Celeste McGovern onderzoekt hoe het vetrijke ketogene dieet een rol kan spelen bij sommige van de meest hardnekkige ziekten in de psychiatrie.
Carrie Brown (38) werd vastgebonden op een brancard naar het ziekenhuis gebracht. Ze had, onder toezicht van een bewaker, meer dan vijf uur moeten wachten op een psychiater die zou bepalen of ze gedwongen moest worden opgenomen voor behandeling. Haar hartslag was inmiddels weer normaal. Ze liet de gebeurtenissen van deze ellendige dag, die totaal uit de hand was gelopen, de revue passeren.
Ze was opgestaan met het aloude zwaarmoedige gevoel dat ze al bijna haar hele leven bij zich droeg. Maar de afgelopen tijd was daar een nieuw gevoel van wanhoop bijgekomen, dat ze niet van zich af kon schudden.
Tot overmaat van ramp had ze de afgelopen 48 uur niet geslapen. Erger nog: ze had zichzelf in een soort driftige razernij 36 uur lang aan het werk gehouden.
Ze had vanaf haar werk als directieassistente, haar behandelaar gebeld, omdat ze de chaos in haar hoofd niet langer kon verdragen. Hij had teruggebeld, maar het had niet geholpen. ‘Ik kap ermee’, had ze ten slotte gezegd en toen het gesprek beëindigd.
Carrie had talloze psychiaters versleten. Ze was jaarlijks gemiddeld $ 36.000 aan behandelkosten kwijt. In de VS kunnen die flink oplopen. Ze had in de loop der jaren allerlei medicijnen geslikt, maar die hielpen bij haar niet.
In een jaar waarin het bijzonder slecht met haar ging, had ze vijf verschillende recepten voorgeschreven gekregen. Sommige medicijnen hielpen een tijdje, maar konden haar ook in een zombie veranderen, of ze werd gewelddadig, rusteloos of suïcidaal. Eén medicijn bezorgde haar een paniekaanval die wekenlang had aangehouden. Ze was toen met alle medicatie gestopt en hield het bij gesprekstherapie. Maar ze bleef in haar diepe dal van depressie hangen.
De avond voor haar opname, toen Carrie vanaf haar werk naar huis reed, zat haar hoofd vol gedachten over hoe ze haar leven kon beëindigen. Toen ze vlak bij haar huis was, reed een politieauto haar tegemoet. Die had ze nog nooit gezien in de sjieke buitenwijk waar ze woonde. De agent die achter het stuur zat, keek haar aan toen ze elkaar passeerden, en in haar achteruitkijkspiegel zag ze de politieauto omkeren en achter haar aan rijden. Mijn psychotherapeut heeft de politie gebeld, dacht ze, en ze raakte in paniek. Ze drukte het gaspedaal in, zodat ze snel thuis was en zichzelf kon opsluiten. Maar terwijl haar garagedeur naar beneden ging, sprong er een politieagent onderdoor.
In het gesprek dat volgde, had ze agressief en irrationeel gereageerd, wist ze nu. Hij vroeg om versterking. Even later waren er zes agenten ter plaatse, plus een ambulance, die haar uiteindelijk geboeid bij het ziekenhuis afleverde.
Ze is nu zeven jaar verder. Terugkijkend op die dag beschouwt ze haar ‘zenuwinzinking’ als een keerpunt. Haar diagnose depressie veranderde in een bipolaire stoornis, wat haar wanhopige dieptepunten en krankzinnige, manische hoogtepunten verklaarde.
‘Ik wil niet dat mensen doodgaan of een depressief leven leiden, alleen omdat ze niet weten hoe ze moeten koken’
Ze kreeg lamotrigine voorgeschreven, een anti-epilepticum dat ook helpt om depressieve perioden bij een bipolaire stoornis te voorkomen. Toen ze het drie dagen had geslikt, ‘was het alsof iemand het licht aandeed’, vertelt ze. Voor het eerst in jaren voelde ze zich blij, deed ze weer dingen en was ze gelukkig. Maar een halfjaar later werd ze op een ochtend wakker en was het effect verdwenen. Haar arts verdubbelde de dosis en ze knapte weer op, maar een paar maanden later zakte ze weer in.
Carrie bleef lamotrigine gebruiken, maar ze was de pillen zat en voelde zich wanhopig. Daarom ging ze elders op zoek naar antwoorden. Ze bestelde allerlei genetische testen en testen voor voedselallergieën. Ze bezocht een natuurgeneeskundige, begon met het slikken van extra B-vitaminen en stopte met het eten van granen en suikers. Dat hielp wat, maar ze zat nog steeds in de mallemolen van manische hoogtepunten en depressieve dieptepunten toen ze op een sociaal platform Ted Naiman leerde kennen. Deze arts uit Seattle dacht dat mensen met een bipolaire ziekte baat konden hebben bij het ketogene dieet.
Na overleg met Naiman zette ze haar koolhydraatarme dieet om in een streng, vetrijk ketogeen dieet. Binnen een paar weken verbeterde Carries toestand aanzienlijk. Drie maanden later was ze haar medicatie aan het afbouwen.
‘Ik ben nu al meer dan vijf jaar niet meer depressief’, vertelt ze. ‘Ik ben ook niet meer bipolair en ik gebruik helemaal geen medicijnen meer.’
Carrie was ooit een professionele bakker, ze had prijzen gewonnen en maakte gebakjes voor de koningin van Engeland. Maar nu gebruikt ze haar culinaire talent om ketogene recepten te verzinnen, kookboeken te schrijven en mensen via haar website te leren hoe ze ‘keto’ kunnen koken (www.carriebrown.com). ‘Ik wil niet dat mensen doodgaan of een depressief leven leiden, alleen omdat ze niet weten hoe ze moeten koken’, zegt ze. Carrie stelt dat ze na een leven van tientallen ‘grijze’ jaren in een leven terechtkwam van ‘kleurrijk geluk’, en dat door een dieetverandering. Dat klinkt misschien overdreven of op zijn minst onvoorstelbaar, maar er zijn steeds meer ongelooflijke verhalen van mensen die hun angst hebben overwonnen, uit hun depressie zijn geklommen of paniekaanvallen hebben weten te bezweren met onder meer een vetrijk, koolhydraatarm ketogeen dieet.
Een paar opmerkelijke gevallen zijn gepubliceerd in medische tijdschriften, waar steeds meer bewijs de weg bereidt voor het ketodieet als serieus onderdeel van de behandeling voor hersenziekten. Denk aan epilepsie, psychose, neurodegeneratieve ziekten zoals alzheimer en parkinson, en stemmingsstoornissen.
Aanpak van epilepsie
Christopher Palmer is hoogleraar psychiatrie aan Harvard en heeft een voortrekkersrol als het gaat om het gebruik van voeding bij psychiatrische ziekten. Zijn belangstelling voor het ketogene dieet werd gewekt, doordat het al bijna een eeuw als goed gedocumenteerde mogelijkheid voor epilepsie wordt gebruikt. Artsen hadden ontdekt dat de epileptische aanvallen bij veel patiënten ophielden als ze gedurende 18 tot 25 dagen vastten. Bij vasten worden – net als bij een vetrijk en koolhydraatarm dieet, zo blijkt – ketonlichamen geproduceerd, die een alternatieve brandstof vormen voor het lichaam en de hersenen.
In 1921 ontwikkelde Russell Wilder van de Mayo-kliniek het vetrijke, koolhydraatarme, ketonenproducerende ketogene dieet voor epileptische patiënten. Het dieet heeft voor een deel dezelfde uitwerking als langdurig vasten.
Het dieet raakte buiten gebruik met de komst van anti-epileptica. Maar het werd weer populair bij mensen die bijwerkingen kregen of niet reageerden op een behandeling met medicijnen. Inmiddels is het dieet geaccepteerd als een ‘evidence-based’ (op wetenschappelijke feiten gebaseerde) onderdeel van de behandeling bij epilepsie, als al het andere niet lukt.1
‘We weten uit het overvloedige bewijs dat mensen met ernstige epilepsie – mensen met twintig aanvallen per dag, die niet op medicijnen reageren en soms zelfs niet op een operatie, en bij wie niets helpt – soms ontdekken dat het ketodieet wél helpt’, zegt Palmer. ‘Het werkt niet bij iedereen, maar ongeveer 55 procent van de mensen met hardnekkige epilepsie reageert tot op zekere hoogte. Ik aarzel om het woord “genezen” te gebruiken, maar sommige mensen hebben een volledige remissie van insulten. Soms bleven mensen met ernstige epilepsie zelfs aanvalsvrij, nadat ze met het ketodieet waren gestopt.’
De meest gebruikte medicijnen in de psychiatrie zijn in feite anti-epileptica, legt Palmer uit. Veel angstremmers en antipsychotica, maar ook medicijnen tegen eetstoornissen, verslaving en slaapproblemen, die ook worden gebruikt als stemmingsstabilisator, werden eerder al in de neurologie gebruikt tegen epileptische insulten.
Palmer redeneert dat als een dieet in staat is om plotseling insulten tegen te houden, terwijl medicijnen als gabapentin, diazepam en alprazolam daar niet in slagen, dat dieet misschien ook mogelijkheden biedt bij andere hersenaandoeningen waarvoor die medicijnen worden gebruikt. Vooral als ze niet werken of heel vervelende bijwerkingen geven.
Hoe werkt het?In theorie zijn er verschillende mechanismen die kunnen verklaren waarom een ketogeen dieet een waardevolle aanpak kan zijn bij psychische ziekten. In een overzichtsstudie uit 2020 worden vier grote problemen in de hersenstofwisseling geschetst die je kunt corrigeren als je vet gebruikt als alternatieve brandstof voor de hersenen:
‘Deze vier fundamentele stofwisselingsziekten rechtvaardigen een metabole benadering voor behandeling’, schrijft hoofdauteur Nicholas Norwitz, die fysiologie studeerde in Oxford en nu aan Harvard onderzoek doet naar het ketogene dieet bij neurologische ziekten. ‘Die verschuiving van een glucose-afhankelijke hersenstofwisseling naar een vet- en ketonenmetabolisme zorgt ervoor dat je een verminderde glucosestofwisseling omzeilt, het brengt neurotransmitters weer in balans, en het vermindert oxidatie en ontsteking’, legt Norwitz uit. Bronnen: |
Stofwisseling
De meeste psychiatrische ziekten worden nog steeds uitgelegd als ‘chemische onevenwichtigheden’: er gaat iets mis met de signalen van neurotransmitters. ‘Maar als dat het geval is’, vraagt Palmer zich af, ‘hoe kan het dan dat de symptomen komen en weer verdwijnen? Waarom hallucineren mensen de ene dag wel en de andere dag niet?’ De stofwisseling in de hersenen onderzoeken, is een andere manier om naar hersenaandoeningen te kijken, meent hij.
Recent onderzoek wijst op afwijkingen in de hersenstofwisseling bij mensen met neurodegeneratieve ziekten, zoals alzheimer, en psychiatrische ziekten, zoals schizofrenie en ook bij epilepsie. We vermoedden al tientallen jaren dat mensen met bepaalde psychiatrische ziekten ook stofwisselingsproblemen hebben in hun hersenen.
‘Het is geen nieuwe hype. Dit is een interventie die de hersen-stofwisseling diepgaand verandert’
Het ketogene dieet wordt beschouwd als iets wat de hersenenstofwisseling ingrijpend verandert. Daarom kan het werken bij epilepsie. Je kunt het vergelijken met een motor die overschakelt van benzine op diesel. Als de hersenen van hun standaard glucoseverbranding overschakelen op het verbranden van ketonen, omzeilen ze de problemen van de standaardinstelling.
Het ketogene dieet is heel populair geworden omdat je ervan afvalt. Maar Palmer wijst erop dat de effecten veel verder reiken. ‘Het is geen nieuwe hype’, zegt hij. ‘Dit is een interventie die de hersenstofwisseling diepgaand verandert, waardoor het invloed heeft op metabole hersenaandoeningen.’
Diepgaand of niet, het is nog steeds een theorie die de meeste conventionele psychiaters vreemd in de oren klinkt. ‘Sommige mensen denken dat het onmogelijk is om een dieet bij een hardnekkige hersenziekte als schizofrenie in te zetten’, zegt Palmer. ‘Maar epilepsie is ook een hardnekkige hersenziekte waarvoor we een dieet adviseren, en soms werkt dat.’
Casusbeschrijving
In zijn artikel dat in 2019 in het tijdschrift Schizophrenia Research werd gepubliceerd, beschrijft Palmer enkele patiënten met een langdurige, ernstige psychiatrische aandoening. Eén patiënt is een vrouw die al 53 jaar aaneengesloten schizofrenie heeft. Ze kreeg de diagnose op 17- jarige leeftijd toen ze chronische paranoia ontwikkelde. In de decennia daarop werd ze meerdere keren opgenomen vanwege psychoses en zelfmoordpogingen. En in de loop der jaren kreeg ze zeker negen verschillende antipsychotica en stemmingsstabilisatoren voorgeschreven.
In 2008, toen ze 70 was, slikte ze zes verschillende medicijnen en kreeg geregeld bezoek van de geestelijke gezondheidszorg en een door de rechter aangewezen voogd. Ze woog 150 kg en begon daarom met een ketogeen dieet om af te vallen. In de maanden daarna nam de vrouw zich voor met al haar medicatie te stoppen, omdat ze merkte dat haar psychotische symptomen duidelijk minder werden. Haar stemming verbeterde aanzienlijk en ze had niet langer suïcidale gedachten. Haar hallucinaties en paranoia verdwenen volledig.
In 2019, toen ze 82 jaar was, had ze 12 jaar lang het ketogeen dieet gevolgd. Ze was in totaal 68 kg afgevallen, gebruikte geen medicijnen meer, had geen psychoseverschijnselen meer en had niet langer ambulante zorg of een voogd nodig. De studie besluit: ‘Ze woont zelfstandig en zegt dat ze blij is dat ze nog leeft.’2
Er is ook onderzoek gedaan bij een klein aantal autistische kinderen: die bleken baat te hebben bij een streng ketodieet.3 Andere studies melden positieve resultaten van het ketogene dieet bij mensen met een eetbui-stoornis,4 schizoaffectieve stoornis en zware depressie.5
![]() |
Klinische trials nodig
Sceptici zijn niet altijd onder de indruk van casusbeschrijvingen. Al zijn er nog zoveel mensen die op internet beweren dat ze met het ketodieet van hun angst of depressie af zijn gekomen, de enige studies daarnaar zijn bij ratten en muizen uitgevoerd. De rest van de onderzoeken werd beperkt door een kleine steekproefgrootte, door gebrek aan een controlegroep, onvoldoende testen om ketose te bevestigen en verschillen tussen de ketodieten.
Maar er is genoeg bewijs om steeds meer artsen te inspireren het ketodieet in de praktijk uit te proberen, en steeds meer wetenschappers om het te willen onderzoeken. Onderzoek bij muizen heeft aangetoond dat een ketodieet de tremoren vermindert bij dieren die stoppen met alcohol. Daarom is er een groot klinisch onderzoek gestart, gesponsord door het Amerikaanse Institute of Alcohol Abuse and Alcoholism, om te kijken of het dieet de ontwenningsverschijnselen van alcoholisten kan verminderen.
Palmers team voert ook een pilotstudie uit naar het ketogene dieet bij opioïdenverslaving. Hij is daarnaast bezig om $ 350.000 bij elkaar te krijgen, die nodig zijn voor een gerandomiseerde gecontroleerde studie van 8 tot 12 weken naar het ketogene dieet bij mensen met een psychose. Hij is ervan overtuigd dat de resultaten daarvan de belangstelling zullen wekken van de conventionele geneeskunde. ‘We hebben de gouden standaard van onderzoek nodig voor deze aanpak’, zegt hij.
Persoonlijke ervaring
Iemand met wie Palmer vaak samenwerkt, is fysioloog Nicholas Norwitz. Hij studeerde in Oxford en is deskundig op het gebied van ketogenese en hersenveroudering. Nu doet hij promotieonderzoek aan universiteit van Harvard. Norwitz ondervond de kracht van het ketodieet persoonlijk.
In zijn jeugd at hij een vetarm standaard dieet dat bol stond van de koolhydraten uit ontbijtgranen, brood, pasta, pizza en fruit. ‘Als ik mager ben, ben ik gezond’, redeneerde hij. En omdat hij een graatmagere jongen was die in minder dan 75 minuten een halve marathon kon lopen, dacht hij dat hij heel gezond was.
Maar op zijn 18e kreeg Norwitz ernstige osteoporose. ‘Mijn botten waren biologisch gezien vier keer zo oud als ik.’ Hij had botbreuken in zijn voeten, scheenbenen, dijbenen en wervelkolom. Het leek erop dat hij nooit meer een marathon zou kunnen lopen. Maar hij had nog meer onder de leden. Hij kreeg darmkrampen en -bloedingen, en toen hij begin 20 was kreeg hij de diagnose colitis ulcerosa: een ontstekingsziekte van de darmen die een normaal leven ernstig kan belemmeren.
Tijdens een zeer ernstige opvlamming van de ziekte, in de periode dat hij in Oxford studeerde, viel hij 9 kg af en daalde zijn hartslag tot onder de 30 slagen per minuut. Hij werd een paar dagen opgenomen op een afdeling voor palliatieve zorg, totdat zijn toestand stabiliseerde.
Weer thuis in Boston was hij ‘een beetje wanhopig’, vertelt hij. Geen van de medicijnen die hij kreeg voorgeschreven hielp, en ook de vele aanpassingen in zijn dieet die hij had geprobeerd, werkten niet. Zijn calprotectinewaarde, een manier om ontsteking in je darmen te meten, was 150 microgram/mg. Een normale waarde is lager dan 50 microgram/mg.
Hij weet nog dat hij dacht: óf ik ga dit uitzoeken óf ik ga dood. Hij had gelezen over het ketogene dieet en besloot het te proberen. Hij had tenslotte niets te verliezen. Tot zijn verbazing waren een week nadat hij ermee begonnen was al zijn symptomen verdwenen.Zijn internist kon zich niet voorstellen dat een nieuwe calprotectinetest na een week verandering zou laten zien, maar Norwitz wist hem over te halen. Een week nadat hij met het ketogene dieet was gestart, was zijn calprotectinewaarde gedaald van 150 naar 20 microgram/mg.
Zoek een arts die de ketose kan monitoren om ervoor te zorgen dat het nauwkeurig gebeurt
‘Gek genoeg voelde ik me ook ongelooflijk goed’, herinnert Norwitz zich. Hij had meer energie en uiteindelijk kon hij met al zijn medicatie stoppen. Toen hij het ketogene dieet een jaar lang gevolgd had, controleerde hij zijn botdichtheid en tot zijn verbazing had hij vrijwel geen osteoporose meer. ‘Ik overdrijf niet als ik zeg dat ik met andere voeding voor een gezonde stofwisseling heb gezorgd, en dat dit misschien wel mijn leven heeft gered’, zegt hij. Zijn persoonlijke transformatie heeft ook zijn carrière veranderd: zijn promotieonderzoek gaat over het ketogene dieet.
‘Het meest opmerkelijke aan mijn verhaal is dat het helemaal niet uniek is’, zegt Norwitz. Hij ontdekte een hele ‘ketogemeenschap’ van mensen die met het ketodieet hun gezondheidskwalen hebben verholpen.
Hij schrijft nu samen met ‘ketokok’ Martina Slajerova, die haar schildklierziekte genas met een ketodieet, en anderen een ‘ketovriendelijk’ kookboek: The new Mediterranean cookbook (Quarto Publishing Group, 2021).
Hoog vetgehalte gezond
Palmer waarschuwt dat het medische ketogene dieet dat hij inzet bij epilepsie en ernstige psychiatrische ziekten, veel strenger is dan veel populaire varianten: die staan een hogere verhouding van koolhydraten tot vetten toe.
Veel mensen met minder ernstige aandoeningen melden al verbetering bij minder ingrijpende versies van het ketodieet. Maar in het klassiek medische ketodieet bestaat 80 procent van je voeding uit vetten en 20 procent uit eiwitten en koolhydraten.
‘Bij een ernstige chronische ziekte moet je het dieet onder medisch toezicht gebruiken’, waarschuwt Palmer. Hij neemt geen nieuwe patiënten meer aan. Maar mensen die met een ernstige psychische ziekte kampen, raadt hij aan om een arts te zoeken die de ketose kan monitoren om ervoor te zorgen dat het nauwkeurig gebeurt en om eventueel je medicatie aan te passen.
‘Ik ben pragmatisch genoeg om te weten dat er risico’s aan verbonden zijn’, zegt Palmer. Zo zijn er seleniumtekorten en hoge calciumgehaltes gerapporteerd bij het dieet. Artsen zijn soms bang dat een vetrijk dieet tot gewichtstoename en cardiovasculaire risico’s leidt. Dat is een zorg die we moeten onderzoeken, ook al staat het dieet erom bekend dat je ermee afvalt.
Vergeet niet: er zijn ook risico’s verbonden aan een behandeling met psychofarmaca. Obesitas is een bijwerking die vaak voorkomt bij deze medicijnen. En uit recent onderzoek blijkt dat mensen met een ernstige, chronische psychische ziekte gemiddeld 14,5 jaar eerder overlijden. De belangrijkste oorzaak: hart- en vaatziekten.6 Het ketogene dieet staat haaks op de oproep om minder vetten te eten. Maar het ketogene dieet zorgt ervoor dat je geen bewerkte troep meer binnenkrijgt, en wel ‘echte’ voedingsmiddelen, zoals eieren, bacon, avocado’s, vis, kip, garnalen, noten en koolhydraatarme groenten, zoals broccoli en asperges, plus een heleboel gezonde vetten zoals olijfolie.
Er is genoeg bewijs om steeds meer artsen te inspireren het ketodieet in de praktijk uit te proberen
‘Gebruik zoveel olie als je kunt verdragen en zoveel vet als je lekker vindt’, adviseert Palmer. Volvette kaas, yoghurt, slagroom en roomboter zijn allemaal toegestaan. Vetarme voedingsmiddelen, suikers, ook die in fruit, en ontstekingsbevorderende oliën die transvetten of te veel omega 6-vetzuren bevatten, zijn niet toegestaan.
Palmer denkt niet dat het ketogene dieet de oplossing is voor elke psychiatrische patiënt. Hij weet niet of alle patiënten er blijvend en voldoende mee herstellen om weer een gewoon koolhydraatrijk dieet te kunnen eten (hoewel hij mensen kent die een opzienbarend herstel hebben doorgemaakt en zich af en toe een stuk cake of pizza laten smaken). Wat het dieet in elk geval biedt, is een nieuwe manier om naar psychische ziekten te kijken: die zijn niet zo hopeloos als het vaak lijkt.
‘Ik hoop heel erg dat het sommige mensen kan helpen van de vele die gekweld en ernstig beperkt worden door een psychische ziekte, die alles geprobeerd hebben en bij wie niets werkt.’
Bronnen
1 Cochrane Database Syst Rev, 2020; 6: CD001903
2 Schizophr Res, 2019; 208: 439–40
3 Front Pediatr, 2014; 2: 69
4 J Eat Disord, 2020; 8: 2
5 Schizophr Res, 2017; 189: 208–9
6 Psychiatr Serv, 2010; 61: 663–8
Diabetes type 4?‘Bepaalde psychiatrische ziekten zoals psychosen laten een soort insulineresistentie in de hersenen zien, waardoor de hersencellen niet genoeg brandstof krijgen’, zegt Palmer. Dat tekort kon weleens de oorzaak zijn van hun verstoorde herinneringen en cognitie. Uit een studie uit 2019 bleek dat psychotische patiënten, maar ook hun broers en zussen, een hoge insulineresistentie in hun hersenen hadden vergeleken met een controlegroep.1 ‘Er moet iets extra’s gebeuren, bijvoorbeeld een stressvolle gebeurtenis of marihuanagebruik, om hen over de rand te duwen’, legt Palmer uit. Maar het metaboolprobleem is De kettingreactie aan ziekmakende gebeurtenissen in de stofwisseling kan door heel verschillende omgevingsfactoren in gang gezet worden. Desondanks zegt hersenonderzoeker Nicholas Norwitz dat aan de meeste chronische ontstekingsziekten en ook aan hersenziekten dezelfde stofwisselingsproblemen ten grondslag liggen. Sommige studies wijzen erop dat het ketogene dieet het microbioom van ons lichaam verandert. En dat vooral de verschuivingen in bacteriën en andere microben, veroorzaakt door het dieet, verantwoordelijk zijn voor de veranderingen in stofwisseling die medische voordelen geven. In een soortgelijk onderzoek kijken Canadese onderzoekers hoe ze met probiotica het darmmicrobioom kunnen veranderen. Of er wordt gewerkt met ‘poeppillen’ van gezonde donoren, waarmee ze fecale microben transplanteren bij patiënten met bijvoorbeeld bipolaire stoornis of ernstige depressie (zie kader ‘Uitgangspunten ketodieet’). De veranderingen in de stofwisseling die het ketogene dieet teweegbrengt, maken het tot een veelbelovende aanpak voor een heel scala aan chronische ontstekingsziekten, van Crohn tot MS, denkt Norwitz. Bronnen |
Psychiatrie van de toekomst?In hun baanbrekende studie van 2017 transplanteerden onderzoekers van de Canadese McMaster University ontlasting van patiënten met het prikkelbaredarmsyndroom (PDS) en angststoornis – een combinatie van aandoeningen die vaak voorkomt – naar steriele muizen (zonder bacteriën in en op hun lichaam). Wat opviel was dat de muizen niet alleen een snellere darmpassage ontwikkelden – wat erop wijst dat ze prikkelbare darmen hadden ontwikkeld – maar ze vertoonden ook duidelijke tekenen van angst. Het experiment toonde aan dat bacteriën of bacteriële producten van het microbioom niet alleen de functie van het spijsverteringskanaal kunnen beïnvloeden, maar ook de wisselwerking tussen darmen en hersenen en zo gedrag kunnen veranderen. ‘Het toonde aan dat je een psychische ziekte kunt “oplopen”’, zegt Valerie Taylor, hoofd psychiatrie aan de universiteit van Calgary in Canada. ‘Nu proberen we te kijken of het omgekeerde Taylors team heeft experimenten met poeptransplantatie gedaan in het Women’s College Hospital in Toronto om te kijken of ‘poeppillen’ (capsules gevuld met ontlasting van de gezondste donoren die ze konden vinden) de geestelijke gezondheid van bipolaire en depressieve patiënten positief kan veranderen. Spijsverteringsproblemen zijn een veelgehoorde klacht bij patiënten met psychische ziekten. De reguliere psychiatrie verwijst de patiënten dan meestal door naar een andere specialist. Maar de ‘hersen-darm-as’ – Op dit moment weten onderzoekers nog niet hoe een ‘normaal’ menselijk microbioom eruit hoort te zien, of welke microben ontbreken of juist oververtegenwoordigd zijn bij verschillende psychische ziekten. Misschien, zoals onderzoekers in een ander recent onderzoek naar PDS ontdekten, kunnen psychisch gezonde ‘superdonoren’ hun geestelijke-gezondheids-microben via een pil transplanteren naar mensen met een psychiatrische ziekte, die een tekort hebben aan deze microben.1 Taylor wil nog geen details onthullen voordat het onderzoek van haar team wordt gepubliceerd. Maar ze kan wel vast verklappen dat de resultaten ‘echt heel fascinerend’ zijn. Ook in Nederland wordt poeptransplantatie toegepast. Bij een poeptransplantatie krijgt een patiënt voor een paar uur een dun slangetje in de neus dat via de slokdarm en maag naar de darmen loopt. De darmen worden eerst schoongespoeld met water en daarna wordt er gezonde poep in gespoten. De poep die de patiënt krijgt, is van een donor of van zichzelf. Het idee is dat ingebrachte gezonde donorpoep nuttige bacteriën bevat die de darmflora van de patiënt kunnen helpen herstellen. Bronnen |