Antidepressiva en andere antipsychotica in het drinkwater zouden een oorzaak van autisme bij kinderen kunnen zijn. In ons drinkwater worden minieme sporen aangetroffen van deze middelen. Ze zouden van invloed kunnen zijn op de groeiende foetus in de baarmoeder, met name op de genen die de vroege ontwikkeling van het brein bepalen. Onderzoekers van de Idaho State University hebben vastgesteld dat de middelen deze genen triggeren bij de vissen waarop zij onderzoek deden. Ze gaan ervan uit dat bij mensen hetzelfde zou kunnen gebeuren.
Farmaceutica zijn aanwezig in ons drinkwatersysteem doordat de zuiveringsinstallaties ze niet kunnen verwijderen. Ze komen in water via menselijke uitwerpselen, doordat het lichaam maar 20 procent van een geneesmiddel afbreekt, en doordat sommige mensen overtollige geneesmiddelen door de wc spoelen.
Het onderzoeksteam mengde het anti-epilepticum carbamazepine met de twee SSRI’s (serotonineheropnameremmers) fluoxetine en venlafaxine en voegde ze in zeer lage concentraties toe aan het water waarin zogeheten Mona Lisa-vissen (Amerikaanse dikkop-elrits) zwommen. Na een blootstelling van achttien dagen waren de 324 genen die specifiek met autisme samenhangen veranderd, terwijl andere genen niet aangedaan waren.
De verdenking van de onderzoekers, dat bij mensen hetzelfde aan de hand zou kunnen zijn, baseren ze mede op eerder onderzoek waarin bleek dat zwangere vrouwen die een SSRI gebruikten vaker een autistisch kind kregen.
BRON: PLoS One, 2012; 7: e32917; doi: 10.1371/journal.pone.0032917