Uit veelbelovende studies blijkt dat we door onze ‘gedachtevelden’ te veranderen ook onze biochemie kunnen corrigeren.
Twintig jaar geleden hield de Amerikaanse dr. Roger Callahan, klinisch psycholoog, een van zijn vele sessies met Mary, een patiënt van hem. Zij had haar leven lang al een panische angst voor water, en geen enkele conventionele therapie had haar tot dusver geholpen. Het lukte ook Callahan niet deze haast misselijkmakende angst – die volgens Mary in haar buik zat – te doorbreken.
In die tijd studeerde Callahan toegepaste kinesiologie. Daardoor wist hij dat een van de acupunten voor de buik zich in het gezicht bevond, vlak onder het oog. Omdat andere remedies niet hadden geholpen, vroeg hij Mary dit punt met haar vingers te bekloppen en daardoor te stimuleren. Bijna onmiddellijk was haar fobie over. Deze wonderbaarlijke genezing vormde het begin van de ‘gedachteveldtherapie’ (thought field therapy: TFT), die hij vervolgens ontwikkelde. Het onderliggende idee is dat gedachten een ‘veld’ creëren dat informatiepatronen of verstoringen omvat. Bij stress worden deze geactiveerd en lokken een reeks van emotionele reacties uit.
In de reguliere geneeskunde neemt men aan dat negatieve emoties als depressies en fobieën samenhangen met veranderingen in de hersenchemie. Callahan daarentegen is van mening dat deze emotionele toestanden en biochemische veranderingen toe te schrijven zijn aan onrust in het gedachteveld. Schakel deze uit, zegt Callahan, en de biochemie corrigeert zichzelf – de patiënt is genezen.
Gedurende de jaren tachtig heeft Callahan zijn theorieën en technieken getest, waarbij hij de verbindingen tussen negatieve emoties en acupunctuurpunten in kaart heeft gebracht. Hij ontdekte dat elk psychologisch probleem in verbinding staat met een aantal acupunten, en dat een patiënt kan genezen door deze punten in de juiste volgorde te bekloppen. Callahan noemt deze volgorde ‘algoritmen’, recepten voor behandeling waarmee hij meer dan 80 procent van de patiënten kan genezen.1
Aan het begin van een behandelingssessie brengt de patiënt zichzelf opzettelijk in de gevreesde mentale toestand en roept op die manier het ‘gedachteveld’ en de daarbij horende onrust op. Daarna begint de behandeling om dit te corrigeren. Geïnstrueerd door de therapeut beklopt de patiënt bijvoorbeeld vijfmaal zijn wenkbrauw en vervolgens in een specifieke volgorde andere plekken in het lichaam.
Volgens TFT-beoefenaars heeft deze behandeling succes bij een breed scala van psychologische problemen: niet alleen bij fobieën en depressies, maar ook bij woede, het posttraumatisch stresssyndroom (PTSS), paniek, verslaving, dwangstoornissen en seksuele problemen. Er zijn zelfs therapeuten die beweren fobieën bij dieren te hebben genezen. Hoewel veel bewijs anekdotisch is, is er al wel klinisch onderzoek naar TFT gedaan. In een onderzoek bij patiënten met PTSS werd de stress, gemeten in ervaren klachten (subject units of distress: SUDS), door TFT minder. Volgens de eigen score van de patiënt verminderde de stress met meer dan de helft.2
In een andere studie onder patiënten met een meer objectief te meten psychiatrisch probleem – hoogtevrees of vliegangst – verbeterde de toestand statistisch significant bij diegenen die specifieke TFT hadden gekregen, vergeleken met de controlegroep die een placebobehandeling kreeg waarbij het lichaam op willekeurige plaatsen werd beklopt.3
Problemen wegkloppen
Het meest verbazingwekkende resultaat werd behaald bij Albanese vluchtelingen die door de oorlogssituatie in Kosovo getraumatiseerd waren. Ze waren naar Noorwegen gevlucht en leden aan ernstig posttraumatisch stresssyndroom dat moeilijk te behandelen was. Een klein team van TFT-therapeuten reisde af naar Kosovo om met de artsen ter plaatse te overleggen. Een van hen was Ian Graham. ‘De inwoners van Kosovo behoorden tot de meest getraumatiseerde mensen die ik ooit ontmoet heb,’ zo herinnert hij zich. ‘De Servische vijand wilde de complete gemeenschap volledig vernietigen. Zo slachten zij niet de hele familie af, maar de helft. Op deze manier bezorgden zij de overlevenden ernstig psychisch trauma. Niet alleen door het verdriet om hun familie, maar ook door het schuldgevoel over het feit dat zijzelf nog in leven waren.’
Er is nauwelijks een grotere uitdaging denkbaar voor een therapeut dan een behandeling van deze getraumatiseerde mensen. De conventioneel werkende psychiatrische hulpverleners hadden echter weinig succes. Toen het TFT-team arriveerde, werden zij dan ook met veel wantrouwen ontvangen. Toch werden veel patiënten, onder wie de meest getraumatiseerden, naar hen doorverwezen. De behandeling vond vaak in familiegroepen plaats en de therapiesessies duurden soms maar vijf minuten.
De resultaten waren verbijsterend. ‘Bij iedere patiënt was het succes 100 procent en dit effect duurt nog voort tot op de dag van vandaag,’ vertelt Graham. ‘Als chef van de geneeskundige staf heb ik de autoriteit om medische beslissingen in Kosovo te nemen. Ik ben bezig een nationaal programma op te zetten, waarbij de nadruk zal liggen op gedachteveldtherapie. Met zijn intuïtief gedane ontdekking lijkt Callahan de sleutel te hebben gevonden tot de menselijke emotie: door eenvoudig te kloppen krijgt hij toegang tot het gedachteveld zelf.
In Nederland is er momenteel enkel een praktijk in Maastricht (www.thoughtfieldtherapy.nl), die aangesloten is bij een beroepsvereniging voor TFT (www.tftrx.com).
1 Callahan R, Callahan J. Stop the Nightmares of Trauma. Chapel Hill, NC: Professional Press, 2000
2 Traumatology, 1999; 5: 18-22
3 The Thought Field, 1997; 2: 1-6