Bekend is dat onbaatzuchtigheid psychologische en andere voordelen oplevert voor de mens als individu. Nu hebben onderzoekers ook bewijs gevonden dat vrijgevige mensen langer leven, ongeacht hoe rijk of arm zij zijn. Wetenschappers van de Rijksuniversiteit Groningen, het Max Planck Instituut in Duitsland en de Universiteit van Californië in Berkeley berekenden met behulp van data uit het National Transfer Accounts project hoeveel mensen gaven en ontvingen in relatie tot hun levenslange inkomen.
De onderzoekers betrokken 34 verschillende landen op 6 continenten bij hun studie en zij ontdekten dat hoe meer mensen middelen tussen generaties deelden, hoe lager het sterftecijfer van de betreffende samenleving als totaal was.
Hieruit bleek dat mensen in Frankrijk en Japan, de samenlevingen met de laagste sterftecijfers, ongeveer 69 procent van hun levenslange inkomen delen met anderen. Voor 65-plussers in landen als China en Turkije, waar minder dan 50 procent wordt gedeeld, is risico op overlijden twee maal hoger dan in deze landen.
Het maakt niet uit of dit delen gebeurt via formele systemen, zoals pensioenuitkeringen en algemene gezondheidszorg, of privé binnen gezinnen. Het gaat hierbij niet alleen om geld, maar ook om woningen en het delen van immateriële waarden, zoals kennis of tijd.
Het team hield rekening met alle factoren waarvan bekend is dat ze de levensverwachting beïnvloeden, bijvoorbeeld het bruto binnenlands product. Een aantal factoren viel echter buiten de kaders van deze studie, zoals de politieke instabiliteit in een samenleving.
Gecombineerd met onder meer een eerder onderzoek uit 2013 laat deze studie zien dat de meest coöperatieve samenlevingen gelukkiger zijn en langer leven en dat dit niet de sterkste of rijkste individuen zijn. Een mooie bevinding in een jaar waarin Covid-19 de wereld in zijn ban heeft.
Bron: www.pnas.org