bovenbeen was het bot brozer, waardoor het risico op een botbreuk toeneemt. Inderdaad vonden de wetenschappers dat veganisten vaker last hadden van botbreuken.
De conclusie van de Spaanse wetenschappers is dan ook dat een plantaardig dieet om zorgvuldige planning vraagt, zodat tekorten in de voeding voorkomen worden.
Calcium zit in groente, maar ongeveer een kwart tot de helft van het calcium wordt opgenomen in de darmen onder invloed van vitamine D. Een goede vitamine D-status is dus essentieel voor de botgezondheid. Calciumrijke groente zijn boerenkool, spruitjes, spinazie en broccoli. Verder zit er relatief veel calcium in witte amandelen, tofu en sojamelk. Eet u te weinig groente? Overweeg dan het gebruik van met calcium-verrijkte plantaardige dranken, zoals amandelmelk of havermelk.