Dieren weten beter wat ze moeten eten dan wij.
Onze hond Ollie is een kleine driekleurige Cavalier King Charles-spaniël. Hij heeft een koninklijke stamboom en heeft dan ook vanaf zijn geboorte al een eigenaardige houding van vorstelijkheid en een permanent hautaine blik. Hij zou zo in een komisch stripverhaal passen als het mopperende hondje met constant een gedachteballonnetje boven zijn hoofd met sprekende ergernis over de volstrekte onwetendheid van zijn eigenaren. Hij weigert te eten, tenzij dat net heel slecht uitkomt, en hij is extreem kieskeurig, zelfs wanneer hij vers biologisch vlees voor zijn neus krijgt.
Des te fascinerender is het om te zien wat Ollie in het wild wél eet, en vooral wanneer hij zich niet lekker voelt. Consequent kiest hij voor bepaalde grassen of bladeren en nadat hij zich daar dan uitgebreid aan heeft tegoed gedaan, is hij totaal genezen.
Diergedragswetenschappers wisten al dat alle soorten dieren instinctief lijken te weten welke planten tegen verschillende ziekten werken. Er zijn vele verhalen over dieren die precies datgene gingen eten waarvan ze beter werden. De indianen in Amerika gaven de Ligusticum vroeger al de naam ‘berenmedicijn’, nadat ze een aantal zieke beren de wortels van die plant hadden zien verorberen.
Een zo’n diergedragswetenschapper is Cindy Engel, die het boek Wild Health heeft geschreven. Hierin verzamelde ze wetenschappelijke bewijzen voor de stelling dat dieren instinctief weten hoe ze optimaal gezond blijven; schotel zelfs ratten een uitgebreid buffet voor en ze zullen er een uitgebalanceerd voedingspatroon uit kiezen. Nog opvallender is dat dieren het beste voedsel blijken te kennen voor verschillende gezondheidsproblemen, zoals parasieten, infectie, huidaandoeningen en onverhoopte vergiftiging. Uit wetenschappelijke onderzoeken blijkt dat dieren op de een of andere manier de duizenden toxische secundaire bestanddelen van planten die voor interne parasieten dodelijk zijn van elkaar kunnen onderscheiden. Een aantal diersoorten, waaronder de neushoorn en de wilde bizon, doet zich tegoed aan één bepaalde boombast, waarvan we weten dat die toxisch is voor de microben die dysenterie veroorzaken.