Onderzoeken geven aan dat het coronavirus niet alleen verspreid kan worden door mensen met symptomen, maar ook door mensen die nog geen klachten hebben. Als je infectie met het virus probeert te voorkomen, heeft dit gevolgen voor de maatregelen die je moet nemen.
Om verspreiding van het virus te remmen, heeft het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) een aantal richtlijnen opgesteld, waaronder het regelmatig wassen van de handen, niezen in de ellenboog, geen handen schudden, papieren zakdoekjes gebruiken en 1,5 meter afstand van elkaar houden. Steeds meer wetenschappelijke onderzoeken geven echter aan dat deze maatregelen mogelijk niet ver genoeg gaan. Het virus zou ook verspreid kunnen worden door mensen die nog geen symptomen hebben.
Asymptomatische verspreiding lijkt mogelijk
Verschillende wetenschappelijke publicaties omschrijven hoe mensen die nog geen klachten hebben, zoals hoesten, koorts of niezen, toch hun gezinsleden aangestoken hebben met het virus. Ondanks dat de dragers geen ernstige gezondheidsklachten ontwikkelden, kregen sommige gezinsleden wel een ernstige dubbelzijdige longontsteking. Daarbij komt dat de incubatietijd langer was dan het RIVM aanhoudt, 19 dagen in plaats van 14 dagen. Bovendien lijken ook kinderen de ziekte te kunnen verspreiden. [1,3]
Als je op dit moment infectie met het virus zo veel mogelijk wilt voorkomen, dan lijkt het onvermijdelijk om ook voorzichtig te zijn rondom mensen die nog geen ziektesymptomen vertonen. Zeker mensen die tot een risicogroep behoren, zoals ouderen en mensen met hart- en vaatziekten of diabetes, doen er goed aan om hun contacten met anderen extra te beperken.
BRONNEN: