Kankerpatiënten leven langer als hun nervus vagus wordt gestimuleerd, zo blijkt uit een recent onderzoek. Je kunt je nervus vagus stimuleren met meditatie en yoga, maar ook met mededogen en dankbaarheid.
De overlevingsduur van kankerpatiënten met een hoge nervus vagus-activiteit is vier keer zo lang en hun kanker ontwikkelt zich langzamer, vooral in de latere stadia van de ziekte.
De nervus vagus is een zenuw die uit de hersenen komt en langs de nek en naar de borstkas en buik loopt. Deze hersenzenuw verlaagt onze hartslag en zorgt voor een goede spijsvertering. Ook is ze betrokken bij drie belangrijke biologische processen die met kanker samenhangen: oxidatieve stress (waarbij vrije radicalen vrijkomen), ontstekingen en lichamelijke of psychische stress.
Onderzoekers van de Vrije Universiteit in Brussel analyseerden 12 onderzoeken – waaraan 1.822 kankerpatiënten deelnamen – die de hartslagvariatie (HRV) registreerden. De HRV is een aanwijzing voor de activiteit van de nervus vagus. Ze ontdekten dat de ontwikkeling van kanker langzamer verliep bij mensen met een hogere activiteit van de nervus vagus. Dat gold bij alle typen kanker.
Het effect was het sterkst bij mensen met een vergevorderd stadium van kanker of met uitzaaiingen naar andere organen.
Volgens medisch onderzoeker David Hamilton zijn er vier manieren om de nervus vagus te stimuleren: lichaamsbeweging, meditatie, yoga en medeleven. Hij verwijst naar studies van Stephen Porges van de Universiteit van North Carolina, waaruit blijkt dat medeleven de nervus vagus activeert. Vergelijkbare effecten zijn gezien bij mensen die de boeddhistische ‘liefdevolle-vriendelijkheid’-meditatie beoefenden.
Bron: J Oncol, 2018; 2018: 1236787