Vandaag de dag neemt in het Westen de interesse in de medicinale plant toe. Acht weken lang brengen we een medicinale plant en zijn geneeskracht onder de aandacht. Vorige week trapten we de reeks af met de Althaea Officinalis, ook wel Echte heemst. Deze week staat de Humulus Lupulus centraal, ofwel hop.
Er komen zo’n vierhonderdduizend aardplanten voor op de wereld. Hiervan hebben 35.500 soorten een medicinale werking. Voor de twintigste eeuw waren medicinale planten de belangrijkste leveranciers van geneesmiddelen in de westerse geneeskunde. De tweede geneeskrachtige plant die we bespreken, hop, wordt gebruikt bij nerveuze aandoeningen. Hop is een Europese, kruidachtige klimplant. Zijn bladeren kunnen afhankelijk van de standplaats licht- of donkergroen zijn. Hoe schaduwrijker zijn omgeving, hoe donkerder het blad. Zowel de mannelijke als vrouwelijke planten worden gesierd door kleine, groene bloemen. Het fruit en de schutbladen hebben klieren waar een bittere, poederige hard uitvloeit.
Traditionele toepassingen
De delen van hop die worden gebruikt zijn de hars die uit de klieren van de schutbladen komt en het blad van de plant. Hop werd altijd gebruikt als tonicum bij nerveuze aandoeningen. Ook werd het toegepast als middel dat de afgifte van water door de nieren bevordert. Zo werden maagklachten verholpen en de eetlust opgewekt.
De vluchtige olie in de hars zou een kalmerende werking hebben. Gemengd met maanzaad werd het goedje gebruikt om pijnlijke zwellingen, ontstekingen, zenuwpijn, reuma, kneuzingen en puisten te behandelen. Ook bevat de etherische olie van de hop antibacteriële stoffen.
Rusteloosheid en angst
Hop is in sommige delen van Europa goedgekeurd als kruidengeneesmiddel voor stemmingswisselingen zoals rusteloosheid en angst. De traditionele toepassingen worden ondersteund door laboratoriumonderzoek, maar er zijn nog te weinig klinische studies uitgevoerd om de medische claims te bevestigen.
Botanisch Handboek Medicinale Planten van Monique Simmonds, Melanie-Jayne Howes en Jason Irving, KNNV Uitgeverij, ISBN 97890950116633