01-01-2014

Vloeibaar venijn

Een gezonde hoeveelheid kwik bestaat niet, en dat beweert dan ook niemand. Ondanks dat de farmaceutische industrie sinds jaar en dag volhoudt dat het conserveermiddel thimerosal (methylkwik) geen autisme kan veroorzaken, hebben farmaceuten het wel zonder tamtam uit al hun vaccins verwijderd. En hoewel tandartsorganisaties altijd zijn blijven ontkennen dat het kwik (50 procent) in amalgaamvullingen gevaarlijk is, staan ze nu ernstig onder druk van Europese autoriteiten om ze niet meer te gebruiken. In veel landen zijn al geen amalgaamvullingen meer in gebruik. Ook weten de meeste mensen nu wel dat vette vis, zoals zalm, tonijn en heilbot, kwik bevat door het vervuilde water waarin de vissen leven. Maar er is nog een onvermoede bron van kwik, een bron waarvan veel mensen dagelijks eten. Als bedreiging van de gezondheid wordt dit nog niet gezien; in plaats daarvan wordt gesproken van doorbraken in de voedselproductie als het over deze levensmiddelen gaat.

De link met glucosefructosestroop
De afgelopen dertig jaar zijn voedselproducenten langzaam overgestapt van het gebruik van sucrose (suiker) op glucosefructosestroop (GFS) als zoetmaker van voedsel en dranken. Tegenwoordig zit glucosefructosestroop in vrijwel elk bewerkt voedingsmiddel of drank, van cola en cornflakes tot gezoet brood, ontbijtkoek en cake. Deze ontwikkeling in de voedingstechnologie zou wel eens een nieuwe gezondheidsdreiging kunnen opleveren, zo ontdekten wetenschappers van verschillende Amerikaanse instituten1. De zoetmaker bevat kwik en kan een grotere bron van dit zware metaal zijn dan vis. Onderzoeker Renee Dufault van het United Tribes Technical College, Bismarck (VS) verzamelde twintig monsters van glucosefructosestroop in verschillende voedselfabrieken, en ontdekte in negen daarvan kwik. De Amerikaanse Food and Drug Administration (FDA) deed niets met haar bevindingen. Daarom maakte zij ze na haar pensioen zelf bekend. Dufault had kwikgehaltes gevonden van 0,005 tot 0,570 microgram (mcg) per gram glucosefructosestroop. De gemiddelde Amerikaan consumeert dagelijks rond 50 gram glucosefructosestroop (high-fructose corn syrup ofwel HFCS, zoals het daar heet)1. In het slechtste geval betekent dat dus een – onbewuste – inname van 28,5 mcg kwik per dag.

Kwik-snack
De publicatie van Dufault en collegae was aanleiding voor David Wallinga en andere onderzoekers
van het Institute for Agriculture and Trade Policy (IATP), een onafhankelijke lobbygroepering in Minneapolis (Minnesota), om een batterij populaire frisdranken en tussendoortjes te kopen die met glucosefructosestroop gezoet waren, voor een onderzoek naar kwik. Een derde van de 55 items die ze willekeurig hadden ingeslagen, met daaronder producten van de fabrikanten Quaker, Kraft Foods en Kellog’s, bleek kwik te bevatten. De hoeveelheid kwik varieerde sterk. Het product met het hoogste gehalte kwik was barbecuesaus, terwijl in de frisdranken geen kwik werd gemeten. Zoals Wallinga en de andere wetenschappers van het IATP benadrukken in hun publicatie – genaamd Not so sweet: missing mercury and high-fructose corn syrup – gaat het hier slechts om een steekproef. Belangrijker is nog dat zij denken dat de fabrikanten helemaal niet weten dat er kwik in hun producten zit. Soms zijn ze er zelfs niet van op de hoogte dat voor de productie van deze zoetmaker natronloog (natriumhydroxide) wordt gebruikt, een stof die sporen van kwik kan bevatten. Glucosefructosestroop wordt soms als ‘natuurlijke’ suiker gepromoot, omdat het enkel glucose en fructose bevat. Dat zijn beide natuurlijke suikers, die samen de disacharide sucrose vormen, die we kennen als ‘suiker’. Maar wat over het hoofd wordt gezien, is dat glucosefructosestroop afkomstig is van maïssuiker, een product met veel glucose dat echter uit zichzelf nooit fructose zou bevatten. De claim ‘natuurlijk’ is hier dus uit zijn verband gebruikt, want fructose is niet natuurlijk in combinatie met maïsstroop. Er wordt niets gezegd over het chemische proces dat noodzakelijk is om de fructose in de stroop te krijgen.

De reactie van de industrie
Een groep die met name veel profijt heeft van de explosieve toename van het gebruik van glucosefructosestroop bestaat uit de maïsproducenten. Geen wonder dus dat de Amerikaanse branchevereniging, de Corn Refiners Association (CRA), de bevindingen van Dufault zo snel mogelijk weerlegde. Maar zij zijn niet ingegaan op de onderzoeksresultaten van de IATP en op de ontdekking van kwik in een groot aantal met GFS gezoete tussendoortjes. De voorzitter van de CRA, Audrae Erickson, zegt dat het onderzoek van Dufault gebaseerd was op ‘achterhaalde informatie waarvan de statistische significantie discutabel is’. Volgens haar zijn de fabrieken al enkele jaren kwikvrij. Maarvolgens het IATP-onderzoek gebruiken vier van de acht fabrieken in Amerika nog steeds een technologie waarbij kwik nodig is. En dat kan wereldwijd nog voor vele andere fabrieken gelden. Erickson vermeldt ook dat de FDA in 1983 al heeft verklaard dat GFS veilig was, en nogmaals in 1996, terwijl pas in 2005 de bevindingen van Dufault bekend werden – en daarna heeft de FDA geen nieuwe verklaring uitgebracht over de veiligheid van glucosefructosestroop. Erickson sluit vervolgens af met een herhaling van de claim dat GFS een ‘natuurlijk’ product is, aangezien het geen kunstmatige of synthetische bestanddelen of toevoegingen bevat. Het is echter wat rekkelijk om een product ‘natuurlijk’ te noemen als het drie industri.le processen heeft moeten doorlopen en er enzymen aan te pas zijn gekomen om het in zijn uiteindelijke vorm te krijgen. Zoals Michael Jacobson, directeur van het Center for Science in the Public Interest, een Amerikaanse lobbygroep voor gezonde voeding, het stelt: ‘Als je de molecuulstructuur kunstmatig verandert, zou je niet meer van natuurlijk mogen spreken.’ Volgens hem zou GFS moeten worden ingedeeld bij de kunstmatige zoetstoffen.

Verlies in de industrie
Hoe is dat kwik eigenlijk in die monsters van glucosefructosestroop terechtgekomen? Er is niets natuurlijks aan glucosefructosestroop. Andere zoetmakers worden gemaakt van suikers uit riet of biet, maar GFS is een afgeleide van maïszetmeel. Het ontstaat uit een aantal verschillende industriële processen. In 1957 ontdekten wetenschappers een enzym dat de glucose in maïsstroop kon omzetten in fructose. Fructose is veel zoeter dan glucose, waardoor er minder van hoeft worden te gebruikt. Dat proces is pas in de jaren zeventig geperfectioneerd en daarmee werd de weg vrijgemaakt voor de massaproductie van GFS. Het proces bestaat uit vele stappen, waarbij drie verschillende enzymen een rol spelen. Het eindresultaat is een stroop met 90 procent fructose. Die wordt vervolgens gemengd met onbehandelde stroop, die dus enkel glucose bevat, tot een mix met 42 of 55 procent fructose. Wereldwijd zijn er ongeveer vijftig fabrieken waar GFS wordt gemaakt. Deze maken deel uit van de chloorindustrie, die chloorgas uit natriumchloride (keukenzout) maakt met als nevenproduct natronloog (natriumhydroxide-oplossing). Dat laatste wordt gebruikt voor de productie van GFS, hoewel dit een gedateerd productieproces is. Sommige fabrieken zijn al overgestapt op een veiliger productiemethode. Ook andere voedingsbestanddelen, zoals citroenzuur, worden in deze fabrieken gemaakt. Het natronloog is in aanraking geweest met kwik als onderdeel van het productieproces. Schrijnend is dat de fabrieken regelmatig melding maken van een onverklaard verlies van dat kwik. In Europa zijn soortgelijke cijfers te vinden, maar volgens de milieugroepering Oceana is het kwikverlies helemaal niet zo onverklaard: het wordt gewoon weggepompt in de lucht en de openbare watervoorzieningen, zeggen zij. Volgens hun rapport Poison plants (‘giffabrieken’) zijn de drie Britse chloorfabrieken verantwoordelijk voor een derde deel van alle kwikuitstoot in de lucht en voor bijna de helft van de kwikvervuiling in de Britse watervoorziening. Er is geen grote verbeeldingskracht nodig om kwikblootstelte bedenken dat een deel van het verloren gegane kwik wel eens in de GFS zelf zou kunnen zitten, zoals Dufault en collegae vermoeden.

Kwikbelasting
Van de mate waarin we aan kwik worden blootgesteld door het eten van vis of door amalgaamvullingen, zijn we globaal wel op de hoogte. Maar tot nu toe heeft nog niemand de hoeveelheid kwik meegerekend die we onbewust in tussendoortjes en frisdrank consumeren. Als de analyse van Dufault en haar collegae klopt, kan de gemiddelde mens tot 28,5 mcg kwik per dag extra binnenkrijgen, en dat getal kan hoger liggen voor mensen die meer tussendoortjes en frisdrank nuttigen. Er zijn mensen die Dufault en de IATP ervan beschuldigen dat ze onnodig angst veroorzaken. Volgens toxicoloog Carl Winter, van het FoodSafe Program aan de universiteit van Californië, is methylkwik de meest giftige vorm van kwik, aangezien die gemakkelijker te absorberen is door het lichaam. Die vorm zit in de vis voor consumptie. Hij zegt nu dat Dufault en Wallinga mogelijk het element kwik zelf hebben gemeten, waarvan wordt aangenomen dat het minder gevaarlijk is. Maar volgens de Wereldgezondheidsorganisatie is het element kwik wel degelijk ‘toxisch voor zowel het centrale als het perifere zenuwstelsel’.

Gezond is kwik sowieso niet, dus hoe geringer de inname, hoe beter, in welke vorm ook. Bekend is dat bij hoge doseringen (een hoge kwikbelasting) schade kan ontstaan aan het hart, de nieren, de longen en het immuunsysteem. Zoals Wallinga het stelt: ‘De algemene boodschap is volgens mij dat we hier te maken hebben met een totaal overbodige en te voorkomen blootstelling aan kwik.’

Wilt u dit artikel lezen?

Als abonnee kunt u dit artikel gratis lezen door in te loggen op uw account. Nog geen abonnee? Sluit nu een abonnement af.

Andere archief artikelen

De medicijnen zijn heerlijk

In de Verenigde Staten konden de grote farmaceutische bedrijven rechtstreeks reclame maken voor hun middelen. Het gevolg daarvan was dat mensen hun arts onder druk zetten om een recept voor zo’n medicijn uit te schrijven. Door de invloed van sociale mediaplatforms is...

Medisch Dossier avatar

Over de auteur