Als je arts bent, of beter nog een onderzoeker in de farmaceutische industrie, denk je de humane biologie in kaart te hebben. Je moet tenslotte weten hoe het werkt om nieuwe medicijnen te ontwikkelen en voor te schrijven.
En omdat je weet hoe de dingen werken, kun je onwetenschappelijke alternatieven als acupunctuur lacherig afdoen als kwakzalverij. Toch?
Maar natuurlijk, want als je niet afwist van het op één na grootste orgaan in het menselijk lichaam dat vele processen verklaart – zelfs de verspreiding van kanker – zou je moeten toegeven dat je niet weet waar je mee bezig bent.
Maar wat denk je? Wetenschappers hebben recent dit op-een-na grootste orgaan in ons lichaam ‘ontdekt’. Eeuwenlang hebben researchers, biologen, artsen en onderzoekers het over het hoofd gezien. En nog even een dingetje: dit orgaan verklaart ook nog eens waarom en hoe acupunctuur werkt.
Dit op de huid na grootste orgaan heet het interstitium. Het bevindt zich direct onder de huid en wordt ook gevonden in de weefsellagen die de darmen, longen, bloedvaten en spieren omhullen. Het is een compleet netwerk van onderling verbonden compartimenten bestaande uit sterke, flexibele proteïnen.
Het interstitium en z’n vloeistof zijn van essentieel belang voor het gezond functioneren van alle organen en weefsels. Het speelt bovendien een grote rol bij de ontwikkeling van ziekteprocessen, inclusief kanker. En omdat de eiwitbundels elektrisch geladen zijn, levert het interstitium een verklaring voor de werkzaamheid van acupunctuur en waarschijnlijk een heel scala aan andere holistische therapieën.
Een van z’n taken is schokabsorptie, zodat weefsels beschermd worden tegen scheuren ten gevolge van de grote krachten binnenin het lichaam. Het vormt de bron van de lymfevloeistof die immuuncellen in staat stelt hun werk te doen en ontstekingsprocessen te reguleren. Verstoringen dragen direct bij aan diabetes, hartfalen, artritis en andere ziekten.
Deze snelweg van vloeistof zou ook het transportsysteem kunnen zijn dat kanker de gelegenheid geeft zich door het lichaam te verspreiden.
Het interstitium is ontdekt door patholoog Neil Theise van de New York University’s School of Medicine die weefselmonsters van kankeroperaties aan de pancreas en galbuis onderzocht. En zoals te doen gebruikelijk met belangrijke ontdekkingen: hij deed deze niet alleen. Een paar jaar geleden ontdekten twee endoscopisten van het Beth Israel Medical Center iets geks bij de beoordeling van een galbuis op zoek naar metastasen. Ze vonden een keten van holtes op weefselniveau, die niet verklaard werd door de huidige kennis van het menselijk lichaam. Ze toonden hun bevindingen aan Theise.
Hoe is het mogelijk dat iedereen dit tot nu toe gemist heeft? Dat heeft alles te maken met de manier waarop weefselmonsters beoordeeld worden. In essentie komt het er op neer dat het interstitium zich in de ruimte tussen de organen en onder de huid bevindt en dat biologen altijd gefocust hebben op vast weefsel onder de microscoop. Zij veronderstelden dat dit het meest betrouwbare beeld van de biologische realiteit gaf. Hiermee werd echter het grote plaatje uit het oog verloren.1
Voordat een weefselmonster onder de microscoop belandt, wordt het chemisch geprepareerd, in dunne plakjes gesneden en gekleurd. Probleem is, dat door dit proces de vloeistof verloren gaat en daarmee de belangrijke informatie uit het interstitium.
En daar komt een stukje menselijke perceptie om de hoek kijken: als je niet weet dat het er is, dan zie je het niet.
Voor zijn eigen analyse gebruikte Theise de methodiek van sondegebaseerde confocale laser endomicroscopie. Hiermee wordt zonder biopt, direct tijdens een endoscopie, microscopisch onderzoek gedaan.
Het belang van dit onderzoek schuilt erin, dat er grote stappen op het gebied van diagnostiek gezet kunnen worden door de mogelijkheid om interstitium vloeistof te verzamelen en beoordelen. Het kan bovendien bijdragen aan een beter begrip van hoe chronische ziekten zich ontwikkelen en waarom holistische geneeswijzen – in het bijzonder acupunctuur – zo effectief kunnen zijn. Ziet u het grote plaatje?
Literatuur
1. Scientific Reports, 2018; 8: 4947