Waarom krijgen we kanker, en hoe overleven we het? Vraag het aan de American Cancer Society, en ze zullen wijzen op genen of omgevingsfactoren, zoals roken, teflon, drank, rood vlees, overgewicht of blootstelling aan plutonium of te veel zonlicht.

Maar als het over emotionele problemen, stress of zelfs voeding gaat, dan schieten ze in de ontkenning. ‘Je persoonlijkheid en emoties kunnen geen kanker veroorzaken en hebben geen invloed op het verloop van je kanker’, staat op de ACS-website.

Wat suiker betreft: Nobelprijswinnaar Otto Warburg ontdekte al in de jaren twintig van de vorige eeuw dat het een oorzaak is van de verstoorde celstofwisseling bij kanker. ‘Het is niet aangetoond dat suikerinname het risico op het krijgen, uitzaaien of verergeren van kanker verhoogt’, aldus de ACS. Maar natuurlijk, voegt de vereniging eraan toe, is het geen goed idee om er te veel van te eten, want het bevat ontzettend veel calorieën.

Het is ook geen goed idee om te rommelen met vitamine-supplementen zoals vitamine C, waarschuwt de ACS, omdat ‘grote doses van sommige vitamines of mineralen gevaarlijk of zelfs giftig blijken te zijn.’
Deze houding, die doorwerkt in de standaardbehandeling van kanker, wordt gelogenstraft door het onderzoek van psychotherapeut Kelly Turner. Tijdens haar studie voor haar doctoraat stelde ze een eenvoudige vraag: Welke mensen overleven kanker tegen alle verwachtingen in?

Turner reisde de wereld rond om het antwoord op haar vraag te vinden en interviewde tientallen overlevers van kanker en alternatieve behandelaars, van wie sommigen zelfs in de jungle en bergen van Brazilië en India werkten.
Het resultaat lees je in haar bestseller Radicale remissie en het vervolg Radicale hoop. Ze stelde tien kenmerken vast van deze overlevers, die door de reguliere geneeskunde waren opgegeven:

• Je voedingspatroon veranderen Je gezondheid in eigen hand nemen
• Je intuïtie volgen
• Kruiden en supplementen gebruiken
• Onderdrukte emoties loslaten
• Je positieve emoties versterken
• Steun van je sociale omgeving omarmen
• Je spirituele verbinding verdiepen
• Sterke redenen hebben om te leven
• Regelmatig bewegen

Het interessantste deel van het verhaal is: slechts drie van de tien hebben betrekking op lichamelijke veranderingen (dieet, lichaamsbeweging, supplementen). De andere zeven gaan over veranderingen in je mentale, emotionele en spirituele leven en je verbinding met anderen.

Veel van de mensen die deze tien belangrijke factoren volgden, waren door de reguliere geneeskunde al ‘afgeschreven’: ze zouden niet meer beter worden en hadden nog maar een paar maanden
te leven.

Dit wijst erop dat kanker het gevolg is van een verscheidenheid aan oorzaken: je emoties, sociale leven en een spirituele overtuiging zijn net zo belangrijk als de juiste voeding eten en blootstelling aan giftige stoffen vermijden.
Veel integrale kankerspecialisten zijn het daarmee eens, zoals Leigh Erin Connealy, oprichter en medisch directeur van het Cancer Center for Healing en het Center for New Medicine in Californië, auteur van ons hoofdartikel.
Een deel van Connealy’s behandeling bestaat dan ook uit het oplossen van conflicten en stress, omdat de patiënt volgens haar niet veel vooruitgang zal boeken als hij niet aan beide werkt.

Ook haar ervaring is dat je de beste resultaten boekt als je het beste van de alternatieve en reguliere geneeskunde combineert. Dus niet alternatieve behandelingen als een aanvulling op de hoofdbehandeling – chemotherapie, bestraling en een operatie – maar als een onderdeel dat net zo essentieel is als een reguliere behandeling.

Een andere belangrijke factor is een behandeling afgestemd op het individu. Wat voor de ene patiënt goed werkt, werkt misschien niet voor een ander.

De artsen die wij voor dit artikel spraken, hebben allerlei mogelijkheden en kiezen hun behandelingen op basis van de unieke voorgeschiedenis van die patiënt. Velen hebben een diploma in zowel natuurgeneeskunde als geneeskunde, plus enkele andere werkwijzen, zoals acupunctuur of homeopathie.

In hun boek Outside the box cancer therapies vertellen de natuurgeneeskundigen Mark Stengler en Paul Anderson het verhaal van Rose, een 84-jarige vrouw met uitgezaaide darmkanker. Haar oncoloog zei dat ze te zwak was voor chemo of een operatie. Hij stuurde haar naar huis en zei dat ze waarschijnlijk haar 85e verjaardag niet zou halen.

Rose was het daar niet mee eens. Ze ging op zoek naar artsen die alternatieve behandelingen gebruikten en kwam uit bij Anderson. Die begon met hoge doses vitamine C per infuus en andere behandelingen. Na drie weken meldde Rose dat haar vermoeidheid en spijsverteringsproblemen waren verdwenen.

Rose vierde haar 85e verjaardag (ze belde haar eerste oncoloog om hem dat te vertellen) en is inmiddels 92. Bij de laatste controle was ze nog steeds actief en gezond.

Onze ervaring is dat je de moed niet te snel moet opgeven, ook niet bij kanker.  Naast de vitamine C is er nog een reden waarom Rose bleef leven. Ze nam haar gezondheid in eigen hand, volgde haar intuïtie en, het belangrijkste van alles, ze had nog steeds goede redenen om te willen leven.

Soms zijn die factoren – en niet chemo of operaties of zelfs de juiste supplementen – je beste medicijn.