Farmaceutische bedrijven hebben specifieke privileges, terwijl hun primaire doel meer winst is.
De recente financiële redding van de banken laat een bittere nasmaak na. Kennelijk van te groot belang om te mogen omvallen, kregen de banken staatssteun om ze overeind te houden.
En vervolgens schaften de banken kredieten aan kleine bedrijven af – een beslissing die ons allemaal weer in de recessie dreigt te brengen – en gingen enorme bonussen uitkeren zodra ze weer winst gingen maken.
Dit kon allemaal gebeuren doordat banken de bevoorrechte status hebben van zowel commerciële onderneming, die bestaat ten behoeve van de aandeelhouders, alsook essentieel onderdeel van de maatschappij.
Daarin staan ze niet alleen: farmaceutische bedrijven hebben eenzelfde maatschappelijke positie. Hoewel die nooit overheidsfinanciering nodig hebben gehad, worden ze beschermd door wetten, door regeringen en zelfs door de media, terwijl ze in eerste instantie bestaan ten behoeve van hun aandeelhouders. Dit komt doordat ze – net als banken – gezien worden als een factor die essentieel is voor de structuur van de samenleving.
Maar dankzij deze bevoorrechte positie neemt de farma-industrie het – net als de banken – niet zo nauw met de enorme privileges die ze hebben. Een recent nieuwsbericht bijvoorbeeld onthult dat bijna twee derde van de mensen die receptmedicijnen slikken, last heeft van bijwerkingen, vaak omdat de waarheid omtrent het gevaar daarvan nooit bekend is gemaakt.
Erger nog, sommige geneesmiddelen doen meer kwaad dan goed, zoals te lezen is in het Dossier-artikel over depressie van deze maand. De SSRI-antidepressiva kunnen helemaal niet helpen bij depressie, doordat ze uitgaan van de theorie dat depressie het gevolg is van een te laag serotoninegehalte. Die theorie is nooit bewezen en klopt ook niet, zoals het artikel aantoont.
De zucht naar winst vlakt alles uit – zelfs de waarheid, de verantwoordelijkheid en alle zorg voor de veiligheid van de patiënt. Net als bij de banken is dat een magere terugbetaling aan de maatschappij voor de geboden speciale bescherming.
Wat kunnen we hieraan doen? De fundamentele fout in dit ongelukkige scenario is het idee dat banken – en geneesmiddelenfabrikanten – te groot zijn om failliet te mogen gaan. Dat hun wegvallen te enorm zou zijn om dat het hoofd te kunnen bieden.
Dit klopte niet in het geval van de banken en klopt evenmin voor de farma-industrie. De banken hadden failliet kunnen gaan, en met het geld dat was gestort in de bodemloze put van de subprime debts – de hypotheken die konden worden afgesloten zonder inkomen, waarna men meestal ook niet meer aan de betalingsverplichting kon voldoen – had een nieuwe bank kunnen worden opgericht. Maar dan een die de mensen en de kleine ondernemers beter ter wille was geweest.
Op dezelfde manier hadden ook ethische geneesmiddelenbedrijven kunnen worden opgericht – die oog hadden voor menselijk welzijn en veiligheid boven winst en aandeelhoudersdividend. Al het andere laat een vieze smaak na.
Bryan Hubbard