Eindelijk erkenning voor de ontdekkingen van Otto Warburg; verdere bevestiging van zijn theorie over glucose en kanker
Wat gebeurt er in het lichaam als we kanker hebben? De standaarddefinitie is dat gezonde cellen muteren en zich snel vermeerderen. Wanneer de abnormale cellen zich samenvoegen, vormen ze een tumor, die zich naar andere delen van het lichaam kan verspreiden. Dit wordt vaak behandeld met chemotherapie, bestralingen, operaties of nieuwe therapieën, zoals immuuntherapie.
In deze definitie blijft een hoop onbeantwoord. Zoals: waarom muteren de cellen eigenlijk en hoe komt het dat kankercellen veel sneller groeien dan gezonde cellen? Dit zijn geen onbelangrijke vragen. Als we ze konden beantwoorden, zouden we weten hoe we kanker moeten voorkomen en konden we het behandelen zonder daarbij tegelijk het mmuunsysteem te vernietigen.
Er zijn twee nieuwe theorieën verschenen die deze vragen mogelijk kunnen beantwoorden en beide zien een hoofdrol weggelegd voor suiker, zowel wat de oorzaak als de voortgang van kanker betreft. Zij bouwen voort op ontdekkingen die de Duitse biochemicus Otto Warburg eind jaren twintig deed. Ook al kreeg hij de Nobelprijs voor zijn onderzoek, toch zijn deze doorbraken sindsdien grotendeels genegeerd en het ‘Warburg-effect’ werd gereduceerd tot een voetnoot in het kankeronderzoek.
Oncologen weten al lang tijd dat glucose een biomarker is voor kanker. Zij zetten PET-scans in om gebieden in het lichaam te vinden die daarvan excessieve hoeveelheden gebruiken. Hoe meer glucose wordt gebruikt, hoe pessimistischer de prognose. Hoewel binnen de conventionele oncologie wordt erkend dat een hoge glucoseconsumptie een aanwijzing is voor kanker, is de mening van Warburg dat het een onlosmakelijk onderdeel is van het kankerproces, nooit aanvaard. Dat is echter langzamerhand aan het veranderen nu nieuwe onderzoeken zich richten op de biochemie van tumoren en hun energiebron.
De insulineconnectie
Een van de voortrekkers bij de hernieuwde belangstelling voor Warburg is onderzoeker dr. Lewis Cantley van het kankercentrum van Weill Cornell Medical School te New York. Hij is ervan overtuigd geraakt dat de meeste vormen van kanker worden veroorzaakt door een teveel aan suiker, of beter gezegd insuline, het hormoon dat het lichaam produceert om suikers uit koolhydraten in onze voeding af te breken.
Veertig jaar geleden identificeerde dr. Cantley een enzym, PI3K (fosfoïnositide-3-kinase) genaamd, dat hij beschreef als een hoofdschakelaar voor kanker. Het speelt in ons lichaam een sleutelrol in het samenspel tussen insuline en glucose (ofwel bloedsuiker). Als dit proces vertraagt, wordt het lichaam insulineresistent en kunnen cellen niet genoeg glucose opnemen om in hun energiebehoefte te voorzien. Dit is diabetes type 2.
Als de snelheid van het proces juist enorm toeneemt, krijgen cellen – en vooral gemuteerde kankercellen – een overvloed aan glucose, wat hun groei stimuleert, en dat is kanker. Dit is precies wat Warburg zag gebeuren bij het proces van tumorvorming in zijn laboratorium: gezonde cellen voeden zich met zuurstof, maar kankercellen voeden zich met suiker, ook al is het veel minder efficiënt. Hij noemde het ‘aërobe glycolyse’. In theorie kunnen de kankercellen zich ook met zuurstof voeden, maar iets zorgt ervoor dat ze de voorkeur geven aan suiker.
[rectificatie: Het voorkeur hebben voor zuurstof in plaats van glucose is een niet correct. Glucose is de brandstof voor zowel de gezonde als de kankercel. Het verschil zit niet in de brandstof maar in de verbrandingswijze. Gezonde cellen ‘verbranden’ glucose met behulp van zuurstof. Kankercellen daarentegen vergisten glucose. Bij het vergisten is geen zuurstof nodig. Dit verschil in wijze van verbranding is belangrijk! Verbranding van glucose met zuurstof levert 36 eenheden bio-energie (ATP) op. En vergisting levert slechts 1 ATP op. Vergisten is dus 36x in-efficiënter dan verbranding voor het opwekken van energie in het lichaam. Dat is de achilleshiel van kankercellen. Voor deze ontdekking kreeg Warburg de Nobelprijs!]
Dat ‘iets’ is een mutatie die eerder in het biologische proces optreedt en dat komt door een teveel aan insuline, meent dr. Cantley. In het PI3K-enzym komen vaker mutaties voor dan in om het even welk ander gen. Hij schat dat het verantwoordelijk is voor 80 procent van alle kankervormen, waaronder borst-, hersen- en blaaskanker. De PI3K-theorie wordt nog steeds niet algemeen aanvaard, maar Cantley blijft zijn hypothese onderzoeken, meer dan dertig jaar nadat hij deze voor het eerst voorstelde.1
Vergeet lactaat niet
Het kan zijn dat er weerstand is tegen de theorie, omdat er iets ontbreekt; andere onderzoekers zien namelijk iets anders in de kankerpuzzel waarbij insuline helemaal geen rol speelt. Hoewel suiker misschien wel de aanzet geeft tot het kankerproces wordt het volgens een andere theorie verder aangewakkerd door lactaat. Dat is een molecuul dat meestal in de spieren wordt gevonden en het veroorzaakt bij sporters stijve spieren na een training.
En, wat ernstiger is, het is ook een aanwijzing voor bloedvergiftiging en congestief hartfalen. Warburg had ook lactaatophopingen gezien rond kankercellen, maar hij nam aan dat het een nutteloos bijproduct was, biologisch afval. Maar volgens recent onderzoek is lactaat de brandstof die ervoor zorgt dat kankercellen zich blijven vermenigvuldigen en verspreiden.
Kort geleden is de lactaathypothese ook overgenomen door een onderzoeksteam van de University of Colorado School of Medicine, onder leiding van Inigo San-Millan. ‘We ontdekten dat lactaat een katalysator is die een mechanisme in gemuteerde cellen activeert dat nodig is om het proces van tumorvorming voort te zetten’, zegt hij.2 Drie jaar geleden deed San-Millan proeven waarbij hij een reeks borstkankercellen voedde met glucose, en zoals verwacht begonnen deze lactaat te produceren en dat verhoogde de activiteit van de gemuteerde cellen tot acht keer. Maar lactaat is mogelijk niet alleen de brandstof voor tumorgroei.
Het kan misschien ook het signaleringssysteem vormen voor de ziekte. Dit betekent dat therapieën die alleen gericht zijn op glycolyse – de glucosestofwisseling – mogelijk niet effectief zijn als ze te laat worden gestart, wanneer het proces al in een latere fase is beland waarin lactaat de belangrijkste rol speelt.
San-Millan en zijn team zijn niet de eersten die vermoeden dat lactaat de aanjager is van kanker. Professor George Brooks van de University of California in Berkeley, poneerde in 1985 voor het eerst zijn theorie over de ‘lactaat-shuttle’. Deze is bestudeerd door andere onderzoekers die vermoeden dat lactaat een belangrijke rol speelt bij verschillende andere vormen van kanker, waaronder sarcoom3 en ruggenmergkanker.4
“De kankercijfers zijn de afgelopen honderd jaar gestaag toegenomen. Gedeeltelijk kan dit worden geweten aan omgevingsfactoren, maar de toename valt ook samen met de opkomst van de fastfoodindustrie”
Sport kanker weg
Dus hoe verandert dit het therapielandschap? Het klinkt misschien vreemd, maar San-Millan en zijn team zijn bezig met het opzetten van een aantal gepersonaliseerde sportprogramma’s voor kankerpatiënten. Hoewel wordt erkend dat sporten een gezonde leefstijlkeuze is die bijdraagt aan preventie van chronische ziekten, wordt het meestal niet voorgesteld als onderdeel van kankertherapie.
Als het programma van San-Millan overeenkomsten vertoont met het advies dat wordt gegeven na een inspannende training, gaat het wellicht om hydratatie met veel water, lichte rekoefeningen en het slikken van magnesium. Hij onderzoekt ook stoffen die ervoor kunnen zorgen dat lactaat de cel niet verlaat. ‘Als lactaat wordt geproduceerd, moet het de cel verlaten via een transportmolecule. We proberen de transportmolecule en de lactaatproductie in de kankercel te blokkeren met verschillende stoffen. Als je de deur blokkeert, kan het lactaat er niet uit en barst de kankercel’, zo legt hij uit.
De aanpak van Dr. Cantley is minder esoterisch: eet minder suiker, of, in zijn geval, helemaal geen. ‘Ik heb een heel simpele regel. Ik eet fruit, maar ik eet niets waaraan suiker is toegevoegd. En ik weet zeker dat we allemaal beter af zouden zijn als we geen suiker zouden eten’, zegt hij. Hij wijst op berichten van de Wereldgezondheidsorganisatie dat de gemiddelde Amerikaan 126 gram suiker per dag consumeert, wat vier keer meer is dan de aanbevolen benodigde hoeveelheid.
‘Als ik tegen iemand zeg: “Eet gedurende twee dagen niets zoets”, dan zullen ze me aankijken van: “Dat is onmogelijk, niemand kan dat.” Het lijkt heel erg op een verslaving aan opiaten of nicotine.’
De kankercijfers zijn de afgelopen honderd jaar gestaag toegenomen. Een deel hiervan is te wijten aan omgevingsfactoren zoals roken en vervuilende stoffen, maar de meest genoemde reden is dat we gewoonweg langer leven en dat kanker een ouderdomsziekte is. De toename valt echter ook samen met de opkomst van de fastfoodindustrie, waarin een overvloed aan suiker wordt gebruikt.
Deze recente opleving van belangstelling voor zijn theorie kwam te laat voor Warburg, die in 1970 stierf.
Hij was er tot het einde van overtuigd dat hij de oorzaak van de meeste vormen van kanker had ontdekt en dat toekomstige generaties zijn ontdekkingen zouden erkennen. Als geruststelling had hij een ingelijst citaat van kwantumfysicus Max Planck boven zijn bureau hangen: ‘Een nieuwe wetenschappelijke waarheid zegeviert niet door tegenstanders te overtuigen en hen het licht te laten zien, maar eerder doordat de tegenstanders uiteindelijk sterven.’
BRONNEN:
1 Cell, 1987; 50: 1021–9
2 Front Oncol, 2019; 9: 15363. Cancer Cell, 2014; 26: 851–62
3 Cells. 2020 Feb; 9(2): 510
4 Ann Transl Med. 2019 May; 7(10): 220
Het Warburg-effect stoppen
Gemuteerde kankercellen voeden zich met glucose, ofwel bloedsuiker en produceren vervolgens lactaat, waardoor ze kunnen groeien en communiceren. Een manier om het Warburg-effect, zoals het wordt genoemd te stoppen is het weglaten van suiker uit je voeding.
Een andere manier is het innemen van curcumine, een stof die wordt gevonden in kurkuma, een specerij die veel in de Aziatische keuken wordt gebruikt. Onderzoekers die cellijnen bestudeerden van long-, borst-, baarmoederhals-, prostaat- en nierkanker, zagen dat het de opname van glucose in de cellen en de afgifte van lactaat blokkeerde.
BRON: