De vijf vragen over leefstijlgeneeskunde in deze editie worden ditmaal beantwoord door Trudy Vlot.

We moeten meer streven naar het creëren van gezondheid in plaats van het bestrijden van ziekte, is het credo van leefstijlarts Trudy Vlot. Direct bij het begin van haar studie geneeskunde voelde ze al: hier mist wat. ‘Is dit het dan?’, vroeg zij zich af. Op haar zoektocht naar verdieping kwam ze op het spoor terecht van een meer geïntegreerde benadering van gezondheid. Ziekte staat immers niet op zichzelf, maar hangt samen met talloze omgevingsfactoren, waaronder voeding, beweging en levenshouding. Een hoopvol gegeven, want dat betekent dat we zelf de touwtjes in handen hebben. En dat is precies waar Vlot op insteekt. In haar praktijk vraagt ze een flinke dosis zelfwerkzaamheid van haar cliënten. Maar daar krijgen zij dan ook wat voor terug: een duurzame gezondheid, want een veranderde leefstijl werkt niet alleen genezend, maar ook preventief.

Vraag 1 Hoe is leefstijlgeneeskunde ontstaan?

Steeds meer mensen worden chronisch ziek, en dat op steeds jongere leeftijd. Nieuwe medicijnen worden er praktisch niet meer uitgevonden. De gehele geneeskunde zit in een soort impasse. Onderzoek geeft aan dat veel klachten en aandoeningen zijn gerelateerd aan de huidige westerse leefwijze. Hieruit kun je dan weer concluderen dat leefstijlaanpassingen van grote invloed kunnen zijn op gezondheid. Hiermee is leefstijlgeneeskunde ‘geboren’. Een nog zeer jonge, maar zeer veelbelovende tak binnen de geneeskunde.

Leefstijlgeneeskunde wordt gezien als dé toekomst voor het managen van (alle) chronische aandoeningen.1 Inmiddels zijn er wereldwijd meerdere organisaties die zich met leefstijlgeneeskunde bezighouden en zich hierin hebben gespecialiseerd.

Vraag 2 Wat is leefstijlgeneeskunde?

Leefstijlgeneeskunde houdt in dat je leefstijlfactoren die invloed hebben op onze fysieke en mentale gezondheid inzet als interventie bij klachten en aandoeningen. Binnen de leefstijlgeneeskunde richten behandelaars zich op gedragsverandering binnen vier grote pijlers: voeding, beweging, stressregulatie en spiritualiteit-mind-body. Daarnaast kan er ook op ander vlak worden geïntervenieerd zoals bij verslavingen, slaapgedrag, sociale of relationele aspecten, financiële aspecten en omgevingsfactoren.

Vraag 3 Welke opleidingen zijn er voor leefstijl-geneeskunde?

Om deze vraag te beantwoorden, is het goed om onderscheid te maken in de twee lagen waarin (momenteel) gewerkt wordt. Er zijn leefstijlcoaches en leefstijlartsen.

Voor leefstijlcoaches zijn er in korte tijd bijna twintig organisaties opgericht die een eenjarige post-hbo opleiding aanbieden. Leefstijlcoaches zijn verenigd in de Beroepsgroep Leefstijl Coaches Nederland (BLCN).
Leefstijlartsen kunnen de tweejarige postacademische opleiding in Nederland volgen onder meer bij Academy Integrative Medicine. Leefstijlartsen zijn verenigd in de Artsen Vereniging Integrale Geneeskunde (AVIG).

Vraag 4 Hoe gaan de leefstijlcoach en leefstijlarts te werk?

Zowel de leefstijlcoach als de leefstijlarts zal een intake doen, waarbij de huidige leefwijze van de cliënt onder de loep wordt genomen. Er wordt dan gekeken welke van de leefstijlfactoren de grootste verstoring geven. En welke interventie het beste resultaat zal geven. Zowel de coaches als de artsen gaan coachend te werk. Dit vraagt een actieve rol van de cliënt. Deze zal de gedragsveranderingen zelf door moeten voeren met als doel om bepaalde leefstijlaspecten blijvend aan te passen.

Vraag 5 Waarbij kan leefstijlgeneeskunde worden ingezet?

Een onjuiste leefstijl is in meer dan driekwart van alle klachten en aandoeningen onderdeel van het probleem. Denk aan chronische welvaartsziekten zoals diabetes type 2, obesitas, hart- en vaatziekten. Bij al deze aandoeningen is aanpassing van de leefstijl gunstig voor het beperken of verhelpen van de klachten. Het uiteindelijke doel is dat de veranderde leefstijlaspecten gecontinueerd worden, en dat de extra interventies achterwege gelaten kunnen worden. Hiermee werkt de nieuwe leefstijl als een vorm van preventieve geneeskunde.

Bronnen
1 Curr Opin Endocrinol Diabetes Obes. 2013 Oct;20(5):389-95

Maak kennis met Medisch Dossier

Gratis opties Liever even gebruikmaken van de gratis opties? We hebben je er graag bij: Schrijf je in voor de MD Update – elke vrijdag in je inbox Volg ons op Facebook Of op Instagram