Het nieuwe vaccin tegen gordelroos blijkt samen te hangen met een vergroot risico op hartinsufficiëntie en hartaanval, en beschermt misschien niet eens zo goed.
Sinds 2007 is er in Nederland een vaccin tegen gordelroos geregistreerd voor vijftigplussers. De Gezondheidsraad adviseert minister Ab Klink om dit beschikbaar te maken voor ouderen, en zal binnenkort uitspraak doen of het vaccin moet worden opgenomen in het Rijksvaccinatieprogramma.
Volgens de distributeurs in Amerika (Merck) en Europa (Sanofi Pasteur MSD) zorgt eenmalige vaccinatie voor een halvering van het aantal gevallen van gordelroos bij zestigplussers. Maar nu blijkt niet alleen dat het niet zo goed werkt bij mensen ouder dan 70 jaar, maar ook dat het risico op ernstige hartaandoeningen hierbij toeneemt.
Risico’s
In het onderzoek waarop de Amerikaanse Food and Drug Administration (FDA) haar unanieme goedkeuring in mei van dit jaar baseerde, was er een kleine toename van het risico op hartinsufficiëntie (ook wel congestief hartfalen genoemd) en hartaanval. Andere zeldzame, maar ernstige bijwerkingen zijn verergering van een bestaande astma, polymyalgia rheumatica (stijfheid en pijn in de spieren van schouders, nek en/of bekken), een anafylactische (allergische) reactie met zwelling, piepende of moeizame ademhaling en een uitslag die verdacht veel op gordelroos lijkt.
Gordelroos
Zostavax is bedoeld voor zestigplussers ter preventie van gordelroos, een huiduitslag die veroorzaakt wordt door hetzelfde virus als dat van waterpokken. De Nederlandse Gezondheidsraad overweegt het ook voor tieners aan te raden. Het virus, herpes zoster, blijft nadat iemand waterpokken gehad heeft ‘slapend’ aanwezig in het zenuwstelsel. Ten tijde van stress kan het weer actief worden. Dan ontstaan pijnklachten voorafgaand aan, tijdens of na een uitbraak van huiduitslag. In zeldzame gevallen kan het virus longontsteking, hersenontsteking, stoornis van het gezichtsvermogen, gehoorverlies of zelfs overlijden veroorzaken.
De werking
De FDA baseerde haar toestemming voor het vaccin op het enige grootschalige onderzoek ernaar, genaamd Shingles Prevention Study. Daarin kregen bijna 40.000 vrijwilligers van zestig jaar of ouder ofwel een enkele dosis van het vaccin ofwel een placebo. Zij werden vervolgens drie jaar lang gevolgd om te zien wie er gordelroos kreeg. Er werden geen proefpersonen toegelaten met een verminderde weerstand, behandeling met steroïden of een voorgeschiedenis met uitbraken van herpes zoster. Ook werden proefpersonen uitgesloten als ze bijwerkingen kregen die de beoordeling van het effect van het middel konden vertroebelen.
Uit het onderzoek bleek dat het vaccin de kans op de ziekte slechts halveert. Deze gemiddelde effectiviteit van 51 procent gold voor alle leeftijden boven de zestig, maar werd vooral bepaald door de proefpersonen in de leeftijd van 60-69 jaar2. De werkzaamheid kelderde onder zeventigplussers naar 41 procent in de leeftijd van 70-79 jaar en slechts 18 procent onder tachtigplussers.
Een halvering van het aantal gevallen van gordelroos betekende dat bijna 2 procent (315) van de gevaccineerden toch gordelroos kreeg.
Bovendien deed het vaccin niets af aan de pijn wanneer gordelroos toch ontstond. Van de ingeënte patiënten meldden er vrijwel evenveel neuralgie (pijn), gedurende bijna even lange tijd, als in de placebogroep. Verder meldden soortgelijke percentages van degenen met gordelroos in de beide onderzoeksgroepen zosterinfectie van de ogen, verlammingen van perifere zenuwen, littekenvorming, extreme pijn en gevoeligheid voor aanraking of borstelen, en verspreiding.