Onderzoekers verbonden aan de Radboud Universiteit hebben de effectiviteit van knieoperaties onderzocht. [1] Het ging hierbij om een specifieke behandeling, ook wel Artroscopische Partiële Meniscectomie (APM) genoemd. Veel mensen met een versleten meniscus kiezen voor een operatieve ingreep, waarbij het beschadigde gedeelte van de meniscus gedeeltelijk wordt verwijderd.
De huidige richtlijnen waarop de specialisten zich baseren, ondersteunen een keuze voor APM. Onderzoeken die aantonen dat deze ingreep niet effectief is, waren tot nu toe te kleinschalig. Daarom hebben de Nijmeegse onderzoekers aan de hand van een grootschalige meta-analyse de effectiviteit van de operatieve ingreep geëvalueerd. Zij namen voor de analyse de resultaten van vier gepubliceerde onderzoeken onder de loep.
In deze onderzoeken werden 605 deelnemers die last hadden van een versleten meniscus, geselecteerd. De deelnemers werden in drie behandelgroepen verdeeld en ontvingen een schijnoperatie, oefentherapie of een daadwerkelijke APM. Van de deelnemers was tweeënvijftig procent vrouw en de gemiddelde leeftijd was vijfenvijftig jaar. De onderzoekers bekeken na 24 maanden de volgende uitkomsten: afgenomen kniepijn, verbetering van het functioneren van de knie en toegenomen kwaliteit van leven.
De resultaten toonden aan dat APM geen significante voordelen heeft ten opzichte van een niet-operatieve interventie of een schijnoperatie. De onderzoekers raden artsen daarom aan de ingreep te minimaliseren, met name bij mensen met een versleten meniscus.
Bronnen:
1 PMID: 36646304, DOI: 10.1016/j.joca.2023.01.002