Wetenschappers zijn de laatste jaren dieper gedoken in de rol die onze genen spelen in het ontstaan van multiple sclerosis (MS).
De onderzoekers denken dat er betere behandelingen voor MS mogelijk zijn wanneer er meer inzicht is in de genetische componenten.
Bruce Bebo, PhD en als vicepresident verantwoordelijk voor het onderzoek aan de National Multiple Sclerosis Society in New York, meent dat genen voor zo’n dertig procent bijdragen aan het risico op MS. Voor het overige zijn volgens hem omgevings- en andere factoren verantwoordelijk voor het ontstaan van deze ziekte.
Grootschalig dataonderzoek
Uit onderzoek blijkt dat MS het meest voorkomt bij personen van Noord-Europese herkomst. De combinatie van variabelen die resulteren in MS is echter uitzonderlijk. In een uitgebreide analyse gepubliceerd door het International Multiple Sclerose Genetica Consortium werden 68.000 gevallen bestudeerd. Hieruit kwamen meer dan 200 genetische varianten naar voren die te maken hebben met een hogere gevoeligheid voor MS.
Familie-onderzoek
In een nieuw onderzoek dat in juni 2019 werd gepubliceerd, bestudeerden wetenschappers de relatie tussen genen en MS. In deze studie stonden 132 mensen met MS centraal uit 34 verschillende families van Europese afkomst. De onderzoekers identificeerden 12 kandidaat-genen. Deze genen relateerden zij aan een mogelijk verloop van de ziekte.
Vatbaarheid voor MS
Met name de tweede studie is in ogen van Bebo een interessante studie, omdat het bewijsmateriaal levert dat sommige genen mensen vatbaar maken voor MS. Dit soort studies draagt bij aan het begrip hoe MS kan ontstaan en hoe dit te repareren of zelfs te voorkomen.
Neurowetenschapper en -immonoloog Jaime Imitola voegt hieraan toe dat MS niet één enkel mechanisme kent. Ook bijvoorbeeld risicofactoren zoals de juiste vitamine D-niveaus en niet roken kunnen MS helpen voorkomen.