Vroeg of laat komen we er allemaal wel eentje tegen: een fan van de koude douche of het duiken in een ijsbad. Zelf geven ze natuurlijk aan dat dit gezond is. Dat ze zich hierdoor fitter voelen, gezonder. Maar is dit wel zo? Wat zegt de wetenschap eigenlijk over het nemen van een koude douche.?We sommen het voor je op.
Een studie¹ uit Nederland liet in 2016 al zien dat mensen die ’s ochtends een koude douche namen zich minder vaak ziekmeldden. De groepen die een maand lang een koude douche namen, lieten na drie maanden een vermindering in ziekteverzuim zien van 29 procent. De duur van de koude douche bleek niet van invloed te zijn.
Één van de redenen voor het verminderde ziekteverzuim zou kunnen zijn dat het immuunsysteem beter wordt van een koude plons. Een eerdere studie² liet zien dat een onderdompeling van koud water drie keer per week voor zes weken lang een boost gaf aan het immuunsysteem van jonge mannen.
Depressie
Symptomen van een depressie verlichten door op te staan met een koude douche, is misschien niet de eerste methode waaraan je denkt als behandelmethode. In een wetenschappelijk artikel³ uit 2007 benoemen onderzoekers de mogelijkheid voor het effect van een antidepressiva wanneer, na een koude douche, een grote hoeveelheid elektrische impulsen naar de hersenen wordt gestuurd.
De wetenschap toonde ook al aan dat de bloedsomloop verbetert. Bij blootstelling aan koud water is er een verminderde bloedtoevoer waardoor de toevoer naar het huidoppervlak toeneemt als het water wordt stopgezet en het lichaam zichzelf moet opwarmen. Wetenschappers denken dat dit de bloedsomloop goed kan doen. Een onderzoek na het sporten liet zien dat de bloedstroom van en naar de spieren na vier weken verbeterde.
Voordat je nu een sprintje trekt naar de douche, bedenk wel dat er ook gevaren aan kleven. Een hartpatiënt loopt namelijk wel degelijk risico als het lichaam opeens wordt blootgesteld aan heel koud water. Het kan zelfs een hartaanval of hartritmestoornissen veroorzaken.
Bronnen:
1: PLOS ONE, 2016; DOI 10.1371
2: EJAPOP, 1996: 72; 445-450
3: Medical Hypotheses, 2008: Vol. 7; issue 5; 995-1001