Louis Pasteur ging in de 19e eeuw ervan uit dat alle ziekten te wijten zijn aan onzichtbare micro-organismen. Zijn opvatting werd weerlegd door de theorie van een tijdgenoot, Antoine Béchamp. Die voorspelde met angstaanjagende precisie onze huidige kijk op gezondheid en ziekte, waarin veel meer factoren een rol spelen.
ijna iedereen, overal ter wereld, kent de ‘ziektekiemtheorie’. Maar bijna iedereen vergeet dat het slechts een theorie is. De ziektekiemtheorie werd ontwikkeld door de beroemde 19e-eeuwse Franse scheikundige Louis Pasteur. Deze theorie stelt dat micro-organismen die in de lucht, de bodem en het water voorkomen, de primaire oorzaak zijn van alle ziekten.
Deze micro-organismen kunnen bacteriën zijn, maar ook virussen en andere ziekteverwekkers. Ze dringen de ‘steriele’ omgeving van het menselijk lichaam binnen, zoals Pasteur dat noemde. Daar vermenigvuldigen ze zich en verstoren het inwendige milieu, waardoor we ziek worden.
Het schijnt dat Pasteur nooit iemand de hand schudde, om niet besmet te raken met ziektekiemen. Vandaag de dag zijn veel mensen doodsbang voor onzichtbare ziekteverwekkers. Er is zelfs een woord voor: smetvrees.
In 2020 werd de wereldmarkt voor antibacteriële producten geschat op ongeveer 27 miljard dollar: een direct gevolg van de ziektekiemtheorie. Na de corona-uitbraak is de vraag naar desinfectie-middelen enorm gegroeid en naar verwachting zal die de komende jaren alleen maar verder stijgen.
Als je van de kiemtheorie uitgaat, moet je je natuurlijk verdedigen tegen ziekteverwekkers. Dat kan door vaccinatie, door het ‘steriel maken’ van je omgeving en het fysiek vermijden van plekken met veel ziekteverwekkers, zoals dieren, boerderijen en andere vieze plaatsen. Krijg je tóch een bacteriële of virale infectie? Dan neigen mensen algauw naar medicijnen die het specifieke micro-organisme aanvallen, uitschakelen en doden. En sinds de coronapandemie beschouwen sommigen vaccinatie als de enige verdediging tegen het SARS-CoV-2-virus.
Maar tegenover deze kiemtheorie staat de ‘terreintheorie’. Die theorie is gebaseerd op het onderzoek van de Franse arts, chemicus en celonder-zoeker Antoine Béchamp. In deze visie is ziekte een gevolg van stressfactoren – emotionele, psychische en lichamelijke – die het homeostatisch evenwicht in het menselijk lichaam (het ‘terrein’) verstoren.
Van binnen gevoelig voor ziekten
Milieuvervuiling, landbouwchemicaliën, levensmiddelenadditieven, gifstoffen, elektro-magnetische straling, emotionele stress, overwerken, medicijnen: ze hebben allemaal een schadelijke invloed op de cellen van ons lichaam. Volgens Béchamp bevinden zich in onze cellen ‘microzymen’: levende korrelvormige structuren die hij in alle cellen onder zijn microscoop aantrof. Deze microzymen reageren op toxische stressfactoren van buitenaf: ze veranderen in schadelijke bacteriën en virussen, die vervolgens ontstekingen en ziekten in ons lichaam veroorzaken.
‘Het terrein van het lichaam is wat die vormverandering van de cellen en de productie van exosomen en bacteriën mogelijk maakt, makkelijker maakt of stimuleert’, zegt Erin Singh van Options
Naturopathic Clinic in Ohio. ‘Er zijn in de loop der geschiedenis altijd mensen geweest met dit alternatieve gezichtspunt, maar als je van de dominante ziektekiemtheorie uitgaat, klinkt het nogal bizar.’
Een van de vroege aanhangers van Béchamps werk was de bekende Schotse patholoog William Russell. Hij ontdekte de ‘parasiet van kanker’, die zich uit voorheen normale cellen leek te ontwikkelen.
![]() |
Royal Raymond Rife, de uitvinder van de beroemde Rife-microscoop, bevestigde Béchamps bewering dat bacteriën van vorm kunnen veranderen in menselijke weefsels.
De Duitse zoöloog Gunter Enderlein bevestigde dat micro-organismen voortkomen uit hele kleine proteïnedeeltjes: de ‘microzym’ van Béchamp. Alleen hij noemde ze ‘protit’. Gaston Naessens, een 20e-eeuwse Canadese microbioloog, bestudeerde bloedmicroben die van vorm veranderden. Hij noemde die ‘somatiden’.
Robert O. Young uit Californië heeft de pleomorfe activiteit (de veelvormigheid) van bacteriën en andere micro-organismen vastgelegd. Hij is natuurgeneeskundige, celonderzoeker en pionier in het onderzoek naar pleomorfisme.
‘De anatomische elementen waaruit levende cellen zijn opgebouwd, kunnen van vorm veranderen afhankelijk van de omgeving, waardoor bacteriën ontstaan, waardoor gist ontstaat, waardoor schimmel ontstaat’, zegt Young.
‘Ik zie cellen onder de microscoop van vorm veranderen onder invloed van omgevingsinhoud, omgevingscontext en biochemie. Als dat klaar is, zie ik exosomen ontstaan. Ik zie schimmels ontstaan. Ik zie bacteriën ontstaan. Ik zie gist ontstaan. Dat zijn gewoon uitingen van veranderingen in de omgeving waaraan ze worden blootgesteld.’
Exosomen zijn minuscule blaasjes, dus kleine, met vloeistof gevulde zakjes of nanodeeltjes, afkomstig van verschillende celtypen in het lichaam, waaronder stamcellen.
Twijfels over de kiemtheorie
Inmiddels is er steeds meer onderzoek dat het werk van Béchamp en de wereld van de pleomorfe micro-organismen geloofwaardig maakt. Zo blijkt uit recent onderzoek naar exosomen dat ze erg op virussen lijken.1 En de beschrijving van exosomen en hoe ze worden geproduceerd, namelijk dat ze uit gewone cellen worden geperst of ‘afgeknepen’, lijkt verdacht veel op waar Béchamp en tegenwoordig ook Young en andere onderzoekers het over hebben.
Al decennialang zie je dat de wetenschap vraagtekens plaatst bij de kiemtheorie en de daaruit voortvloeiende farmaceutische aanpak van ziekten. Onderzoekers maken zich zorgen dat weefselmonsters die zijn onderworpen aan kleurstoffen, sterk reagerende chemicaliën en een elektronenmicroscoop (die alleen naar dode cellen kijkt, aangezien levende cellen het onderzoeksproces niet overleven) niet de werkelijkheid weergeven.
Elektronenmicroscopische vlekjes die als virussen worden geïdentificeerd, zouden brokstukken van dode eiwitten of deeltjes van cellulaire resten kunnen zijn. En er zijn ernstige twijfels over de vraag of de resultaten van reageerbuisonderzoek met virussen kunnen worden gerepliceerd in een levend organisme.
Al in 1968 nam het prestigieuze medische tijdschrift The Lancet de kiemtheorie onder vuur: ‘De kiemtheorie van ziekten […] is een al te grote versimpeling. De kiemtheorie is een dogma geworden, doordat ze de vele andere factoren buitensluit die een rol spelen bij de beoordeling of het samenspel tussen gastheer-kiem-omgeving tot een infectie leidt.’2
En dan is er nog de niet onbelangrijke kwestie van de ‘steriele omgeving’ van het menselijk lichaam, die bij Pasteur de basis vormde voor zijn ziektekiemtheorie. Hij dacht dat het lichaam vrij was van alle ‘besmetting’ door micro-organismen, behalve als die het lichaam aanvielen.
![]() |
Een oude rivaliteitDe bekende Franse scheikundige Louis Pasteur, geboren in 1822, was de grondlegger van de pasteurisatie: de toepassing van hitte om ziekteverwekkers in voedsel en dranken te vernietigen. Hij propageerde de kiemtheorie en ontwikkelde de eerste vaccins. Hij deed onderzoek naar het gistingsproces van alcohol. Zo ontdekte hij dat gist onmisbaar is voor het proces van fermentatie. En ook dat bier, melk en wijn bederven door de groei van micro-organismen in deze dranken. Zijn onderzoek naar de verontreiniging van dranken door micro-organismen bracht hem tot de conclusie dat ziekten bij de mens ook door dit soort verontreinigingen werden veroorzaakt. Uiteindelijk kwam Pasteur tot de overtuiging dat elke ziekte die de mens kende, te wijten was aan een bepaald micro-organisme: een onzichtbare ziektekiem in de lucht met één bepaalde fysieke verschijningsvorm, die in staat was het menselijk lichaam binnen te dringen en de weefsels te bederven en zo ziekte te veroorzaken. Hij noemde ze ‘luchtkiemen’. Zes jaar voordat Pasteur de kiemtheorie bedacht, kwam de Franse arts Antoine Béchamp tot een andere conclusie. Béchamp was destijds hoofd van de katholieke faculteit Geneeskunde van de Universiteit Lille Nord in Frankrijk. Hij concludeerde dat de schimmels die verantwoordelijk waren voor het gistingsproces ofwel zelf levende organismen waren, ofwel levende organismen bevatten en van vorm veranderden, afhankelijk van de omstandigheden van het middel waarin ze werden bewaard. Als cytoloog (gespecialiseerd in de studie van cellen) ontdekte Béchamp uiteindelijk kleine, ronde, korrelige lichaampjes in de meeste cellen, die het vermogen hadden om gisting op gang te brengen. Hij noemde deze kleine stofachtige maar reflecterende deeltjes ‘microzymen’. Uiteindelijk ontdekte hij dat microzymen onder bepaalde omstandigheden in staat waren zich om te vormen tot bacteriën. Béchamp verwees de ‘luchtkiemen’ van Pasteur stilletjes naar het rijk der fabelen en verkondigde aan de wetenschappelijke gemeenschap dat ‘microzymen’ de georganiseerde, levende deeltjes waren waaruit alle leven en alle ziekten voortkwamen. Wanneer stress en andere vervuilende invloeden het homeostatisch evenwicht in het menselijk lichaam verstoren, dacht Béchamp, dan worden de microzymen die al in onze cellen aanwezig zijn, aangespoord om hun pathologische vorm aan te nemen: ze veranderen in bacteriën en virussen, en veroorzaken zo van binnenuit ziekten. De bevindingen van Béchamp stonden haaks op de medische denkwijze van die tijd, terwijl de theorieën van Pasteur daar nauw bij aansloten. Zodoende werden medicijnen en vaccins al snel populair in de strijd tegen de enge, onzichtbare luchtkiemen van Pasteur. Pasteur stierf op 73-jarige leeftijd als een beroemd man. Béchamp stierf op 91-jarige leeftijd als een weliswaar gerespecteerd, maar grotendeels genegeerd wetenschapper. |
Meer microben dan mens
Tegenwoordig weten we dat het menselijk lichaam, dat naar schatting uit zo’n 37,2 biljoen cellen bestaat, minstens tien keer zoveel bacteriën, schimmels, gisten en protozoa bevat. En ze vormen 1 tot 3 procent van de ons gewicht. Dat betekent dat een volwassene van 90 kilo zo’n 1 tot 3 kilo aan bacteriën bij zich draagt: zeg maar 1 tot 3 pakken suiker.3
In het boek 10% human: how your body’s microbes hold the key to health and happiness (Harper, 2015) beschrijft Alanna Collen hoe de gigantische inwendige kolonies van microben die we bij ons dragen niet alleen ons immuunsysteem beïnvloeden, maar ook dingen als ons gewicht, onze geestelijke gezondheid en zelfs onze partnerkeuze!
Het menselijk lichaam is allesbehalve een ‘steriele omgeving’. Het menselijk micobioom is inmiddels een bekend fenomeen, en we weten dat we een heleboel bacteriën in ons lichaam hebben, vooral in onze darmen.
Maar slechts weinig mensen weten dat virussen een van de meest voorkomende micro-organismen op aarde zijn. Mensen hebben een enorm aantal virussen bij zich zonder daar ziek van te worden: zo’n 1.013 deeltjes per persoon.4 Uit onderzoek blijkt dat we zelfs virussen zoals hepatitis B in het viroom van ons lichaam kunnen meedragen zonder dat we symptomen hebben.5
We weten intussen ook dat bacteriën, schimmels, virussen en andere micro-organismen ongelooflijk belangrijk zijn. Ze helpen bij van alles en nog wat, van voedsel verteren tot het onderhouden van een gezond voortplantingssysteem. Ze beschermen ons ook tegen infecties.
Uit onderzoek blijkt dat baby’s die tijdens hun eerste levensjaar worden blootgesteld aan ziektekiemen in huis, huidschilfers van knaagdieren en kakkerlak-allergenen, minder risico lopen om later in hun jeugd astma en allergieën te ontwikkelen.6 Kinderen die met honden en katten opgroeien, zijn zelfs gezonder dan kinderen die in een ‘hygiënischer’ huishouden worden grootgebracht.7
Kiemvrije muizen en met antibiotica behandelde muizen ontwikkelen afwijkingen in hun darmkanaal door de afwezigheid van darmbacteriën. Want die bacteriën hebben belangrijke functies, zoals het afgeven van signaalstoffen.8
Het microbioom levert zelfs meer genen die zorgen dat de mens kan overleven, dan het menselijk genoom zelf.9 Dat betekent dat het hoog tijd is om de kiemtheorie van Pasteur eens kritisch tegen het licht te houden.
De 7 doktersCOWS is een Engels acroniem dat Robert O. Young gebruikt voor wat hij ‘de 7 dokters’ noemt: Chlorophyll, Clay, Oxygen, Oil, Water, Salt en Sexercise. In het Nederlands: chlorofyl (bladgroen), klei, zuurstof, olie, water, zout en seksbeoefening. ‘Dit zijn de 7 natuurlijke middelen die je in je leven moet implementeren als je gezond wilt leven’, zegt hij. Chlorofyl zit in groene bladgroenten en heeft een chemische structuur die lijkt op het niet-eiwit (zuurstofbindende) deel van hemoglobine. Het helpt de productie van hemoglobine in het lichaam te verhogen. Het belangrijkste verschil tussen hemoglobine en chlorofyl is dat de eerste rijk is aan ijzer en de tweede aan magnesium.1 Young adviseert montmorillonietklei als een goede chelator voor gifstoffen. De oliën die hij aanbeveelt, zijn onder andere zwartekomijnolie (of zwartzaadolie), broccolizaadolie, hennepzaadolie en boragezaadolie. Avocado- en olijfolie zijn ook goed genoeg. Al deze plantaardige oliën zijn sterk meervoudig onverzadigd. En ze helpen voor een gezonde zuurgraad (pH-waarde) in je lichaam: die moet volgens Young niet onder de 7,35 dalen. Je kunt dat meten met urine pH-teststrips. Zorg voor voldoende zuurstof door goede aerobe lichaamsbeweging. Liefst niet in de stad, vanwege de luchtvervuiling daar. Water moet gezuiverd zijn. En kies natuurlijk zeezout, dat is het beste zout. ‘Over de laatste S zegt Young: ‘Dat moet iedereen zelf bepalen.’ Bron |
De simpele logica van de terreintheorie
Op het eerste gezicht klinken de bevindingen van Béchamp, Rife, Enderlein en Young ons misschien vreemd in de oren. Maar als je even niet denkt aan pleomorfisme, microzymen en exosomen, je niet afvraagt of die wel bestaan en wat de implicaties ervan zijn, maar je alleen concentreert op het uitgangspunt van de terreintheorie – namelijk dat een gezond lichaam staat of valt met een gezonde interne en externe omgeving – dan is het moeilijk om de simpele logica ervan te betwisten.
Tegenwoordig weet iedereen dat een westers voedingspatroon met veel geraffineerde suikers en geraffineerde tarweproducten, pesticiden, conserveringsmiddelen en voedseladditieven, liters frisdrank en ook nog werken in een vervuilde stedelijke omgeving onder hoge stress niet de beste formule is om gezond te blijven.
Een goed uitgebalanceerd eetpatroon met veel verse biologische groenten en fruit wordt gezien als een basisvoorwaarde om gezond te blijven, net als voldoende hydratatie (vochtinnname) met schoon water, de nodige lichaamsbeweging en voldoende slaap. Het zijn allemaal belangrijke punten in het ‘handboek voor goede gezondheidspraktijken’ van een arts die zich op de terreintheorie baseert, samen met vele andere zaken, zoals zorgen voor een alkalisch pH-niveau in het lichaam.10
‘Ziekten ontstaan binnenin ons en vanuit ons door leefstijlkeuzes. Wat je eet, wat je drinkt, wat je inademt, wat je denkt, wat je voelt, wat je gelooft: al die factoren dragen daaraan bij’, zegt Young.
‘Als je je energiek wilt voelen en je leven lang wilt sporten zonder pijn en ellende, kijk dan naar wat konijnen eten. Ze eten groenten, groenten en nog eens groenten. Alle sterke dieren, van de gorilla tot de olifant, eten planten; daarom zijn ze zo sterk. Je kunt nou eenmaal niet dezelfde prestaties leveren op een sportdrankje of een proteïnereep.’
Natuurlijk zijn Young, Singh en andere voorstanders van de terreintheorie het erover eens dat ook medicijnen veel schade kunnen aanrichten op het gezonde terrein van het menselijk lichaam. De eindeloze hoeveelheid medicatie die patiënten van hun geboorte tot hun dood krijgen toegediend, zijn allemaal gebaseerd op de kiemtheorie.
‘De wereld zit nog vast in de denkwijze uit de zestiende en zeventiende eeuw, toen microben net waren ontdekt’, zegt Singh.
‘We zitten gevangen in een taal van oorlog, van wij-zij-denken en van verdediging, waar het medisch jargon zo van vergeven is dat mensen er geen afstand van kunnen nemen. Ze beseffen niet dat hun microbioom deel uitmaakt van het menselijk wezen.
‘We praten over het microbioom alsof het los staat van ons, maar in werkelijkheid is het een verlengde van ons lichaam. We zijn een soort kolonies van leven; alle leven op aarde is één samenhangend geheel, ook al hebben we afzonderlijke lichamen, entiteiten en soorten.’
Probiotica in plaats van antibioticaJenifer Hartz (55) uit Florida is een schoolvoorbeeld van een patiënt die haar medische zoektocht begon helemaal gebaseerd op Pasteurs kiemtheorie. Toen ze op de middelbare school zat, kreeg ze last van sinusinfecties, die een paar keer per jaar terugkwamen. Elke keer was ze minstens een week ziek. ‘Het water liep uit mijn ogen, zo erg dat ze dik en rood werden’, vertelt ze. ‘Mijn hele gezicht deed zo’n pijn dat ik alleen maar in bed kon liggen en probeerde niet te bewegen.’ Elke keer dat ze sinusitis had, kreeg ze een antibioticakuur voorgeschreven. Maar na verloop van tijd nam de frequentie van de infecties alleen maar toe: ze kreeg alweer een nieuwe infectie als de vorige net voorbij was. Ze kreeg ook steeds vaker blaasontsteking, en vervolgens een ernstige bronchitis. Ze slikte bijna voortdurend antibiotica, jaar in, jaar uit. En haar toestand werd alleen maar erger. Uiteindelijk besloot ze, op aanraden van haar massagetherapeut, om naar natuurgeneeskundig arts Erin Singh te gaan. ‘Mijn eerste bezoek duurde anderhalf uur’, zegt Jenifer. ‘Ze wilde weten wie ik was en waar ik mee zat. Ze behandelde me niet als een nummer, zoals alle gewone artsen deden.’ Singh begon aan de behandeling van Jenifers verschillende infecties. ‘Het eerste grote ding dat ze deed, was me een super probiotisch middel geven. Ik weet nog dat ik, toen ik het twee dagen geslikt had, me totaal anders voelde.’ ‘Jenifer at relatief gezond’, zegt Singh, ‘maar er waren emotionele problemen die niet werden aangepakt, waardoor de chronische infecties bleven opspelen. Elke keer als de symptomen begonnen, ging ze naar de dokter en kreeg ze weer antibiotica, waardoor het proces stopte en daardoor werd ze nooit echt beter. ‘Als mensen maar genoeg corticosteroïden of antibiotica nemen, verliest hun lichaam het vermogen om de gifstoffen af te voeren die door verschillende stressfactoren worden veroorzaakt. En dan raken ze verstopt met gifstoffen. En zo ontstaat chronische ziekte.’ Singh ontdekte dat er verschillende redenen waren waarom Jenifer ziek werd: dat was niet omdat ze ‘iets opliep’ of ‘geïnfecteerd raakte met een virus’. De zware stress van haar werk als lerares op een middelbare school verzwakte haar immuunsysteem, dat al was aangetast door de antibioticakuren die ze in de loop der jaren had gehad. ‘Het heeft een paar jaar geduurd om alles op orde te krijgen. Maar nu heb ik al een hele tijd geen blaasontsteking of sinusitus meer gehad, ook al wemelt het hier in Florida van de pollen’, vertelt Jenifer. In het begin was het moeilijk om de adviezen van Singh op te volgen met haar ‘houd-het-terrein-gezond-aanpak’: Jenifer mocht geen tarwe meer gebruiken en moest op een koolhydraatarm dieet overstappen. Maar nu merkt ze wat dat oplevert. ‘Er gebeurt weleens iets waardoor ik gestrest raak, maar ik heb het snel door als ik gespannen ben en een wandeling moet gaan maken of iets moet doen om te ontspannen. Het lukt me echt snel om mezelf weer op het goede spoor te krijgen. ‘Mijn leven ziet er nu heel anders uit.’ |
Door: Jeanne Logue