Luchtweginfecties komen regelmatig voor. Meestal zit een infectie in onze bovenste luchtwegen, vooral in onze neus en keel. Een virus of bacterie kan ook de lager gelegen longen of bronchiën infecteren en bijvoorbeeld uitmonden in een longontsteking (pneumonie) of bronchitis. De symptomen variëren van hoest tot koorts en benauwdheid en pijn.
Antibiotica bij een bacteriële infectie
Vaak gaat een luchtweginfectie weer vanzelf over, maar niet altijd. Wanneer het gaat om een bacteriële luchtweginfectie worden gewoonlijk antibiotica ingezet. Echter, de toenemende resistentie tegen antibiotica is binnen de medische wetenschap een steeds groter wordend probleem. In Nederland is deze resistentie overigens in vergelijking tot andere Europese landen nog relatief laag.
Pleidooi voor homeopathie
De inmiddels gepensioneerde Nederlandse homeopathisch art en oud-huisarts Lex Rutten houdt in het tijdschrift La Revue d’Homéopathie een pleidooi voor de inzet van homeopathie in de behandeling van luchtweginfecties. Volgens hem is het niet altijd direct nodig om antibiotica in te nemen. Hij bestrijdt ook dat homeopathische behandeling schadelijk zou zijn, omdat patiënten de stap naar reguliere behandeling daardoor pas later zouden zetten. Hij onderbouwt dit door de resultaten van een aantal onderzoeken te analyseren. Hij heeft in zijn onderzoek geen bewijs gevonden dat homeopathie direct of indirect schade zou veroorzaken. Rutten verwijst naar verschillende kwalitatief goede onderzoeken naar luchtweginfecties waarbij homeopathie een “substantieel positief effect” had.
Individuele afstemming
Wanneer patiënten met luchtweginfecties eerst met homeopathie worden behandeld, kan vervolgens volgens Rutten beter per persoon bepaald worden welke patiënten écht antibiotica nodig hebben. Daarmee neemt het antibioticagebruik af.
Medisch Dossier besteedt regelmatig aandacht aan homeopathie. Zo staat in ons nieuwste nummer dat deze week is verschenen een vraaggesprek met Gio Meijer, arts voor integrale geneeskunde, gespecialiseerd in homeopathie.
Bron: La Revue d’Homéopathie 2019; 10(4);47-52