Probiotica: goede bacteriën

Probiotica, die miljoenen ‘goede’ bacteriën bevatten, zijn altijd vooral gepromoot vanwege hun goede eigenschappen voor gezonde darmen. Uit recente inzichten blijkt nu dat deze bacteriën die onze darmen bevolken, niet alleen de ‘aanzwengelaars’ van het immuunsysteem zijn, maar dat ze ook functioneren in het verlengde van dit systeem.

Ze vormen in feite een soort ‘virtueel’ orgaan. Door nieuwe ontwikkelingen in de probiotica blijken ze nuttig voor de behandeling van allerlei soorten ziekten, inclusief kanker. Onze darmen bevatten miljarden levende bacteriën: tien maal zo veel als het aantal cellen in een mensenlichaam. Recent onderzoek wijst uit dat ze wel eens van cruciaal belang kunnen zijn voor ons immuunsysteem en dus voor de gezondheid. In feite is het immuunsysteem niet een op zichzelf staande entiteit, maar bestaat het uit een interactie tussen onze cellen en de ‘vreemde’ cellen van onze darmflora.

Orgaan in een orgaan

Volgens professor Stig Benmark van het University College London bevindt ongeveer 75 procent van de immuuncellen in het lichaam zich rond het maagdarmstelsel, en bijna alle immuuncellen worden in de darmen geconditioneerd oftewel opgeleid, zoals het in vaktermen heet. Die conditionering vindt plaats door bacteriën waarvan er 400 passen op het puntje van deze i. Zoals professor Fergus Shanahan van de National University of Ireland het uitdrukt: ‘Darmbacteriën vormen een collectieve stofwisselingsactiviteit die doet denken aan een virtueel orgaan binnen een orgaan’.

Verder spelen deze bacteriën een belangrijke rol bij de ‘afronding’ van onze genen.

Deze revolutionaire inzichten in de darmflora en het immuunsysteem zijn relatief nieuw, maar de manieren waarop we er gebruik van kunnen maken – door probiotica – bestaan al een eeuw. Ze werden namelijk in 1907 ontdekt door Nobelprijswinnaar Elie Metchnikoff. Probiotica in yoghurt, dranken en supplementen vormen op dit moment een van de snelst groeiende sectoren in de voedingsindustrie; in Nederland stijgt de verkoop jaarlijks met 10 procent en in Engeland zelfs met 40 procent. De meeste mensen kopen ze voor hun algemene welbevinden, maar inmiddels zijn er aanwijzingen dat ze kunnen helpen bij ernstige maagdarmstoornissen, allergieën, kanker en zelfs autisme.

Ontwikkeling van het immuunsysteem

Letterlijk betekent het woord ‘probiotisch’ eenvoudig ‘voor leven’; in dit geval de bacteriën die in onze darmen leven. Onze ingewanden herbergen ongeveer 500 soorten, waarvan sommige goed zijn, andere slecht. De slechte, zoals Escherichia coli, Salmonella en Clostridium, worden in het gareel gehouden door de ‘goede’ bacteriën, die voornamelijk bestaan uit lactobacillen en bifidobacteriën. De deskundigen zijn pas recent tot het inzicht gekomen dat de aan- dan wel afwezigheid van darmbacteriën bij de geboorte de oorzaak kan zijn van een aantal gezondheidsproblemen later in iemands leven.

Het immuunsysteem van een pasgeboren baby functioneert nog niet volledig. Voor de ontwikkeling daarvan is het goed dat de baby wordt blootgesteld aan bacteriën, in het begin vrijwel alleen via de moeder. ‘Door de geboorte wordt het mogelijk dat er langzaam maar zeker een veelzijdige microflora in de darmen ontstaat, die uit ontelbare bacteriën bestaat,’ aldus de Belgische kinderarts dr. Jean-Paul Langhendries. ‘Daarvan maakt het lichaam gebruik om het eigen immuunsysteem in werking te zetten.’1

Er zijn twee dingen noodzakelijk: een natuurlijke geboorte en borstvoeding. Door de passage door het geboortekanaal wordt de baby blootgesteld aan de eigen bacteriën van de moeder. Sommige daarvan kunnen schadelijk zijn, maar volgens de nieuwste inzichten is dat ook nodig voor het immuunsysteem. Vervolgens komen er via de borstvoeding gezonde lactobacillen in de darmen van de baby die de ziekte veroorzakende soorten vervangen. Op deze manier wordt er een stevige basis gelegd voor het immuunsysteem, waarschijnlijk voor het leven, dat zich van daaruit verder ontwikkelt.

Zonder het te weten verstoort de moderne geneeskunde echter dit proces. De darmen van baby’s die door een keizersnede geboren worden of die geen borstvoeding krijgen, bevatten een andere bevolking aan bacteriën, waardoor hun immuunsysteem minder goed kan gaan werken2. Zo blijkt dat kinderen die door een keizersnede geboren zijn, vaker astma en voedselallergie hebben, ook nog op volwassen leeftijd, dan kinderen die een natuurlijke geboorte hebben gehad3.

Verband met de hersenen

Astma en allergieën zijn echter het topje van de ijsberg. Er bestaat een grote hoeveelheid problemen die op kinderleeftijd kunnen bestaan, die wellicht te wijten zijn aan een slecht functionerende darm. Die problemen kunnen ook de hersenen betreffen. Leerproblemen, een slechte coördinatie en zelfs autisme zijn in verband gebracht met dysbiose in de darm. Dit is een onbalans van de bacteriesoorten.

Een van de zaken die daarop wijzen, is dat autistische kinderen vaker spijsverteringsproblemen hebben dan normale kinderen, zoals onlangs bevestigd is bij een diepgaand onderzoek onder leiding van dr. Andrew Wakefield aan het prestigieuze Royal Free Hospital. Daarbij bleek dat in de darmen van autistische kinderen ‘een duidelijk en consequent profiel van […] verhoogde ontstekingsbevorderende en verminderde regulerende activiteiten’ bestond4.

Hoe kan de situatie in de darmen van invloed zijn op de hersenen? Het meest voor de hand liggende antwoord is eenvoudig een voedingstekort. Als er geen goede balans is in de darmflora, wordt de voeding soms niet goed verteerd en opgenomen, waardoor er in bepaalde opzichten een tekort kan ontstaan.

Ook kunnen ‘slechte’ bacteriën, als er te veel van zijn, voedingsbestanddelen opslokken of, erger nog, toxinen (gifstoffen) produceren (zoals gebeurt bij te veel Candida of Clostridium). Door dat laatste ontstaat een milieu waarin die bacteriën zelf wel goed gedijen, een vicieuze cirkel dus. De dysbiose in de darm leidt tot een zogeheten leaky gut (lekkende darm), waarbij de darmwanden worden beschadigd zodat er toxinen naar de bloedbaan kunnen. Van daaruit kunnen ze door de bloed-hersenbarrière heengaan.

De belangrijkste van deze toxinen zijn acetaldehyde, alcohol en opiumachtige stoffen van onvolledig verteerde voedingsmiddelen. ‘In theorie is autisme een gevolg van een stofwisselingsstoornis,’ zegt Paul Shattock van de Autism Research Unit aan de Universiteit van Sunderland. ‘Peptiden (aminozuurketens) met een opioïde werking, afkomstig van […] voedingsmiddelen met gluten en caseïne, kunnen een abnormaal doorlaatbare darmmembraan passeren en in het centrale zenuwstelsel komen, waar ze effect uitoefenen op de neurotransmissie.’5

Om die theorie te testen heeft professor Glenn Gibson, directeur van de afdeling Food Biosciences van de Universiteit van Reading, onderzoek gedaan met de ontlasting van autistische kinderen. Daarbij werden abnormaal verhoogde waarden gevonden voor Clostridiumsoorten, waarmee de eerdere bevindingen van dr. Wakefield werden bevestigd. Vervolgens vroeg Gibson zich af of de dysbiose kon worden opgeheven door ‘goede’ probiotische bacteriën toe te dienen en of de kinderen dan minder autistisch zouden worden.

Hij gaf een willekeurige gekozen aantal van twintig kinderen uit de onderzoeksgroep een probiotische pil met Lactobacillus plantarum en een andere groep van twintig kinderen een identiek uitziende placebo. Na een aantal weken stapten de kinderen over op de andere pil, maar ze wisten niet op welk moment ze de echte of de neppil kregen. Helaas mislukte de trial. ‘Het effect van de probiotische bacteriën was zo groot, dat veel ouders er terecht uit opmaakten dat hun kind in elk geval geen placebo kreeg.

Die ouders weigerden dan vaak over te stappen op de andere pil,’ vertelt professor Gibson.‘De ouders vertelden dat de concentratie en het gedrag van hun kind door de probiotica zo veel beter waren dat, in de woorden van een van die ouders, het hartverscheurend zou zijn om het kind te dwingen ermee te stoppen. Maar het betekende wel dat ik geen harde wetenschappelijke conclusies uit mijn trial kon trekken, omdat het uitvalpercentage zo hoog was.’

Desondanks zal deze trial met ‘resultaten te goed om wetenschappelijk te zijn’ een mijlpaal blijken voor de therapie met probiotica. Er zullen namelijk andere onderzoeken op gebaseerd worden, niet alleen naar autisme, maar ook naar een veel breder spectrum van autistische stoornissen zoals het syndroom van Asperger, hyperactiviteit en leerstoornissen in het algemeen. Dat zijn allemaal verwante problemen waarbij soortgelijke darmaandoeningen zijn aangetroffen als die bij autisme6.

Bacteriën als therapie

Hoe werken probiotica? Tot voor kort werd aangenomen dat hun werkingsmechanisme er eenvoudig uit bestond dat ze zich aan de darmwand hechten, zodat andere bacteriën er geen houvast vonden. Nieuwe labresultaten lijken er echter op te wijzen dat probiotica veel proactiever zijn. Zo produceren ze stoffen als zuren, antibacteriële middelen en waterstofperoxide, die schadelijke bacteriën kunnen doden of hun productie van toxinen kunnen verstoren7.

Ook zijn er nieuwe wetenschappelijke aanwijzingen (van ten minste zes verschillende onderzoeken) waaruit blijkt dat probiotica direct werken op het immuunsysteem. Ze versterken zowel de zogeheten T-helpercellen als de NK (natural killer)-cellen, de twee belangrijkste wapens van het immuunsysteem. Zo werd bij een recent Koreaans onderzoek gemeten dat de NK-cellen bij de proefpersonen die probiotica kregen, met 35 procent toenamen7.

Wellicht ironisch is dat een van de belangrijkste toepassingen van probiotica is het bestrijden van de bijwerkingen van hun bijna-naamgenoten, de antibiotica. Deze krachtige medicijnen maken geen onderscheid tussen vriend of vijand. Daardoor gaan er door orale antibiotica onvermijdelijk alle darmbacteriën eraan, goede en slechte. Desalniettemin werken antibiotica soms minder efficiënt tegen de slechte soorten, aangezien ze ertoe kunnen leiden dat de allerslechtste, de Clostridium difficile, zich snel vermenigvuldigt.

Deze maagbacterie is hard op weg een grote plaag voor ziekenhuizen te worden doordat hij tegen steeds meer middelen resistent wordt. Hij veroorzaakt jaarlijks epidemieën in meerdere ziekenhuizen9. Probiotica blijken hiertegen redding te kunnen bieden, want uit meer dan dertig afzonderlijke onderzoeken blijkt dat ze het aantal patiënten dat diarree krijgt door C. difficile te kunnen halveren10, om maar te zwijgen over het aantal gevallen van diarree in het algemeen.

Interessant is dat probiotica even goed ook obstipatie kunnen verhelpen11. Bij conventionele geneesmiddelen zouden dergelijke tegengestelde werkingen ondenkbaar zijn, maar probiotica werken niet hetzelfde als medicijnen. Ze hebben meer weg van regulatoren, die de unieke mogelijkheid bezitten darmbacteriën op hun normale niveau terug te brengen ongeacht de status waarin ze de darm aantreffen.

Darmaandoeningen – en erger

Probiotica bieden nu ook hoop voor mensen met ernstigere darmaandoeningen, zoals het prikkelbare-darmsyndroom, dat bij ongeveer 3 procent van de bevolking optreedt. Dit kan zonder duidelijke reden opvlammen en geeft ernstige maagpijn, een opgezwollen gevoel, diarree en obstipatie. Volgens een van de theorieën is het te wijten aan voedselintolerantie. Maar ook darmbacteriën kunnen een rol spelen, aangezien probiotica in sommige gevallen wel tot 30 procent verbetering kunnen leiden12.

De ziekte van Crohn en ulceratieve colitis, beide bekend als een ‘langdurige ontsteking van de darm’, komen waarschijnlijk bij ruim 40.000 Nederlanders voor. Volgens de reguliere geneeskunde zijn deze ziekten ongeneeslijk. Maar volgens dr. Sandra Macfarlane van de Universiteit van Dundee ‘ … zijn er onomstotelijke bewijzen dat er bij beide aandoeningen sprake is van verlies van gunstige bacteriën’. Hoewel probiotica een logische oplossing zouden kunnen zijn, is er maar een klein aantal kleinschalige trials geweest waarin ze uitgeprobeerd werden. Een daarvan was een pilot-onderzoek aan de Universiteit van Bologna. Daarbij bleek dat bij een zeer hoge dosering van een mix van verschillende lactobacillen ‘remissie geïnduceerd’ werd bij tweederde van de patiënten met de ziekte van Crohn. Dit betekent dat de ziekte werd teruggedrongen. Met colitis ulcerosa zijn de resultaten echter wisselend.

Dat kan wellicht verklaard worden door het feit dat bij deze trials meestal een enkele Lactobacillus-soort gebruikt werd in plaats van een combinatie. ‘In het algemeen is de ervaring tot nu toe dat de beste resultaten bereikt worden door een behandeling met een combinatie van probiotica in plaats van een enkele melkzuurbacterie,’ aldus Professor Bengmark.

De ernstigste vorm van darmziekte is kanker, van de dikke darm of van de endeldarm. Ook hier kunnen probiotica nuttig zijn. Onderzoekers hebben opgemerkt dat er verband bestaat tussen veel inname van yoghurt of probiotica en een kleinere kans op kanker van de dikke darm13. De trials die tot nu toe gedaan zijn, tonen een significant beschermend effect aan van probiotica tegen kanker van de dikke darm en zelfs een heel klein genezend effect – althans bij ratten14.
 

Los van de darm

Het verband tussen probiotica en darmaandoeningen is tamelijk voorspelbaar. Er was daarentegen echt speurwerk voor nodig om de verbanden te vinden tussen probiotica en ziekten die niets met de darm van doen hadden. Een doorbraak is bereikt bij allergieën, wellicht doordat die ook met het immuunsysteem te maken hebben. Zo wordt er bij de ‘hygiënehypothese’ van uitgegaan dat allergieën ontstaan door bovenmatig schoonhouden, met name in de kindertijd, terwijl ons immuunsysteem aan bacteriën blootgesteld moet worden om te kunnen opstarten. Tot nu toe zijn er bij trials met probiotica bij allergische kinderen en jongeren alleen teleurstellende resultaten geboekt, maar sommige onderzoekers menen dat dit komt doordat de probiotica op nog jongere leeftijd gegeven moeten worden.

Vijf jaar geleden onderzochten Finse artsen voor het eerst probiotica op zeer jonge babyleeftijd. Ze benaderden meer dan honderd aanstaande moeders met een voorgeschiedenis in de familie van allergisch eczeem en gaven hun pasgeboren baby’s ofwel probiotica ofwel een placebo in de eerste zes maanden van het leven. Bij de follow-ups op tweejarige leeftijd bleek dat er maar de helft zoveel eczeem voorkwam bij kinderen die de probiotica hadden gehad15.

Bij soortgelijke onderzoeken met andere allergieën zijn minder gunstige resultaten gevonden. Er werden geen speciaal gunstige werkingen gevonden bij astma of voedselallergieën of –intoleranties. Dat is verbazend omdat een van de belangrijkste theorieën over voedselallergie de hypothese van de lekkende darm (leaky gut) is (zoals hiervoor beschreven). Volgens de experts moet het antwoord gezocht worden in een groots opgezet onderzoeksprogramma waarin zowel individuele stammen als mixen van lactobacillen getest worden. Een handjevol kleinschalige farmaceutische bedrijven is al begonnen hun eigen semi-exclusieve probiotische cocktails te testen.

Wat urineweginfecties bij vrouwen en vaginale infecties betreft is bij de meeste onderzoeken gebleken dat een enkelvoudig probioticum ze niet kan genezen of voorkomen. Toch heeft een Oostenrijks bedrijf ontdekt dat een combinatie van drie stammen van de Lactobacillus (L. rhamnosus GR-1 en L. reuteri B-54 en RC-14) wel werkt16. En uit verkennende onderzoeken lonken er enige aanwijzingen dat er een plaats is voor probiotica in de behandeling van cirrose, pancreatitis en postoperatieve infecties.

Tot op heden staat deze niet-farmaceutische behandeling nog in de kinderschoenen. Slechts een fractie van de vijfhonderd darmflorasoorten is tot nu toe onderzocht, en alleen de meest vooruitstrevende onderzoekers begrijpen dat de specifieke stammen bacteriën die in onze darmen huizen, weleens betrokken kunnen zijn bij de instandhouding van onze gezondheid doordat ze bepaalde ziekten op afstand houden.

Wat wel duidelijk is, is dat we onze gezondheid en immuniteit anders moeten gaan beschouwen, namelijk als iets wat zich niet tot ons eigen lichaam beperkt.

Bronnen:

1 Arch Pediatr, 30 oktober 2006; e-pub voorafgaand aan druk
2 Acta Paediatr Suppl, 2003; 91: 48-55
3 What Doctors Don’t Tell You vol 17 no 8, november 2006
4 J Clin Immunol, 2004; 24: 664-673
5 Expert Opin Ther Targets, 2002; 6: 175-183
6 Am J Gastroenterol, 2000; 95: 2285-95
7 Gut, 2003; 52: 827-833
8 J Med Food, 2006; 9: 321-327
9 Ann Intern Med, 2006; 145: 758-764
10 Lancet Infect Dis, 2006; 6: 374-382
11 Best Pract Res Clin Gastroenterol, 2006; 20: 575-587
12 J Clin Gastroenterol, 2006; 40: 264-269
13 J Nutr, 2000: 130: 384S-90S
14 Carcinogenesis, 2002; 23: 1953-1960
15 Lancet, 2001; 357: 1076-1079
16 World J Urol, 2006; 24: 28-32


Darmbacteriën: ons tweede genoom?

Genetisch gezien zijn we meer microbe dan mens. Bij elkaar bevatten de darmbacteriën namelijk ongeveer honderd keer zo veel genen dan het menselijk lichaam waarin ze wonen. Wellicht hebben ze ook een belangrijke rol bij de genetische aanpassing.

‘Het genoom van een mens bevat niet alle informatie die nodig is voor de normale ontwikkeling,’ zegt professor Ferrgus Shanahan, hoofd van de afdeling Geneeskunde aan de National University of Ireland. ‘We hebben nog een extra genoom nodig, en wel van de darmbacteriën. Daarin zijn de eiwitten en signaalstoffen gecodeerd die vereist zijn voor de ontwikkeling van ons immuunsysteem, het maagdarmsysteem en mogelijk ook andere systemen. Ze onderhouden een actieve communicatie met de darmen; wordt die onderbroken, dan wordt de homeostase (zelfregulering) verstoord.’

Uit onderzoek komt naar voren dat het verband tussen darmbacteriën en mensen meer is dan vreedzaam samenleven, de relatie levert zelfs wederzijds voordelen op1. ‘Darmbacteriën profiteren van hun menselijke gastheer, maar leveren op hun beurt enzymatische functies die niet in het genoom van hun gastheer gecodeerd zijn, én ze helpen bij de opbouw van het darmgeassocieerde immuunsysteem.’2

‘Er is een soort continu gesprek op de achtergrond gaande, al vanaf de geboorte, tussen het menselijk lichaam en de darmbacteriën,’ zegt de Belgische kinderarts dr. Jean-Paul Langhendries.

1 Anaerobe, 2005; 11: 247-251
2 J Soc Biol, 2006; 200: 113-120


Genocide in de darmen: de grootste boosdoeners

Een ingrijpende verandering in onze eetgewoonten kan bijdragen aan veranderingen in de gunstige bacteriën in de darm. De beschuldigende vinger wijst naar twee onderdelen van onze moderne voeding: bewerkte, ‘caloriedichte’ voedingsmiddelen, waarvan wordt aangenomen dat ze ontstekingen in de darm veroorzaken, en routinematig gebruik van antibiotica in de intensieve veeteelt, waarvan onvermijdelijk resten in ons voedsel blijven. Als resultaat worden de goede bacteriesoorten uitgedund. Overigens zijn in de EU de regels voor het gebruik van antibiotica veel strenger dan in de VS.

Twintig jaar geleden is bijvoorbeeld in wetenschappelijk onderzoek ontdekt dat de Lactobacillus plantarum, een belangrijke goede bacterie, eenvoudig niet aanwezig is in de darmen van 75 procent van de mensen met een normaal Amerikaans eetpatroon1. Ook in Europa toonde een Zweeds onderzoek aan dat 48 procent van de mensen geen L. plantarum heeft, 74 procent heeft geen L. rhamnosus en maar liefst 83 procent heeft geen L. paracasei2.

Tevens zijn er steeds meer bewijzen dat deze soorten op latere leeftijd afnemen. ‘Er zijn bewezen aanwijzingen dat de natuurlijke probiotische hoeveelheden vanaf de leeftijd van zestig jaar afnemen,’ aldus professor Glenn Gibson van de Reading University.

1 Hentges DJ, red. Human Intestinal Microflora in Health and Disease, Londen: Academic Press; 1983: 3-31
2 J Appl Microbiol, 1998; 85: 88-94


Hoe goed zijn de verkrijgbare probiotica?

Vijftien jaar geleden maakte de Britse voedingsprofessor Jeremy Hamilton-Miller een overzicht van de probiotica die in de winkel verkrijgbaar waren. Hij kocht vijftig alledaagse producten – vloeibare producten, maar ook droge tabletten – en onderzocht wat erin zat. Hij concludeerde dat de vloeibare producten door de bank genomen wel bevatten wat er op het etiket beweerd werd, maar dat de meeste tabletten ‘onder de standaardmaat’ waren. Zo bevatte 17 procent ervan zelfs minder dan 5 procent van wat het label beweerde. Volgens hem ‘zijn tabletten met probiotica in poedervorm vatbaar voor kwaliteitsverlies’. Evenzo werd in 2001 in België bij een onderzoek gevonden dat de vloeibare producten met probiotica in het algemeen goed waren, terwijl meer dan eenderde van de tabletten ‘in het geheel geen levende bacteriën bevatten’1.

Onlangs heeft het voedingsbureau van het Verenigd Koninkrijk, de UK Food Standards Agency, echter een onafhankelijk rapport uitgevaardigd over een aantal zeer goed verkopende probiotica in Groot-Brittannië. De twee belangrijkste vragen die erin behandeld werden, waren of de producten bevatten wat het etiket beweerde, en zo ja, of de bacteriën ook overleven in de darm. Professor Glenn Gibson van de Reading University onderzocht twaalf van de bekendste probiotica, vloeibaar en in pilvorm, en concludeerde dat alle producten bevatten wat op het etiket stond, zelfs de tabletten.

Vervolgens werden de producten onderworpen aan laboratoriumproeven met verschillende concentraties zuren die de omstandigheden in de maag en darmen moesten nabootsen. In zijn algemeenheid was de conclusie dat de fabrikanten van de probiotica er zeer goed in geslaagd waren de juiste soorten te selecteren, aangezien zowel Lactobacillus als Bifidobacterium zich prima tegen de maagdarm-zuren wisten te weren. Wel waren er duidelijke verschillen tussen deze twee soorten: de lactobacillen overleefden gemakkelijker in de maag, terwijl de bifidobacteriën het beter deden in de darm2.

Wie een probioticum wil met een breed spectrum, kan er het best een kiezen met beide soorten probiotica. Kijk daarvoor even goed op het etiket naar de ingrediënten. Het valt op dat juist de producten die de grote merken aanprijzen vanwege de probiotica,

vaak maar een van de twee soorten bevatten. Van Campina bevat Vifit wel beide soorten, maar Yakult bijvoorbeeld weer niet. Fristi Xtra bevat beide soorten, evenals Optifit (Aldi) en Proviact (Lidl). Het goede nieuws is dat beide culturen ook gewoon in vrijwel elke biogarde zitten, van AH huismerk tot de duurdere biologische en biodynamische merken (Udea, Zuiver Zuivel, Demeter).

Maar wees gewaarschuwd: ‘De helft van de producten die te koop zijn, bevat de verkeerde bacteriën, de verkeerde hoeveelheid, of helemaal niets,’ aldus professor Gibson. ‘Als vuistregel kun je de labelinformatie van de grotere fabrikanten vertrouwen, waar de kwaliteitscontrole heel goed is. Let erop dat er minimaal 10 miljoen bacteriën per dosis of flesje moeten zijn.’

1 American Society of Microbiology 101st General Meeting, mei 2001, Orlando Florida
2 Gibson GR et al., An evaluation of probiotic effects in the human gut: microbial aspects. Final Technical Report for FSA, project ref G01022, 27 oktober 2006


 Gezonde darmen onderhoud je zo

Medisch
 Gebruik geen antibiotica, tenzij in noodgevallen.
 Gebruik geen anticonceptiepil: die kan de probiotische bacteriën vernietigen.
 Voor moeders in spe: probeer een keizersnede te vermijden en geef je baby zo mogelijk borstvoeding.
Voeding
 Gebruik volkoren granen: de vezels werken ‘prebiotisch’ doordat ze de goede darmbacteriën ondersteunen.
 Gebruik zo min mogelijk bewerkte, ‘fijne’ en suikerhoudende voedingsmiddelen.
Probiotica
 Neem dagelijks minimaal een miljard bacteriën, vooral als je ouder bent dan zestig jaar: bij ouderen kunnen de goede bacteriën wel tot een factor duizend verlaagd zijn1.
 Kies probiotische producten van fabrikanten die goed bekend staan.
 Wees vooral op je hoede met tabletten, tenzij ze van een zeer goed merk zijn.
 Kies bij voorkeur een mix van lactobacillen en bifidobacteriën.
Probiotische bacteriën die werken
 Bifidobacterium bifidum
 B. lactis
 B. animalis
 B. breve
 B. infantis
 B. longum
 Lactobacillus acidophilus
 L. casei
 L. johnsonii
 L. plantarum
 L. reuteri
 L. rhamnosus
 Lactobacillus GG
 L. termophilus
Bacteriën die de maagzuren niet overleven
 Lactobacillus delbrueckii
 L. helveticus
 L. bulgaricus

1 Curr Opin Clin Nutr Metab Care, 2003; 6: 49-54

Wilt u dit artikel lezen?

Als abonnee kunt u dit artikel gratis lezen door in te loggen op uw account. Nog geen abonnee? Sluit nu een abonnement af.

Andere artikelen van Medisch Dossier

Borstweefselbehandelingen; zinvol voor iedereen

Mijn kind heeft eczeem wat nu?

Een echte allrounder; Magnesium

De hart-hoofd connectie

Voeding als medicijn

Marktwerking en zorg?

Veel politici spreken zich uit over marktwerking in de zorg. Volgens sommigen helpt concurrentie om kosten te beteugelen. Volgens anderen leidt het juist tot meer kosten en minder kwaliteit. De uitspraken van voor- en tegenstanders zijn niet altijd onderbouwd. Ten...

Gastcolumn: Emoties kun je als voedsel verteren

Er is de afgelopen jaren een gestage toename te zien van het aantal mensen dat psychische aandoeningen ontwikkelt.1 Dat is zorgelijk, maar eigenlijk ook relatief eenvoudig te veranderen. De kern van het probleem is dat veel mensen hun emoties niet adequaat kunnen...

De borsten

Zacht, rond, fier, stevig, klein, hangend, veranderd of zelfs afwezig na een operatie… Borsten zijn er in vele prachtige soorten en maten. Ze bestaan uit vetweefsel, bindweefsel, ligamenten én borstklieren; elke borst is gevuld met zo’n vijftien tot twintig lobben die...

Holistische hulp bij een kinderwens

Zwanger worden, het lijkt zo vanzelfsprekend. Toch heeft 1 op de 5 stellen vruchtbaarheidsproblemen - en dat worden er steeds meer. In haar praktijk begeleidt Ingrid Schoonveld vrouwen met een onvervulde kinderwens. Schoonveld werkte al jaren in de communicatiesector...

Beter naar je gevoel (leren) luisteren deel 2

In het eerste deel van dit tweeluik las je waarom het een uitdaging kan zijn om naar je gevoel te luisteren. In dit tweede deel gaan we in op het maken van gezonde voedingskeuzen, door een situatie te creëren waarin je op je gevoel kunt leren vertrouwen. Belangrijke...

Medisch Dossier avatar

Over de auteur

Lees meer artikelen van Medisch Dossier