Een standaard hormoonbehandeling voor prostaatkanker kan er soms voor zorgen dat de kanker zich uitzaait of terugkeert, hebben onderzoekers vastgesteld.
Een behandeling met anti-androgenen wordt gewoonlijk gebruikt in een vroeg stadium van de meest voorkomende vorm van prostaatkanker, het adenocarcinoom. De behandeling richt zich op androgenen, de mannelijke geslachtshormonen die de tumorgroei kunnen stimuleren. Maar soms worden de cellen resistent voor de anti-androgenen en veranderen in een gevaarlijker type neuro-endocriene kankercellen.
Neuro-endocriene prostaatkanker is agressiever, zaait makkelijk uit en is zelfs resistent voor chemotherapie, zeggen onderzoekers van het Cedars-Sinai Hospital in Los Angeles.
Ongeveer 25 procent van de gevallen van adenocarcinoom verandert in neuro-endocriene kanker bij patiënten die anti-androgenen slikken, schatten de onderzoekers. Maar neuro-endocriene kankercellen worden meestal slechts in ongeveer 1 procent van de gevallen opgespoord.
In tests op laboratoriummuizen ontdekten de onderzoekers dat anti-androgenen de glutaminewaarden (een aminozuur) in de cellen rond kankercellen verhogen en zo ‘brandstof’ voor de kankercellen leveren.
Ze vonden bij beide soorten prostaatkanker een vergelijkbaar patroon: mensen met neuro-endocriene kanker hadden ook hogere glutaminewaarden.
Bij prostaatkankerpatiënten die anti-androgenen krijgen, moet daarom regelmatig bloed worden geprikt om hun glutaminegehalte te controleren en in de gaten te houden of de kanker niet overgaat in het neuro-endocriene type.
Bron: J Clin Invest, 2018; 128: 4472-84