Een nieuwe standaardtest op ziekte van de kransslagaderen, die binnen nu en vijf jaar door de meeste artsen zal worden gebruikt, verdubbelt de kans dat besloten wordt tot opereren − wellicht ten onrechte en met de bijbehorende risico’s.
Steeds vaker wordt de standaardinspanningsproef vervangen door computertomografie (CT-scanning). Deze maakt gebruik van een intraveneuze kleurstof, zodat de scanner een ‘kijkje in de binnenkant’ van de kransslagaderen geeft. De inspanningsproef gebruikt daarentegen een hometrainer of loopband, gevolgd door een eenvoudige controle van de hartfunctie.
Maar de nieuwe procedure levert ook twee maal zo vaak een andere invasieve hartingreep op − zoals een operatie − zo is ontdekt bij een onderzoek aan de Stanford University School of Medicine. Hoofdonderzoeker Mark Hlatky vraagt zich af hoe veel van die ingrepen nu echt noodzakelijk zijn. ‘Pluk een willekeurige 75-jarige van de straat voor die CT-scan en de kans is klein dat zijn kransslagaderen geheel normaal blijken’, zegt hij. Ook twijfelt hij of de patiënt wel baat heeft bij een moderne ingreep als coronaire revascularisatie. De eerste resultaten doen vermoeden dat de ingreep na een half jaar fataal kan blijken.
bron: JAMA, 2011; 306: 2128-2136