Ramsey Nasr, schrijver, acteur en kunstenaar, onderzoekt in dit boek wat Covid-19 doet met de manier waarop wij naar onze wereld kijken. Ook stelt hij zichzelf de vraag: ‘Hoe komen we uit de coronacrisis en in wat voor wereld willen we leven na het overwinnen van deze pandemie?’
Koop het boek in de Medisch Dossier Boekenshop >>>
De eerste twee korte delen van het boek verschenen bij de aanvang van de lockdown in NRC Handelsblad. Het zijn de eerste indrukken van de auteur over wat er met mensen gebeurt, wanneer het coronavirus het veilige, normale bestaan opheft, alle zekerheden overhoopgooit en elke routine doorbreekt. Al tijdens de eerste quarantaine blijkt dat juist ondergewaardeerde beroepen zoals in de zorg en het onderwijs bewijzen dat ze van onschatbare waarde zijn. De rol van de kunst ziet Nasr als een vorm van extase, waarin we in een wereld met allerlei beperkingen voor even buiten onszelf kunnen zijn.
Na de krantenstukken volgt het derde deel van zo’n kleine 100 pagina’s. In een persoonlijke, maar ook zeker poëtische analyse ontleedt Nasr de corona- en klimaatcrises als twee rampen die onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Daarnaast houdt hij een vurig pleidooi om al die kennis waarover we dagelijks lezen in de kranten, om te zetten in daden. Het virus zorgt bij velen voor een toegenomen bewustzijn over de omgang met de planeet: 8 op de 10 burgers is bereid minder vaak het vliegtuig te nemen, 3 op de 4 vaker de auto laten staan, de helft wil zijn of haar reisgedrag aanpassen. We weten het allemaal, maar er gebeurt weinig en dat maakt de auteur zo kwaad.
Een obsessie voor groei en rendement heeft volgens Nasr onze fundamenten aangetast en de geboorte van dit virus houdt volgens hem dan ook rechtstreeks verband met de manier waarop wij met onze aardbol omspringen. Voor de auteur bevinden we ons duidelijk op een keerpunt: afremmen in plaats van uitbreiden en krimp in plaats van groei. ‘Nu onze natuurlijke hulpbronnen uitgeput raken, zal onze visie op wat geoorloofd is in korte tijd moeten veranderen’, aldus Nasr. ‘Wat staat ons te doen en welke stappen moeten we zetten om een klimaatcatastrofe te voorkomen? De 21e eeuw is de eeuw van ons geweten en het handelen daarnaar. Alleen dan kan een natuurlijk evenwicht worden hersteld. Maar we moeten wel de overtuiging hebben dat het anders moet, want: we weten wat de gevolgen zijn van temperatuurstijging; we weten dat bomen onze zuurstof produceren, terwijl de helft van onze bossen inmiddels zijn verdwenen; we weten dat kapitalisme niet werkt als een gesloten systeem waarvan iedereen profiteert.’
Een belangrijke eerste stap die wij volgens de auteur moeten zetten, is om onszelf niet langer als een uitzondering te zien op deze planeet. Zo bijzonder zijn we niet. Tijdens een periode in het onherbergzame poolgebied raakte hij hiervan overtuigd. ‘Helemaal op mezelf aangewezen, ervoer ik tot in mijn diepste vezels dat ik er niet toe deed’, schrijft Nasr. ‘In het grotere verband zijn we gelijkwaardig aan elkaar, aan de dieren, de planten; wij zijn onderdeel van de natuur. Alleen als we handelen vanuit dat besef kunnen we de stappen zetten die nodig zijn om de planeet te redden.’
Een belangrijke gewetensvraag die Nasr aan ieder van ons aan het eind van zijn betoog stelt is: ‘Wil je een vorm van geluk blijven nastreven als je weet dat dit geluk ten koste zal gaan van andere mensen, andere dieren, de planeet en volgende generaties?’
De slotwoorden van De fundamenten zijn: ‘Wij moeten handelen in het volle besef dat elk keerpunt zowel een moment is als een plek: een goed moment om stil te staan, een rampzalige plek om af te wachten.’
Dit boek pakt je en je leest het in één ruk uit. Met zijn rationele betoog weet Nasr de lezer ervan te overtuigen dat de toekomst van onze planeet voor diegenen die na ons komen in onze handen ligt.
Een bijzonder detail aan de vormgeving van het boek zijn de dertien kapitalen van de titel. Op de omslag van het boek staan zij stevig en in drie etages op elkaar. Tot je onder de omslag naar de boekband kijkt. Daar liggen de kapitalen schots en scheef door elkaar.
Door: Josée Janssen
![]() |