ADHD-medicijnen zoals methylfenidaat (Ritalin) veranderen de structuur van het kinderbrein. Ze veranderen de verdeling van witte hersenstof, waardoor het leervermogen wordt aangetast – paradoxaal genoeg precies dat wat het medicijn zou moeten verbeteren.
Al na vier maanden inname van ADHD-medicatie werden diepgaande veranderingen waargenomen in de hersenen – en de onderzoekers die dit ontdekten dringen er bij artsen op aan om de middelen alleen voor te schrijven als het absoluut noodzakelijk is.
Onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam maakten hersenscans van 50 jongens en 49 mannen met de diagnose ADHD. De helft van de deelnemers kreeg Ritalin en de rest kreeg een placebo. Na vier maanden inname van het medicijn zagen de onderzoekers significante veranderingen in de hersenen van de jongens, maar niet bij de mannen. Ook werd er geen verandering waargenomen in de hersenstructuur van de jongens die een placebo hadden gehad.