Ondanks de slechte pers voor therapeutic touch blijkt uit onderzoeksresultaten dat het een scala aan klachten kan verhelpen, van angst tot hoofdpijn.
Therapeutic Touch (TT, ook wel therapeutische aanraking genoemd) is een vorm van energiegeneeskunde waarbij vooral de handen worden gebruikt om genezing te bevorderen. Sinds het kleinschalige begin in een New Yorks ziekenhuis zijn er inmiddels meer dan 40.000 in TT opgeleide verpleegkundigen actief in meer dan honderd ziekenhuizen in Amerika. In Nederland zijn ruim 3000 mensen geschoold in Therapeutic Touch, van wie het merendeel in de zorg werkzaam isa.
Ondanks de naam is therapeutic touch eigenlijk een therapie zonder contact. De therapeut raakt de patiënt namelijk niet aan, maar werkt op het veld van subtiele energie rond het lichaam. De techniek is gebaseerd op de oosterse opvatting dat het lichaam, net als alle levende wezens, een levensenergieveld heeft dat reikt tot buiten het lichaam. Wanneer dat energieveld vrij stroomt, is dat een teken van gezondheid, terwijl een geblokkeerd, gemankeerd of onevenwichtig energieveld op ziekte wijst. TT-therapeuten stellen dat ze dat energieveld kunnen ‘voelen’ en bewerken met hun handen om de gezondheid en het welzijn van de patiënt te herstellen.
Wat zijn de bewijzen?
Ondanks de aanzienlijke hoeveelheid onderzoeksresultaten die de toepassing van TT ondersteunen voor de reguliere geneeskunde, blijven sceptici het veel aangehaalde onderzoek uit 1998 citeren, gepubliceerd in het Journal of the American Medical Association (JAMA). Dit onderzoek zou bewijzen dat de beweringen over de werkzaamheid van TT geen steek houden. Bij het onderzoek werden 21 TT-therapeuten getest op hun vermogen het energieveld van een negenjarig meisje te onderscheiden.
De therapeuten staken hiertoe beide handen door een scherm waarachter het meisje haar hand boven een hand van de therapeut hield. Vervolgens kreeg de therapeut de vraag boven welke hand het meisje haar hand hield. De therapeuten bleken niet beter te scoren dan wanneer ze op de gok zouden kiezen, waardoor de auteurs, onder wie Stephen Barrett van Quackwatch Inc., concludeerden dat ‘een verdere professionele toepassing [van TT] niet gerechtvaardigd is’1.
Voorstanders van TT hebben echter ernstige kritiek op dit onderzoek vanwege de slechte opzet en de methodologie. Bij een heranalyse van de onderzoeksresultaten vond een Amerikaanse verpleegkundige statisticus van de Virginia Commonwealth University School of Nursing dat het onderzoek was gebaseerd op een ‘onderzoeksopzet en analyse die voor dit doel niet van toepassing zijn, evenals incorrecte statistische aannames en conclusies’2.
Ook de groeiende hoeveelheid bewijzen dat TT voor veel verschillende patiënten gezondheidswinst oplevert doordat het pijn, stress en angst vermindert en de immuniteit verbetert, ondermijnt de conclusies van het artikel in JAMA3. De positieve resultaten blijken bovendien meer dan een placebo-effect te zijn. Bij een aantal onderzoeken bleek dat wanneer TT werd vergeleken met nep-TT (een behandeling die op TT lijkt, maar waarbij de techniek of de mentale intentie van de therapeut anders is), de echte TT het vrij consequent beter doet.
Bij één klinisch onderzoek kregen zestig mensen met spanningshoofdpijn echte of nep-TT, waarna gedurende de vier uur erna werd gemeten hoeveel pijn ze hadden. Diegenen die de echte TT hadden gekregen, meldden dat hun pijn met gemiddeld 70 procent minder was geworden, terwijl dat bij de nep-TT-groep maar net 35 procent was4. Van TT is ook aangetoond dat het de verschrikkelijke pijn en angst van slachtoffers met brandwonden verlicht. Ook dit werd in een klinisch onderzoek gedaan waarin het met een nep-TT-behandeling werd vergeleken.
Dit onderzoek werd uitgevoerd door de Universiteit van Alabama en betaald door het Amerikaanse Ministerie van Defensie, een teken dat steeds meer officiële instanties TT accepteren5.
Ook mensen met artrose hebben baat bij TT. In twee vergelijkende onderzoeken bleek dat niet alleen de pijn minder werd door TT, maar dat ook de gewrichten soepeler werden6,7. Ook zijn er bewijzen dat de techniek de pijn bij het fibromyalgisch syndroom helpt verlichten8.
TT blijkt bij uitstek goed tegen angst. Bij twintig kinderen met hiv-infectie werd de angst minder door TT, terwijl dat niet gebeurde bij nep-TT9. Ook patiënten met kanker in een terminaal stadium, de ziekte van Alzheimer of dementie kunnen baat hebben bij het kalmerende effect van TT10,11.
Uit de positieve resultaten met TT blijkt op z’n minst dat de geconcentreerde positieve aandacht van een specifiek opgeleide persoon veel gunstige effecten heeft op een ander persoon.
Joanna Evans en Tony Edwards
www.vanpraaginstituut.nl
BRONNEN:
1JAMA, 1998; 279: 1005-1010
2Altern Ther Health Med, 2003; 9: 58-64
3J Holist Nurs, 2008; 26: 17-24
4Nurs Res, 1986; 35: 101-106
5J Adv Nurs, 1998; 28: 10-20
6Nurs Sci Q, 1998 ; 11 : 123-132
7J Fam Pract, 1998 ; 47 : 271-277
8Holist Nurse Pract, 2004; 18: 142-151
9J Assoc Nurses AIDS Care, 1998; 9: 68-77
10J Holist Nurs, 1998; 16: 383-398
11West J Nurs Res, 2008; 30: 417-434
Hoe werkt TT?
Verklaard in conventionele medische termen werkt TT in op het autonome zenuwstelsel en zodoende uiteindelijk op het immuunsysteem. Uitvoerige fysiologische metingen uitgevoerd terwijl iemand TT kreeg, laten zien dat de therapie de mate van arousal (alertheid door stressfactoren) vermindert. Op deze manier worden emoties minder heftig, waardoor het lichaam de kans krijgt de eigen genezende processen in werking te zetten1.
Dit komt overeen met de ayurvedische en Chinese opvattingen van geneeskunde, waarbij men ervan uitgaat dat de levensenergie (prana of ch’i) een balans zoekt door naar gebieden te stromen waar een tekort is vanuit gebieden met een teveel. Het totale systeem is gericht op zelfregulatie en therapie, zoals acupunctuur en ook TT, is alleen nodig om het een klein duwtje te geven als er blijvende of hardnekkige energieblokkades zijn.
1Int J Psychosom, 1993 ; 40 : 47-55