Bekend is dat abdominale obesitas – het zogeheten buikvet – het risico op een eerste hartaanval verhoogt. Nieuw Zweeds onderzoek laat zien dat dit vet ook het risico op latere hartaanvallen doet toenemen.
In het onderzoek werd niet alleen gekeken naar terugkerende hartaanvallen, maar ook naar ischemische beroertes en coronaire hartziekten die plaatsvonden na een eerste hartaanval.De studie omvatte meer dan 22.000 deelnemers in de leeftijd van 35 en 77 jaar. Bijna 17.000 deelnemers waren mannen. Hiermee is het de grootste studie naar de consequenties van buikvet tot nu toe.
Metingen
De onderzoekers volgden elke deelnemer gedurende ongeveer vier jaar na hun eerste hartaanval. Zij verzamelden tijdens hun bezoeken aan de deelnemers gegevens over hun tailleomtrek, gewicht, lengte, bloeddruk, hartritme en niveaus van bloedlipiden en glucose.
Vervolgens identificeerde het team cardiovasculaire risicofactoren. Het team kwam tot de conclusie dat maagvet een meer vitale indicator van terugkerende hartaanvallen is dan obesitas in algemene zin.
Verschillen tussen mannen en vrouwen
De meerderheid van de deelnemers aan de studie vertoonde abdominale obesitas en wel 78% van de mannen en 90% van de vrouwen. Het verband tussen tailleomtrek en daaropvolgende hartaanvallen bleek sterker aanwezig bij mannen dan bij vrouwen. Bij vrouwen betekende een kleine tailleomvang echter niet dat zij minder risico hebben op een terugkerende hartaanval. Deze relatie was het sterkst bij een gemiddelde omtrek. Mogelijk heeft dat volgens de onderzoekers te maken met het feit dat bij vrouwen een groter deel van het buikvet wordt gevormd door onderhuids vet en dat is relatief onschadelijk.
Er waren echter drie keer zoveel mannelijke deelnemer als vrouwen in dit onderzoek. Dat is statistisch wat scheef. Daarom moet volgens de onderzoekers vervolgonderzoek worden uitgevoerd.