Geneesmiddelen als een lucratief verdienmodel

Farmaceuten gebruikten een vierstappenplan om goed verkopende geneesmiddelen te maken die hele leefgemeenschappen de das omdeden.

Williamson is een Amerikaans stadje in West-Virginia met zo’n 2800 inwoners. Een doodgewoon stadje, waar bijna nooit iets gebeurt wat de krant haalt. Totdat het in opspraak kwam vanwege het veelvuldige gebruik van opioïden: zware, morfineachtige pijnstillers. In de VS neemt het gebruik daarvan inmiddels epidemische vormen aan. Alleen al in Williamson gaven twee apotheken maar liefst 21 miljoen pillen uit. Niet voor niets wordt het stadje ook wel ‘Pilliamson’ genoemd.

De gevolgen van deze pillenslikkerij zijn desastreus. Hele leefgemeenschappen in de VS dreigen eraan onderdoor te gaan. De Amerikaanse overheid schat dat verslaving aan opioïden het land nu al bijna één biljoen euro heeft gekost aan verloren productiecapaciteit. Economen ramen dat daardoor 20 procent van de mannelijke beroepsbevolking niet deelneemt aan de arbeidsmarkt. Met andere woorden: een op de vijf mannen is als gevolg van een verslaving aan opioïden niet in staat om te werken. In West-Virginia is de situatie echt zorgelijk, vooral in plaatsen nabij Williamson. In het naburige Huntington lijdt 10 procent van de baby’s bij de geboorte al aan afkickverschijnselen.

Er zijn meer dan genoeg regels en voorzorgsmaatregelen. Hoe kon het dan toch gebeuren dat mensen zo massaal aan de zware pijnstillers gingen? Volgens onderzoeker Chris McGreal heeft een combinatie van vier factoren deze ellende veroorzaakt.

In zijn boek American Overdose (Public Affairs, 2018) beschrijft hij hoe het allemaal begon. Farmaceuten zoals Purdue Pharma, het bedrijf dat de bestseller oxycodon maakt, kwamen met de bewering dat chronische pijn een volksziekte was geworden, die zij konden behandelen met niet-verslavende opioïden die patiënten langdurig konden innemen.

Deze dubieuze ‘feiten’ moesten natuurlijk wel wetenschappelijk onderbouwd worden. Daarom haalden de farmaceuten onderzoekers en academici binnen om te ‘bewijzen’ dat hun beweringen inderdaad klopten. Dat deden ze door uitgebreid onderzoek te doen. Met de resultaten van dat onderzoek in de hand keurden regelgevende instanties zoals de Amerikaanse Food and Drug Administration (FDA) een hele reeks opioïden domweg goed als zijnde veilig, niet-verslavend en werkzaam.

En toen het licht eenmaal op groen stond, hadden ook artsen nog nauwelijks bedenkingen. Ze schreven de opioïden gewoon voor. En als ze al twijfels hadden, dan werden die weggemasseerd door financiële tegemoetkomingen en andere voordeeltjes, zoals computers en vakanties die vermomd werden als belangrijke bijeenkomsten. Op kosten van de farmaceuten.

Zo gaat het vaak in de wereld van de opioïden. Dat is de manier waarop grote geneesmiddelenproducenten veel nieuwe medicijnen op de markt brengen. En iedereen, ook de patiënten, wordt wijsgemaakt dat ze hun producten echt nodig hebben.

Fase 1: Verzin het probleem

De farmaceuten begonnen ermee te beweren dat chronische pijn een volksziekte was, die effectief en veilig met opioïden te behandelen is.
Deze tactiek heet in Amerika ‘condition branding’: het in de markt zetten van een ziekte. Daarbij wordt de omvang van de kwaal overdreven – of zelfs verzonnen – om maar een medicijn te kunnen verkopen dat al op de plank ligt of in de ontwikkelingsfase is.

Hoeksteen van de tactiek is het organiseren van bijscholingscursussen. Daarmee bevordert het bedrijf de ‘inburgering’ van een ziekte bij artsen, zodat ze ontvankelijk zijn voor de oplossing van het ‘probleem’. Wetenschappers van de Universiteit van Californië in San Diego deden onderzoek naar zo’n veronderstelde aandoening: hypoactive sexual desire disorder (HSDD) bij vrouwen. HSDD was onderwerp geweest van veertien (door de bedrijfstak betaalde) bijscholingsdagen voorafgaand aan de introductie van een geneesmiddel met de werkzame stof flibanserin (Addyi), dat het probleem zou kunnen oplossen.1 In Nederland is dit middel overigens niet op de markt gebracht.

De cursussen benadrukten dat het probleem vaak voorkomt én vaak niet herkend wordt. Vrouwen merken meestal niet eens dat ze het hebben, terwijl artsen de aandoening met behulp van een vragenlijst gemakkelijk kunnen vaststellen. Zo maakten ze de markt rijp voor het product, dat werd aangekondigd als een oplossing voor verminderde zin in seks bij vrouwen. Maar het probleem bestaat helemaal niet, zoals de onderzoekers ook al aangaven. ‘Er is helemaal geen wetenschappelijk vastgestelde standaard voor seksuele activiteit, gevoelens of lust, en er is geen enkel bewijs dat HSDD een medische aandoening is,’ concluderen ze.

Ook mannen ontspringen de dans niet. Zij blijken te kunnen lijden aan een testosterontekort. Maar gelukkig heeft de farmaceutische industrie ook daar een oplossing voor. Een verhoging van het testosteronniveau verkleint het risico op hartkwalen en verbetert seksueel functioneren, spierslapte, de stemming en de cognitieve vermogens, zo beweren farmaceuten. Maar er is geen enkel bewijs dat hun testosteronsupplementen iets uitmaken.

Wetenschappers onder leiding van Adriane Fugh-Berman van de Georgetown Universiteit namen 156 gecontroleerde onderzoeken onder de loep, die de effecten onderzochten van een laag testosteronniveau en de voordelen van supplementen in vergelijking met een placebo. Resultaat: het probleem bestaat niet. De supplementen en geneesmiddelen waren dus een verspilling van tijd en geld.2
‘De marketing begint soms al zeven tot tien jaar voordat een medicijn op de markt komt. Omdat het in Amerika wettelijk niet is toegestaan om reclame te maken voor een geneesmiddel voordat het op de markt komt, vermarkten ze gewoon de aandoening,’ aldus Fugh-Berman. In Nederland is reclame voor receptgeneesmiddelen helemaal verboden.

Vooral bij psychiatrische aandoeningen valt voor de farmaceutische bedrijfstak veel te halen. Volgens de DSM-5, de ‘bijbel’ voor de psychiatrische beroepsgroep waarin alle psychische problemen staan die je met medicijnen kunt behandelen, lijden mensen die moeite hebben met het wegdoen van spullen mogelijk aan een ‘verzamelstoornis’. En ongezeglijke kinderen zouden weleens slachtoffer kunnen zijn van de ‘disruptieve stemmingsdysregulatiestoornis’. Toen de DSM voor het eerst uitkwam in 1952, stonden er veertien aandoeningen in die je met medicijnen kunt behandelen. In de nieuwste uitgave, uit 2013, zijn dat er 250.

Fase 2: Bewijs het maar

Als iedereen eenmaal gelooft dat de fictieve ziekte echt bestaat, is het vrij makkelijk om te bewijzen dat er ook een remedie is.
Toen Marcia Angell redacteur was van het New England Journal of Medicine schatte ze dat er met 70 procent van de medische onderzoeken geknoeid was. Later schreef ze daarover: ‘Het is moeilijk om veel geloof te hechten aan het klinisch onderzoek waarover geschreven wordt, of te vertrouwen op het oordeel van betrouwbare artsen of gezaghebbende medische richtlijnen.’3

Aangezien de meeste klinische onderzoeken betaald worden door de farmaceut wiens product beoordeeld wordt, zal het u niet verbazen dat de resultaten altijd positief zijn. Wetenschappers die 56 studies naar medicijnen voor artrose opnieuw bekeken, zagen dat deze allemaal tot een gunstige conclusie kwamen.4 Alle onderzoeken werden betaald door de producenten van de medicijnen waarover ze gingen.
Bij een ander onderzoek bleek dat studies die door een farmaceutisch bedrijf waren gefinancierd, vier keer zo vaak een gunstig resultaat opleverden. Richard Smith, voormalig redacteur van het British Medical Journal, merkte op: ‘Er zijn sterke aanwijzingen dat de farmaceutische bedrijven gewoon het resultaat krijgen dat ze willen.’5

Farmaceuten gebruiken vaak marketingbedrijven om onderzoeksresultaten een positieve draai te geven. Zo krijgen ze de lovende beoordeling die ze nodig hebben om regelgevers en artsen te overtuigen. Bovendien bestaan de inkomsten van medische tijdschriften voor de helft uit het herdrukken van onderzoeken die hun sponsors (farmaceuten) onder artsen kunnen verspreiden.6 Het opnieuw afdrukken van één enkele studie kan een tijdschrift bijna 1 miljoen euro aan inkomsten opleveren, zegt Smith.7 Zo heeft iedereen er baat bij… behalve de patiënt natuurlijk.

Fase 3: Krijg goedkeuring

Als er eenmaal voldoende bewijs is verzameld dat een geneesmiddel veilig en werkzaam is, kunnen regulerende instanties zoals de FDA met een gerust hart hun goedkeuring hechten aan het gebruik op de vrije markt. Maar er zit een sinister kantje aan het verhaal.

De FDA baseert haar beslissing op het oordeel van haar adviesorganen. De meeste leden van die adviesorganen – waarin deskundigen zitten hebben – hebben nauwe banden met de farmaceutische bedrijfstak. Dat doet onmiddellijk de alarmbellen rinkelen. Zijn ze dan wel onafhankelijk? Ze krijgen namelijk ook een financiële tegemoetkoming als ze het geneesmiddel door de procedure weten te loodsen.

Het tijdschrift Science deed hier onderzoek naar. Het ontdekte dat leden van adviesorganen geldbedragen van farmaceuten ontvingen tussen de 1000 en 10.000 euro, oplopend tot 1 miljoen. En er waren andere ‘speciale’ bedankjes, bijvoorbeeld het betalen van hotel- en vliegkosten, een vergoeding voor een advies en het financieren van verder onderzoek. ‘Je doet iets voor een bedrijf omdat je erop vertrouwt dat zij een keer iets voor je terugdoen. En dat doen ze ook,’ aldus medisch ethicus Carl Elliott van de Universiteit van Minnesota.8

Fase 4: Zorg dat artsen het voorschrijven

Het ‘bewijs’ is er, het geneesmiddel is misschien al goedgekeurd, maar soms hebben artsen toch een zetje in de goede richting nodig om het middel voor te gaan schrijven.

ProPublica, dat onafhankelijke journalistiek bedrijft zonder winstoogmerk, schat dat farmaceuten tussen 2013 en 2016 zo’n 8 miljard euro aan artsen in de VS hebben uitbetaald om ze over te halen hun geneesmiddelen voor te schrijven en hun apparatuur te gebruiken. Het hoogste bedrag (ruim 51 miljoen euro) ging naar een orthopedisch chirurg, en een internist kreeg 3623 afzonderlijke betalingen.9

Maar niet alleen in de VS worden er douceurtjes voor het voorschrijven van medicijnen betaald. In het Verenigd Koninkrijk betaalden farmaceuten in één jaar 134 miljoen euro aan artsen als prikkel om hun geneesmiddelen voor te schrijven. Sommige medici incasseerden maar liefst 115.000 euro, zo onthulde registratiekantoor Disclosure UK.

Farmaceuten gaven gemiddeld 4,6 miljoen euro van hun marketingbudget uit aan lokkertjes: dat is 19 keer zoveel als aan onderzoek en ontwikkeling.

Door de publieke onrust over het te vaak voorschrijven van opioïden, geven farmaceuten tegenwoordig wel minder geld uit aan lokkertjes voor artsen. Maar dat is dus weleens anders geweest. Uit een analyse van CNN en de Harvard Universiteit bleek dat er tussen 2014 en 2015 honderden artsen in de VS beloningen van zes cijfers ontvingen voor het voorschrijven van zware pijnstillers, en nog eens duizenden kregen minimaal 22.000 euro voor hun inspanningen.

Het meest zorgelijke vinden de onderzoekers dat hoe vaker artsen opioïden voorschreven, hoe hoger de beloning was. ‘Ik weet niet of het geld de oorzaak van al dat voorschrijven is, of dat ze meer geld krijgen omdat ze vaker opioïden voorschrijven. Maar het kan hoe dan ook een vicieuze cirkel worden,’ aldus onderzoeker Michael Barnett van de Harvard T.H. Chan School of Public Health.10

Als laatste laten we Willis Duncan aan het woord. Chris McGreal deed onderzoek naar opioïden en interviewde hem. Ondanks dat Willis’ zoon en zijn vrouw zijn overleden aan de gevolgen van een verslaving aan zware pijnstillers, moest hij toegeven dat hij nog steeds niet in staat was om ermee te stoppen. Tegen McGreal zei hij: ‘Ze werkten allemaal samen: de artsen, de apotheken. Het kon ze geen donder schelen.’
En zo is het. Het gaat hier om geschaad vertrouwen. Geld en winst zijn belangrijker dan mensenlevens.

Bryan Hubbard

Literatuur:

1 J Med Ethics, 2015; 41: 859-862
2 PLoS One, 2016; 11: e0162480
3 New York Review of Books, 15 januari 2009
4 Arch Intern Med, 1994; 154: 157-163
5 PLoS Med, 2005; 2: e138
6 PLoS Med, 2010; 7: e1000355
7 BMJ 2003; 326: 1202-1205
8 Science, 5 juli 2018
9 Dollars for Docs; https://projects.propublica.org/docdollars
10 CNN, 11 maart 2018

Wilt u dit artikel lezen?

Als abonnee kunt u dit artikel gratis lezen door in te loggen op uw account. Nog geen abonnee? Sluit nu een abonnement af.

Andere artikelen van Bryan Hubbard

De medicijnen zijn heerlijk

Het Laatste woord: De illusie van de goochelaar

Het laatste woord; Is het beter om niets te voelen?

Het laatste woord

Artsen weten wel beter

Marktwerking en zorg?

Veel politici spreken zich uit over marktwerking in de zorg. Volgens sommigen helpt concurrentie om kosten te beteugelen. Volgens anderen leidt het juist tot meer kosten en minder kwaliteit. De uitspraken van voor- en tegenstanders zijn niet altijd onderbouwd. Ten...

Gastcolumn: Emoties kun je als voedsel verteren

Er is de afgelopen jaren een gestage toename te zien van het aantal mensen dat psychische aandoeningen ontwikkelt.1 Dat is zorgelijk, maar eigenlijk ook relatief eenvoudig te veranderen. De kern van het probleem is dat veel mensen hun emoties niet adequaat kunnen...

De borsten

Zacht, rond, fier, stevig, klein, hangend, veranderd of zelfs afwezig na een operatie… Borsten zijn er in vele prachtige soorten en maten. Ze bestaan uit vetweefsel, bindweefsel, ligamenten én borstklieren; elke borst is gevuld met zo’n vijftien tot twintig lobben die...

Holistische hulp bij een kinderwens

Zwanger worden, het lijkt zo vanzelfsprekend. Toch heeft 1 op de 5 stellen vruchtbaarheidsproblemen - en dat worden er steeds meer. In haar praktijk begeleidt Ingrid Schoonveld vrouwen met een onvervulde kinderwens. Schoonveld werkte al jaren in de communicatiesector...

Beter naar je gevoel (leren) luisteren deel 2

In het eerste deel van dit tweeluik las je waarom het een uitdaging kan zijn om naar je gevoel te luisteren. In dit tweede deel gaan we in op het maken van gezonde voedingskeuzen, door een situatie te creëren waarin je op je gevoel kunt leren vertrouwen. Belangrijke...

Bryan Hubbard avatar

Over de auteur

Bryan Hubbard studeerde filosofie aan de universiteit van Londen. Hij is de echtgenoot van Lynne McTaggart en samen zijn zij directeur van twee uitgeverijen, WDDTY Publishing Ltd en New Age Publishing Ltd. Hij is uitgever van het maandblad What Doctors Don’t Tell You. ( Het moederblad van Medisch Dossier)
Lees meer artikelen van Bryan Hubbard