Lichaamsbeweging en fysieke activiteit zijn mogelijk sleutelfactoren ter preventie van hartaandoeningen.
Hoewel altijd al bekend was dat lichaamsbeweging een belangrijk preventief middel is, suggereert nieuw onderzoek dat het een cruciale rol speelt, want de kans op hart- en vaatziekten is voor de meest actieve mensen twee keer zo klein als voor degenen die helemaal niet sporten, aldus onderzoekers van de Universiteit van Oxford in Engeland.
Ze volgden de gezondheids- en activiteitenniveaus van 90.211 deelnemers aan het Britse Biobank-project die zeven dagen lang een versnellingsmeter droegen waarmee hun fysieke activiteit werd gemeten. Tijdens de vijf jaar van de studie ontwikkelden 3.617 deelnemers hartaandoeningen, maar er werden meer gevallen gevonden bij degenen die niet aan lichaamsbeweging deden en die al een hoge bloeddruk hadden.
De kans op het ontwikkelen van hartproblemen was, vergeleken met de niet-actieve groep, 71 procent in de groep met een beetje lichaamsbeweging; bij de groep die aan matige lichaamsbeweging deed was de kans 59 procent en bij de meest actieve groep 46 procent, vergeleken met de niet-actieve groep.
‘Lichamelijke activiteit is waarschijnlijk nog belangrijker voor de preventie van hart- en vaatziekten dan we al dachten’, zegt Aiden Doherty, een van de onderzoekers.
Naar mening van de onderzoekers onderstrepen hun bevindingen de aanbevelingen van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) om minstens 150 minuten per week aan matige tot intensieve lichaamsbeweging te doen.
Bron: PLOS Med, 2021; 18: e1003487