Lithium is een mineraal waarover vaak geringschattend wordt gesproken als een sterk verouderde behandeling voor psychiatrische aandoeningen, maar Cate Montana heeft ontdekt dat het een wondermiddel is voor van alles en nog wat – van fibromyalgie, clusterhoofdpijn tot alcoholisme.
Tientallen jaren lang was lithium dé behandeling voor bipolaire stoornis.
Het voorkomt zelfbeschadiging en zelfdoding bij manisch-depressieve (bipolaire) patiënten vaker dan de tegenwoordig frequent voorgeschreven middelen als quetiapine, valproaat en olanzapine, waar farmaceutische bedrijven miljarden aan verdienen.1
Veel artsen, onder wie Jeffrey Dach, medisch directeur van een kliniek in Florida en een strijder voor de rechten van patiënten, zijn voorstanders van het gebruik van lithium. Zij stellen het gebruik van een aantal andere medicijnen voor de behandeling van stemmingsstoornissen en andere psychiatrische ziektes keihard aan de kaak. Want er is een veel effectiever, veiliger en goedkoper medicijn beschikbaar.
‘De meeste van die medicijnen zijn niet effectief, dus nutteloos, en ze veroorzaken afschuwelijke bijwerkingen,’ zegt Dach. ‘De middelen die tegenwoordig bij psychose worden gebruikt, zoals Haldol, Risperdal, Seroquel en Zyprexa, kunnen als chemische lobotomie (een lobotomie is een hersenoperatie die vroeger in de psychiatrie werd gebruikt) of chemische dwangbuis werken voor gevaarlijke gekken, maar ze zijn ongeschikt voor kinderen en andere slachtoffers van het medische systeem die de vergissing maakten om hulp te vragen voor hun stemmingsstoornissen of andere emotionele problemen.’
Op openbare forums over bipolaire stoornis zijn honderden getuigenissen te vinden van voorstanders van behandeling met lithium. Want behalve de voordelen ervan voor de geestelijke gezondheid, heeft klinisch onderzoek laten zien dat lithium goede en snelle pijnverlichting geeft bij patiënten met fibromyalgie,2 heel effectief is bij traumatisch hersenletsel (dat wil zeggen door een oorzaak buiten het lichaam),3 de achteruitgang tegengaat van zenuwweefsel, zoals bij een beroerte,4 en de ziekte van Alzheimer kan vertragen en misschien zelfs kan voorkomen.5
Lithium blijkt ook verbazingwekkend effectief bij clusterhoofdpijn.6 Ward Dean, de schrijver van The Unique Safe Mineral with Multiple Uses (Het unieke, veilige en veelzijdige mineraal) toont aan dat lithium ook met succes is gebruikt om lage aantallen witte bloedcellen te verhogen, en dat het een positieve rol kan spelen bij de behandeling van migraine, alcoholisme en leveraandoeningen.
‘Elke keer dat ik op het werk het woord “lithium” noemde, keken de mensen moeilijk, ze trokken hun neus op en maakten zich uit de voeten,’ vertelt Dach. ‘Waarom? Omdat de meeste mensen lithium associëren met psychiatrische aandoeningen en met de nare bijwerkingen van lithiumcarbonaat, dat meestal wordt gebruikt voor bipolaire stoornis. En dát is de oorzaak van het grote misverstand.’
Verschillende vormen van lithium
Lithium is een zacht, zilverwit metaal, dat hoort bij de groep van de alkalimetalen, die weer te rangschikken zijn onder de mineralen. Het gaat gemakkelijk een verbinding aan met sommige andere elementen en dan ontstaat er bijvoorbeeld lithiumzout, zoals lithiumcarbonaat, lithiumorotaat (lithium gebonden aan orootzuur: een verbinding die in de hersenen van de mens wordt gemaakt), lithiumaspartaat en lithiumnitride.
Het element lithium komt van nature voor in de bodem, in zeewater, en in zeer kleine hoeveelheden in de meeste planten en dieren. Dat lithium effectief is bij de behandeling van stemmingsstoornissen werd in 1948 ontdekt door John Cade, een Australische psychiater. Omdat het een enorm kalmerende werking heeft op bipolaire patiënten kwam hij zelfs met de theorie dat deze psychische stoornis veroorzaakt zou kunnen zijn door een tekort aan lithium.
Cade concentreerde zijn onderzoek op het gebruik van lithiumcarbonaat, en het zou nog jaren duren voordat er een standaardprotocol was ontwikkeld dat voorschrijft dat de lithiumgehaltes in het bloed regelmatig moeten worden gecontroleerd. In die experimentele fase veroorzaakte het langdurige gebruik van hoge doses lithiumcarbonaat voor bipolaire stoornis soms vergiftiging en nierfalen. Soms overleden patiënten zelfs hieraan. Als gevolg hiervan werd deze verbinding in veel kringen als verdacht beschouwd. Tot 1970 was lithiumcarbonaat zelfs verboden in de VS.
Het hielp ook niet echt dat lithium een goedkope, natuurlijk voorkomende stof is, zodat farmaceutische bedrijven er geen patent op konden aanvragen om het voor commerciële doeleinden te gebruiken. Niemand kon echter ontkennen dat lithium effectief is bij wat vroeger ‘manische depressie’ werd genoemd. Uiteindelijk werd lithiumcarbonaat, met de juiste controles en bloedonderzoeken, de gouden standaard voor de behandeling van bipolaire stoornis.
Er zijn tot op heden honderden klinische onderzoeken met lithium uitgevoerd, waarvan de meeste gericht waren op het gebruik van lithiumcarbonaat. Hoewel lithium altijd lithium blijft, in welke verbinding ook, hebben maar heel weinig laboratoria de effectiviteit van andere lithiumverbindingen onderzocht – tenminste, tot aan de jaren zeventig van de twintigste eeuw, want toen besloot de Duitse alternatieve geneeskundige Hans Nieper om dat wel te doen.
‘Nieper experimenteerde met het gebruik van lithium verbonden aan acetaat of orotaat,’vertelt Jonathan Wright, medisch directeur van een kliniek in Seattle.‘Het blijkt dat deze lithiumverbindingen de lichaamscellen kunnen binnengaan, zodat lithium ook intracellulair aanwezig is. Bij lithiumcarbonaat is dat anders: dat blijft bijna volledig buiten de cellen – want de carbonaatverbinding kan moeilijk door de celwand heendringen en wordt slechter door het lichaam opgenomen.’
Lithiumorotaat wordt ook langzamer door door het lichaam uitgescheiden dan de carbonaatverbinding, wat zowel voor- als nadelen heeft. Peter Smith, een holistisch gezondheidsadviseur en voedingstherapeut uit Londen, legt uit: ‘Het is goed om een stof te hebben die langzaam wordt uitgescheiden, omdat de dosis dan mooi evenredig over de dag wordt verdeeld. Maar als je een overdosis neemt, is het wel moeilijker om die kwijt te raken.’
Het sleutelwoord is hier ‘overdosis’. Gelukkig hoeven patiënten niet zoveel lithiumorotaat als lithiumcarbonaat in te nemen om hetzelfde resultaat te bereiken, aangezien de orotaatverbinding gemakkelijker door het lichaam wordt opgenomen en langer aanwezig blijft. Dit betekent dat de kans op een giftige overdosis bij lithiumorotaat aanzienlijk kleiner is.
In de psychiatrie is de aanbevolen standaarddosis lithiumcarbonaat bij bipolaire stoornis 900 tot 1200 mg per dag. Maar volgens Smith bestaat lithiumcarbonaat maar voor 18,8 procent uit lithium; de rest is carbonaat. De standaarddosis van lithium zelf varieert dus tussen 170 mg en 225 mg per dag: een dosering die in het hele vakgebied als veilig en aanvaardbaar wordt beschouwd voor de langdurige behandeling van bipolaire stoornis.
Smith daarentegen schrijft slechts 30 mg lithiumorotaat per dag voor om de hersenen gezond te houden, en maximaal 120 tot 240 mg per dag voor de behandeling van bipolaire stoornis. Omdat lithiumorotaat ongeveer 4 procent lithium bevat en de rest orotaat is, komen deze doseringen overeen met ongeveer 1 mg lithium voor algemene doeleinden, en ongeveer 5 tot 9 mg lithium per dag voor de behandeling van bipolaire stoornis (vergeleken met de hierboven genoemde 170 tot 225 mg bij lithiumcarbonaat). Zulke lage doses betekenen dat de kans op bijwerkingen veel kleiner is, terwijl het middel toch effectief is.
Over angstige gevoelens heenstappen
Smith kwam voor het eerst lithiumorotaat tegen toen hij op zoek was naar een behandeling voor zijn eigen bipolaire stoornis. Hij hoorde al jaren verhalen over mensen die langdurig hoge doses lithiumcarbonaat kregen voorgeschreven en vervolgens kampten met vergiftigingsproblemen. Ondanks zijn opleiding en beroep was hij ervan overtuigd dat lithium – in welke vorm dan ook – een giftige stof was die je koste wat het kost moest vermijden.
Maar toen begon hij de klinische onderzoeken te bestuderen. ‘Het eerste wat ik ontdekte, is dat lithium heel goed helpt bij mensen met PTSS (posttraumatische stressstoornis),’ zegt hij. ‘Veel antidepressiva verhogen het risico op zelfdoding. Maar lithium is juist een medicijn waarvan bekend is dat het de kans op zelfdoding verlaagt. Zoals bekend komen zelfmoordgedachten vaak voor bij getraumatiseerde oorlogsveteranen en andere mensen met een ernstig trauma. En deze mensen maken ook vaker dan gemiddeld een einde aan hun leven.’
Het volgende dat Smith ontdekte, was dat lithium heel goed werkt om na een beroerte of ander hersenletsel het herstel te versnellen. ‘Het ondersteunt de groei van nieuwe grijze stof in de hersenen,’ zegt hij. ‘Het werkt ontstekingsremmend. Het stimuleert de vorming van nieuwe verbindingen in de hersenen, vergroot het hersenvolume, verbetert de stofwisseling, en geeft aan de frontale hersenkwab DHA af (een omega 3-vetzuur dat belangrijk is voor de structuur van onze hersenen).
Hij las ook over het werk van Hans Nieper. Smith was enigszins gerustgesteld dat hij lithium, in de vorm van orotaat, in lage doses kon innemen. Hij begon zichzelf te behandelen en merkte direct een verbetering in zijn slaappatroon.
Hij verhoogde de dosis geleidelijk, totdat hij 170 mg per dag innam. In de afgelopen vijf jaar heeft hij zijn bipolaire stoornis volledig onder controle kunnen houden met lithiumorotaat, met veel lagere doses dan nodig zijn bij het veel vaker voorgeschreven lithiumcarbonaat.
Hij ontdekte ook dat vergiftigingsverschijnselen van lithium, zoals trillen en vaak overgeven, volledig kunnen verdwijnen door de hoeveelheid essentiële vetzuren in de voeding te verhogen. Deze oplossing is ook door Wright genoemd.
‘Visolie werkt het beste voor dit doel, maar als mensen vegetariër of veganist zijn schrijf ik een paar eetlepels lijnzaadolie voor’ zegt hij, ‘dan zijn de vergiftigingsverschijnselen van lithiumcarbonaat binnen drie tot vier weken verdwenen, zonder de lithiumdosering te veranderen.’
Nu Smith er volledig van overtuigd is dat lithiumorotaat veilig is, beveelt hij het gebruik ook aan veel van zijn patiënten aan.
‘Nog steeds zie ik mensen die faliekant tegen het innemen van lithium zijn, zelfs in microdoses, omdat zij net zo over lithium denken als over lood en kwik: dat het heel giftig is en geen enkel voordeel oplevert. Terwijl lithium, in een goede dosering, juist ongelooflijk gezond is voor de hersenen. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) is het een essentiële voedingsstof. Het is een van de beste remedies voor verschillende aandoeningen.’
Het is bovendien aangetoond dat zelfs de kleine hoeveelheden lithium die in het drinkwater aanwezig zijn, gunstig zijn voor de (geestelijke) gezondheid. Uit een onderzoek, dat in 1990 in 27 gemeenten in Texas is gehouden, bleek dat in de gemeenten waarin er van nature kleine hoeveelheden lithium in het drinkwater voorkwamen de suīcidecijfers ‘statistisch significant’ lager zijn dan in de onderzochte gemeenten waarin bijna of helemaal niets van dit metaal in het drinkwater zat.7
Uit een soortgelijk onderzoek in Japan bleek dat de hoeveelheden lithium in het drinkwater omgekeerd evenredig waren met de suïcidecijfers van mensen met stemmingswisselingen..8 Deze resultaten werden ook in Oostenrijk gevonden.9
‘In Japan heeft men ontdekt dat mensen langer leefden naarmate er meer lithium in het water zat,’ zegt Wright. ‘Hoe minder lithium in het water, hoe lager de levensverwachting.’
Lithium kan er dus voor zorgen dat we langer leven. Dat klinkt logisch wanneer je bedenkt dat dit metaal de vorming van nieuwe hersencellen bevordert. Het verbetert ook de kwaliteit van mitochondriën: dat zijn de energiecentrales in elke cel, die zuurstof en voedingsstoffen omzetten in ATP (Adenosinetrifosfaat), de stof die energie aan het lichaam levert. Beide werkingen zijn recepten om langer te leven.
Medisch directeur Jeffrey Dach wijst erop dat lithium onder andere zo goed werkt bij bipolaire stoornis, doordat het juist een gunstige invloed heeft op de aanmaak van hersencellen die belangrijk zijn voor een gezond brein.
‘Een van de verrassende vondsten bij bipolaire stoornis, die onlangs zichtbaar gemaakt is met een nieuwe MRI techniek, is dat het aantal zenuwcellen in de hippocampus en het volume van de hersenen kleiner worden,’ zegt hij. ‘Dat is aangetoond in een muizenmodel, dat wil zeggen in genetisch veranderde muizen met in dit geval een bipolaire stoornis, waarin GSK 3B (een enzym dat de afbraak van zenuwen bevordert) in grotere hoeveelheden voorkomt. Deze muizen vertonen manisch gedrag en hebben een kleiner hersenvolume, maar dat werd hersteld door behandeling met lithium. ‘De ontdekking dat mensen met bipolaire stoornis en andere stemmingsstoornissen zenuwcellen hebben verloren, was aanleiding voor een heel nieuwe theorie over stemmingsstoornissen als gevolg van veranderingen in de hersenen,’ zegt Dach. Zowel Smith, Wright als hijzelf schrijven lage doses lithium voor aan mensen zónder (psychiatrische) problemen, vanwege de beschermende eigenschappen voor de hersenen.
‘Als er diabetes type 2 of alcoholisme in de familie voorkomt, adviseer ik om rond de leeftijd van twintig jaar al te beginnen met het innemen van lage doses lithiumorotaat (5 tot 20 mg per dag)’ zegt Wright. ‘In andere gevallen zouden de meeste mensen het later kunnen gaan slikken, bijvoorbeeld vanaf veertig jaar.’
Over alcohol gesproken: het is klinisch aangetoond dat lithiumorotaat werkt bij de behandeling van alcoholisme. In een in 1986 gehouden studie naar lithium, waarbij 36 patiënten betrokken waren die ten minste eenmaal in hun leven in een ziekenhuis waren opgenomen voor een ziekte in verband met alcoholmisbruik, bleven tien van hen met behulp van lithium drie tot tien jaar geheelonthouder, voor dertien van hen gold dat maximaal drie jaar, terwijl de overigen na zes tot twaalf maanden terugvielen in alcoholgebruik.10
Wright heeft zelf met succes probleemdrinkers met lithium behandeld (zie het kader op blz. …). Deze klinische ervaring wordt ondersteund door een onderzoek van een medisch centrum voor oorlogsveteranen in Colorado, waarin een kleine groep onlangs afgekickte veteranen ofwel lage doses lithiumcarbonaat kregen, of een placebo. De veteranen werden daarna een jaar gevolgd, waarna er bij degenen die lithium hadden gekregen duidelijk minder terugval was.11
Wright voegt hieraan toe: ‘En wanneer artsen aan de gezinnen van de veteranen in de lithiumgroep vroegen welk verschil ze tijdens de behandeling in het gedrag van hun man of vader hadden gezien, kregen ze dezelfde antwoorden als ik krijg van familieleden van alcoholisten die ik met lithium behandel: minder huiselijk geweld, minder boosheid, minder drinken en minder somberheid.’
Hoe lithium de hersenen beschermt
De uitzonderlijke effecten van lithium op het brein hebben vooral te maken met het feit dat dit metaal het afsterven van bepaalde hersencellen vertraagt, terwijl het de activering van andere cellen juist stimuleert. Lithium zorgt voor een toename van het herseneiwit bcl 2, waarvan is aangetoond dat het de natuurlijke celdood van zenuwcellen in de hersenen onderdrukt, zowel bij ratten als bij mensen. Lithium zorgt er ook voor dat axonen sneller aangroeien. Axonen zijn de lange, dunne uitlopers van zenuwcellen die elektrische impulsen door het centrale zenuwstelsel geleiden om informatie aan andere cellen door te geven. Tegelijkertijd remt lithium het enzym GSK 3B, dat verband houdt met een grotere kans op bipolaire stoornis en met de afbraak van zenuwcellen, zoals bij de ziekte van Alzheimer.1
Uit klinisch onderzoek blijkt dat langdurig gebruik van lithium niet alleen de verdere achteruitgang vertraagt van de cognitieve vermogens bij mensen met MCI (mild cognitive impairment: een cognitieve stoornis die soms een voorstadium is van dementie), maar het draagt ook bij aan de vorming van BDNF, een stof die de groei van zenuwcellen bevordert.2
‘BDNF (brain-derived neurotrophic factor) is een eiwit dat in de hersenen wordt gevormd,’ zegt Smith. ‘Sommige mensen noemen het “wondervoeding voor de hersenen”. Het komt erop neer dat deze stof de groei stimuleert van dendrieten, dat zijn de vertakte uitsteeksels aan het eind van de zenuwcellen. Het volume van de hersenen (de grijze substantie, die bestaat uit zenuwcellen met hun communicerende vertakkingen) neemt voornamelijk toe omdat lithium de hoeveelheid BDNF verhoogt, de stof die de groei van hersenverbindingen stimuleert.’
Behandeling van alcoholisme met lithium
Veel artsen zoals Wright hebben de voordelen van lithium ontdekt. Het helpt niet alleen bij de behandeling van psychische ziekten en alcoholverslaving, maar het kan ook geweldsuitbarstingen voorkomen. Het helpt zelfs bij relatieproblemen.
Tracy, een jonge vrouw van 21, bezocht Wright een keer om te vragen of ze een recept kon krijgen voor een lage dosis lithium (5 tot 20 mg per dag). Wright had haar als tiener gezien en had haar ouders, beiden verslaafd aan alcohol, met succes met lage doses lithium behandeld.
Tijdens het consult bedankte ze Wright. Ze vertelde hem: ‘Mijn vader gaat niet meer door het lint en slaat mijn moeder niet meer in elkaar. Hij wordt nog weleens boos, maar lang niet zo erg als vroeger. Hij heeft geen woedeaanvallen meer. En mijn moeder heeft veel minder last van depressies. En ze drinken allebei niet meer zoveel.’
Tracy wilde zelf ook aan de lithium. Toen Wright haar vroeg waarom, antwoordde ze: ‘Ik heb gezien wat het voor mijn ouders heeft gedaan. Zij hebben toch hun genen aan mij doorgegeven?’
Tien maanden later kwam Tracy terug voor controle. Ze leek wel een ander mens: ze kleedde zich anders en zat duidelijk beter in haar vel. ‘Ik wilde u laten zien wat lithium voor me gedaan heeft,’ zei ze. ‘Ik heb zelfs een nieuwe vriend!’
Dat was opmerkelijk voor Tracy, want ze had sinds de middelbare school geen vriendje meer gehad. En haar relaties destijds hielden niet langer dan een paar maanden stand. ‘Ik heb nu al zes maanden verkering, ik word op meer feestjes uitgenodigd en mensen willen weten wat ik doe om er zo goed uit te zien. Lithium heeft me echt geholpen!’
Lithium bij fibromyalgie:
drie gevallen
Naast alle andere toepassingen lijkt lithium ook te helpen bij fibromyalgie: een aandoening met chronische pijn in spieren, gewrichten en botten, en vermoeidheid.
Het allereerste artikel over deze toepassing van lithium, geschreven door de Canadese huisarts Murray Tyber, werd gepubliceerd in de Canadian Medical Association Journal (1990; 143:902 4). In dit artikel werden drie gevallen beschreven waarin fybromyalgiepatiënten een directe en duidelijke en blijvende vermindering van hun pijn en stijfheid ondervonden, als ze lithium toevoegden aan hun behandeling met tricyclische antidepressiva. Twee patiënten hadden voor het eerst sinds ze de zojuist genoemde klachten hadden gekregen pijnvrije dagen , en de derde had tot achttien maanden na de behandeling slechts ‘minimale pijn’. Geval 1 Geval 2 Geval 3
Een vrouw van 48 die al 22 jaar last had van terugkerende depressies, leed ook al drie jaar aan polymyalgie (spierpijn en -stijfheid) en polyartralgie (pijn in meerdere gewrichten). Toen Tyber haar zag, gebruikte ze amitriptyline (een antidepressivum) en indomethacine (een niet-steroïdale ontstekingsremmer, of NSAID), maar die hielpen niet om haar pijn te verlichten. Nadat ze was gestopt met indomethacine en in plaats daarvan viermaal daags 300 mg lithiumcarbonaat nam, waren haar pijn en stijfheid na drie maanden enorm verminderd, en gedurende de behandeling met lithium werd haar depressie steeds minder.
De verbetering van de pijn en stijfheid hield nadat de behandeling met lithium was beëindigd, nog achttien maanden aan. Een vrouw van 49 die al dertien jaar last had van pijn in haar nek en rug, was driemaal opgenomen geweest voor psychiatrische behandeling (vanwege ‘buitensporige "bewegingsdrang en vertelbehoefte, en theatraal gedrag’). Ze kreeg trimipramine (een antidepressivum/antipsychoticum) en diazepam (voor angst en paniekaanvallen) voorgeschreven.
Een jaar nadat ze met lithiumcarbonaat startte (eerst tweemaal daags, daarna viermaal daags 300 mg) in plaats van diazepam, had ze minder problemen met haar gewrichten, veel minder pijn, en al haar onrust was verdwenen. Een vrouw van 56 die al drie jaar last had van pijn en stijfheid in spieren en gewrichten, gebruikte amitriptyline (een antidepressivum), timolol (een bètablokker) en clonazepam (tegen toevallen en angst). Ze had ook viermaal een injectie met corticosteroïden in haar ruggenmerg gehad, maar dat had niet tegen haar lage rugpijn geholpen.
Nadat lithiumcarbonaat, driemaal per dag 300 mg, aan haar medicatie was toegevoegd, voelde ze ‘nagenoeg volledige pijnverlichting’, maar de bijwerking was ‘onaanvaardbaar trillen’. Toen de dosis lithium werd teruggebracht naar tweemaal daags, verdween het trillen, maar kwamen haar pijn en stijfheid enigszins terug.
Omdat lithium een van de belangrijke enzymen blokkeert die het lichaam helpen om essentiële vetzuren om te zetten, hebben artsen zoals Jonathan Wright en Peter Smith ontdekt dat verschijnselen van lithiumvergiftiging, zoals trillen en veelvuldig overgeven, volledig kunnen worden tegengegaan door de hoeveelheden essentiële omega 3-vetzuren en omega 6-vetzuren in de voeding te verhogen (zie hoofdtekst).
BRONNEN
Dr Jeffrey Dach:
www.jeffreydachmd.com
Peter Smith, voedingstherapeut, Hale Clinic, London, VK:
www.petersmithuk.com;
www.balancingbrainchemistry.co.uk
Dr Jonathan Wright:
www.tahomaclinic.com;
www.infowars.com/is-lithium-orotate-good-or-bad-for-you/
LITHIUM KOPEN
Lithiumorotaat is online verkrijgbaar.
Auteur: Cate Montana
Literatuur
Hoe lithium de hersenen beschermt
Literatuur
1 ACS Chem Neurosci, 2014; 5: 443–50
2 Drugs Aging, 2012; 29: 335–42
Hoofdartikel
Literatuur
1 JAMA Psychiatry, 2016; 73: 630–7
2 CMAJ, 1990; 143: 902–4
3 ACS Chem Neurosci, 2014; 5: 422–33
4 J Neurotrauma, 2012; 29: 362–74
5 Drugs Aging, 2012; 29: 335–42
6 J Neurol, 1980; 224: 1–8
7 Biol Trace Elem Res, 1990; 25: 105–13
8 Br J Psychiatry, 2009; 194: 464–5
9 Br J Psychiatry, 2011; 198: 346–50
10 Alcohol, 1986; 3: 97–100
11 Alcohol Clin Exp Res, 1991; 15: 978–81