De geneeskunde sluit de gelederen als het om kanker gaat – en wij delven het onderspit.
De laatste tijd gaat er een stompzinnig devies rond en het luidt als volgt: er zijn maar twee soorten geneeskunde, namelijk geneeskunde die werkt en de alternatieve geneeskunde.
Dat zou betekenen dat de moderne geneeskunde de deuren wijd open heeft staan voor alle vormen van therapie waarvan bewezen is dat ze werken, terwijl de alternatieven het afvalputje vol oplichters, uitbuiters en kwakzalvers vormen die profiteren van de zwakken en de wanhopigen. Hier geldt wat wel vaker het geval is bij stompzinnige theorieën: de stelling slaat de plank zó mis, dat ze niet eens te weerleggen is.
De moderne geneeskunde is een interessante samenvoeging van kerk en industrie: als kerk heeft ze vaststaande opvattingen over het lichaam en ziekten waarbij elke afwijkende opvatting wordt verketterd; als industrie heeft ze als primaire doel het verkopen van geneesmiddelen aan zieken.
Om haar geloof en doelstellingen te handhaven zal de geneeskunde – in het uiterste geval – fraude plegen, data manipuleren en ieder alternatief belachelijk maken. Deze manier van werken wordt in het hoofdartikel van deze maand over kankerbehandelingen haarscherp blootgelegd. Het geeft een overzicht van de wetenschappelijke onderbouwing van de reguliere behandelvormen van kanker, maar ook van de onbetamelijke wijze waarop alternatieve therapieën in een kwaad daglicht worden gesteld.
Het is een verhaal over propaganda en halve waarheden waardoor soms zelfs de oncoloog wordt misleid. Geen wonder dus dat de patiënt en de immer volgzame media erdoor op het verkeerde been worden gezet. Een geliefde truc van onderzoekers is bijvoorbeeld om in hun conclusies relatieve risico’s te vermelden in plaats van absolute risico’s. In relatieve termen heeft een kankerpatiënt 50 procent meer kans om na vijf jaar nog in leven te zijn met chemotherapie, maar in absolute termen is die kans maar 2 procent.
Met evenzoveel wendbaarheid en nonchalance wordt de waarheid geweld aangedaan als de geneeskunde alternatieve behandelingen test. Dat ontdekte dr. Nicholas Gonzalez tot zijn frustratie, toen zijn enzymtherapie werd uitverkoren door het Amerikaanse National Cancer Institute voor een gecontroleerd wetenschappelijk onderzoek. Dat mondde uit in een drama. Vanwege de vooringenomenheid van de onderzoekers werd het klinisch-wetenschappelijk onderzoek slecht uitgevoerd en leverde het de resultaten op die de hoofdonderzoeker graag wilde zien. Deze laatste was heel toevallig de pionier van de nieuwe chemotherapie waarmee Gonzalez’ therapie werd vergeleken. Objectiviteit was dus bij voorbaat uitgesloten.
Onze slotconclusie moet helaas luiden dat gezondheid en ziekte te belangrijk zijn om onder het mandaat te vallen van de Kerk der Geneeskunde.
Bryan Hubbard