Wetenschappers aan de Radboud universiteit hebben bij sportbeoefenaars van zeer intensieve sporten kransslagaderverkalking ontdekt. [1] De kransslagaderverkalking werd vooral bij intensieve sporters van middelbare leeftijd gevonden, vergleken met sporters van dezelfde leeftijd die het wat rustiger aan deden.
Over het algemeen neemt kransslagaderverkalking – waarbij de slagaderen om het hart heen vernauwen – met de leeftijd toe. Daarmee neemt de kans op een hartinfarct ook toe. De uitkomst van het onderzoek is dan ook erg verassend. Het staat haaks op het algemene gedachtegoed dat mensen die een sport beoefenen, langer leven.
Voor het onderzoek is voor zes jaar lang een groep van 300 mannen van vijftigplus gevolgd, mannen die gemiddeld vijf uur per week sportten. Doormiddel van metingen van het zuurstofverbruik van de deelnemers, werden de sportactiviteiten ingedeeld in een ‘zeer intensieve’ of ‘intensieve sport’. De hoeveelheid zuurstof die iemand verbruikt tijdens het sporten, bepaalt de intensiteit van een sport. Golf en wandelen zijn zo ‘matige intensieve’ sporten, terwijl zwemmen, korfbal of wielrennen ‘intensieve’ sporten zijn.
Hardlopen, roeien of waterpolo zijn ‘zeer intensieve’ sporten. Bij de mannen die zeer intensieve sporten beoefenden, bleek dat aderverkalkingen waren toegenomen in de kransslagaderen. De plaque – de stof die verantwoordelijk is voor aderverkalking – die werd aangetroffen aan binnenkant van de bloedvaten was verkalkt. Het risico op een hartinfarct bij deze variant van plaque is minder groot dan een mix van verkalkte en vetrijke plaque.
Hoewel er in het onderzoek een toename van aderverkalking is geconstateerd bij deze groep sporters, benadrukken de onderzoekers dat deze onderzoeksresultaten geen advies zijn om minder intensief te sporten. Voldoende beweging is altijd beter dan geen of weinig beweging ter voorkoming van hart- en vaatziekten. In dit onderzoek bestonden de deelnemers voornamelijk uit mannen. In het vervolgonderzoek naar de relatie tussen intensief sporten en aderverkalking moet daarom ook worden gekeken naar de effecten op vrouwen.
Bron: