In het novembernummer van Medisch Dossier besteden we ruimschoots aandacht aan de bangmakerij waarmee de berichtgeving over alcohol vaak gepaard gaat. Zo beweren veel specialisten dat alcoholgebruik leidt tot afname van het hersenvolume, maar kan die conclusie ook verkeerd zijn?
Onlangs heeft een Amerikaans onderzoeksteam een studie uitgevoerd waaruit blijkt dat alcohol misschien niet de boosdoener is achter een verminderd hersenvolume. De uitkomsten tonen aan dat zowel een lagere hersencapaciteit alsook overmatig drankgebruik dezelfde onderliggende oorzaak kunnen hebben: onze genen.
De onderzoekers kwamen tot deze slotsom na een analyse van drie eerder uitgevoerde studies naar hersenen.
Genexpressie
Aan de eerste studie namen tweelingen en ‘gewone’ broers en zussen met verschillende alcoholinnames deel. Aan de tweede studie deden kinderen mee die nooit eerder alcohol hadden gedronken. In de derde studie werden weefselmonsters gebruikt die de onderzoekers postmortem van donororganen hadden verzameld om de genexpressie in de hersenen te bepalen. Genexpressie is het proces waarbij informatie in een gen tot uiting komt doordat het gen afgelezen wordt en bepaalde moleculen en eiwitten worden gemaakt. In totaal hadden de onderzoekers toegang tot gegevens van 2.423 individuen.
Grijze materie
Het onderzoeksteam ontdekte dat bij individuen met een hogere alcoholinname ook sprake was van minder grijze materie in de dorsolaterale prefrontale cortex en de insula. Deze twee hersengebieden spelen een belangrijke rol in emotie, geheugen, beloningscycli en het vermogen om beslissingen te nemen. Dit heeft volgens de onderzoekers te maken met specifieke genetische kenmerken die op hun beurt weer gelinkt kunnen worden aan een risico op een hoger alcoholgebruik onder pubers en jong volwassenen. Volgens de onderzoekers kan hersencapaciteit daarom dienen als een nuttige indicatie om een genetisch verhoogde kwetsbaarheid voor alcoholgebruik vast te kunnen stellen.