Fibromyalgiesyndroom (FMS) wordt gekenmerkt door wijdverspreide pijn in het lichaam en vermoeidheid. Het is een van de meest voorkomende chronische pijnaandoeningen, maar toch is er nog verrassend weinig over bekend. Gedacht wordt dat FMS in de hersenen ontstaat.
Nieuw onderzoek op muizen heeft echter bewijs gevonden dat FMS te maken kan hebben met een verstoorde auto-immuunreactie.
Engelse onderzoekers injecteerden muizen met antistoffen van 44 FMS-patiënten. De dieren vertoonden vervolgens verschillende kenmerkende symptomen, waaronder spierzwakte, pijngevoelige zenuwen en verhoogde gevoeligheid voor hitte en kou.
De controlemuizen die werden geïnjecteerd met antistoffen van 39 gezonde mensen vertoonden deze symptomen niet.
Omdat deze pijnveroorzakende antistoffen niet werden gevonden in het centrale zenuwstelsel van patiënten, vermoeden de onderzoekers nu dat fibromyalgie een verstoring van het immuunsysteem kan zijn en niet een ziekte die ontstaat in de pijnbanen van de hersenen. Dat vormt tevens de verklaring waarom zachte aërobe oefeningen en medicamenteuze therapieën, zoals antidepressiva, voor veel patiënten niet werken. Geneesmiddelen die zich richten op het beheersen van antilichaamniveaus zouden mogelijk veel effectiever kunnen zijn.
Na enkele weken, toen de pijnveroorzakende antilichamen uit het systeem van de muizen waren verdwenen, waren de dieren weer normaal. Dit suggereert dat fibromyalgie symptomen omkeerbaar zijn als de pijnveroorzakende antilichamen onder controle kunnen worden gehouden.
De studie werd gepubliceerd in het Journal of Clinical Investigation.
Bron: www.jci.org