Subtiel bewegen gericht op je ademhaling kan grote voordelen opleveren voor je gezondheid, zegt Charlotte Watts.
Ademen beschouwen we vaak als iets vanzelfsprekends, maar het is een onderdeel van onze gezondheid dat we diepgaand kunnen beïnvloeden met eenvoudige bewegingen en ademhalingsoefeningen.
Ademen is in wezen een doorlopend getijdenritme, waarbij zuurstof in het lichaam wordt opgenomen tijdens de inademing en kooldioxide (CO2) vrijkomt tijdens de uitademing.
Het is het ademhalingssysteem dat ervoor zorgt dat vitale zuurstof je lichaam binnenkomt via je primaire ademhalingsorgaan, de longen, waarna het in de bloedbaan en uiteindelijk in je hele lichaam terechtkomt.
Optimaal werkende, gezonde longen nemen 12 tot 15 keer per minuut ongeveer een halve liter lucht op. Vervolgens leveren ze zuurstof aan het cardiovasculaire systeem, waarbij al het bloed in het lichaam elke minuut door de longen stroomt.
Je kunt je de longen voorstellen als zakken die zich met lucht vullen, maar qua textuur lijken ze meer op poreuze, elastische zeesponzen en hun beweging wordt vaak vergeleken met de pulserende beweging van een kwal. De rechter- en linkerlong zijn verschillend: de linker is kleiner, met het hart ertegenaan genesteld, en heeft slechts twee longkwabben, terwijl de rechter er drie heeft.
De longen zijn geen spieren; ze zijn afhankelijk van de beweging van het middenrif dat zich samentrekt en naar beneden beweegt richting de buik om het volume van de borstholte te vergroten. Hierdoor ontstaat een onderdruk, waardoor lucht de longen wordt ingezogen.
Deze actie wordt ondersteund door de buitenste tussenribspieren die zich samentrekken om ruimte te creëren in de borstkas.
De uitademing bestaat uit het loslaten van het middenrif dat terugveert, zodat de borstkas zich samentrekt waardoor CO2 naar buiten wordt geduwd. De binnenste tussenribspieren doen alleen mee door zich samen te trekken bij een geforceerde uitademing, zoals bij inspanning, paniek of bij specifieke ademhalingsoefeningen.
In een ontspannen toestand is er geen actie vereist; een volledige uitademing komt tot stand door de inademing geheel te volbrengen.
De vier ademhalingsfasen
Een gezonde ademhaling bestaat uit vier fasen:
- Inademing: het aanzuigen van lucht; idealiter zou dit soepel en continu moeten verlopen.
- Pauze na inademing: het stoppen van de luchtstroom, wat leidt tot het vasthouden van de lucht in de longen en opschorten van de beweging daar.
- Uitademing: net als bij inademing moet deze soepel en continu zijn; probeer de uitademing niet te forceren.
- Pauze na uitademing: de voltooiing van de cyclus, die eindigt als de pauze eindigt en een nieuwe inademing begint.
Bij een gespannen ademhalingspatroon wordt de pauze na het uitademen vaak onderbroken; er bestaat dan een neiging om met de volgende inademing te beginnen, voordat de uitademing is voltooid.
De ademhalingssnelheid bij een stressreactie is doorgaans ongeveer 18 à 25 ademhalingen per minuut; een rustademhaling is ongeveer 8 à 12 ademhalingen per minuut.
Deze versnelde, oppervlakkige ademhaling is een milde vorm van hyperventilatie, dat letterlijk ‘over-ademen’ betekent. Het kan leiden tot zowel het creëren van te veel zuurstof als het uitademen van te veel kooldioxide. We dienen simpelweg terug te gaan naar een langzamere, ontspannen ademhaling om een natuurlijk evenwicht mogelijk te maken.
Longgezondheid
De longen worden gevoed door zenuwen van het autonome zenuwstelsel (AZS), waardoor het proces op de achtergrond blijft draaien, zonder dat we bewust betrokken hoeven te zijn bij het regelen van essentiële functies, zoals ademhaling, hartslag en bloeddruk. De inademing wordt bepaald door het sympathische of activerende deel van het AZS (dat voor de vecht-of-vluchtreactie zorgt) en de uitademing door het kalmerende parasympatische systeem (dat zorgt voor rust en vertering).
Wanneer de ademhaling ontspannen is, is er een ritmisch evenwicht tussen de energiegevende inademing en de rustgevende uitademing. Maar als je constant op je hoede bent, zoals het geval is bij trauma of voortdurende stress, kun je ‘sympathisch dominant’ worden en meer naar adem gaan happen bij het inademen.
De hersenen eisen tot 25 procent van de zuurstof op die je inademt, dus je concentratie, aandacht en mentale prestaties kunnen lijden onder de verminderde efficiëntie van de ademhaling bij chronische stress.
Het ademhalingssysteem filtert ook stof, bacteriën en andere microben uit die een negatief effect kunnen hebben op onze gezondheid. Het heeft een beschermende slijmlaag en als daarin vervuiling wordt waargenomen, krijgt het zenuwstelsel het signaal om oppervlakkiger adem te halen ter bescherming, wat resulteert in minder zuurstoftoevoer naar de cellen.
Adembewustzijn cultiveren
Vele jaren geleden werd aangenomen dat het AZS niet kon worden beïnvloed door enig ander deel van het zenuwstelsel. Maar onderzoek naar yogi’s in India vanaf de jaren dertig toonde aan dat ze door meditatie, bewuste aandacht en manipulatie van de ademhaling hun hartslag konden vertragen.1
Het is nu algemeen aanvaard dat ademen de gemakkelijkste en meest directe manier is om het zenuwstelsel te beïnvloeden.2 Een recent overzicht van het onderzoek vond een sterke correlatie tussen een langzame ademhaling en ‘psychofysiologische flexibiliteit’, de mate van flexibiliteit en veerkracht die we hebben.
Dit verbindt parasympatische activiteit met emotionele stabiliteit en psychologisch welzijn.3
Neusademhaling
De ademhaling functioneert het best wanneer we zowel in- als uitademen door de neus, maar vooral de inademing is belangrijk. Koude lucht die de neus binnenkomt, koelt de frontale kwab van de hersenen af, wat de activiteit ervan kalmeert.
De lucht wordt vervolgens opgewarmd bij het binnendringen van de longen en het lichaam, waardoor wordt voorkomen dat weefsels samentrekken als reactie op kou, in plaats van zich te openen om volledige zuurstofopname mogelijk te maken.
Neusharen helpen voorkomen dat onzuiverheden het lichaam binnendringen en klieren in het binnenste van de neus vernietigen bacteriën. Het is ook alleen wanneer we via de neus inademen dat een stofje wordt geproduceerd dat stikstofmonoxide (NO) wordt genoemd.
Het opent de cellen in de longen, zodat die zuurstof kunnen ontvangen en het ondersteunt de bronchiale tonus, dus hoe goed de luchtwegspieren zich bij het ademhalen samentrekken en ontspannen.
NO heeft ook door het hele lichaam de functie om bloedvatspieren te ontspannen, waardoor de bloedstroom toeneemt en de bloeddruk daalt. Wanneer de ademhaling wordt gereguleerd, heeft dit een beschermend effect op het immuunsysteem.4
Beweging voor gezonde longen en luchtwegen
Beweging afgesteld op de ademhaling kan je helpen bewust te worden van je ademhaling en hoe je deze kunt verbeteren om parasympatische actie te stimuleren, die de zuurstoftoevoer verhoogt, vitale voedingsstoffen spaart, de hartslag verlaagt, spieren ontspant en een toestand van angst verlicht.
Een betere ademhaling zorgt voor gezondere longen, een goede verzekering tegen ademhalingsproblemen. Het verhoogde zuurstofgehalte in de longen kan leiden tot een betere afvoer van gifstoffen, slaap, herstel en immuunfunctie. Naarmate we ouder worden, krimpen de longcellen en nemen ze minder zuurstof op, dus we moeten deze capaciteit waar mogelijk maximaliseren.
BRONNEN
1 Circulation, 1961; 24: 1319–25
2 Front Hum Neurosci, 2014; 8: 770
3 Front Hum Neurosci, 2018; 12; 353
4 Chron Respir Dis, 2009; 6: 19–29
Oefeningen voor gezonde longen
De volgende oefeningen zijn ontworpen om de ademhaling te verbeteren door:
- Ondersteuning van gemakkelijke zuurstoftoevoer met volledige uitademingen, die volledige afgifte van CO2 mogelijk maken.
- Ondersteuning van een gezonde houding, zodat door de neus geademd kan worden in plaats van door de mond (wat de tegenwoordig vaak voorkomende neiging om het hoofd vanaf de schouders naar voren te buigen tegengaat).
- Ondersteuning van de volledige beweging van het middenrif en de tussenribspieren voor gemakkelijke ademhalingsbewegingen.
- Losmaken van de schouders en kaken, waardoor ook spanning in en rondom de ribbenkast en de middenrifspier verdwijnt.
![]() |