31-01-2013

Staar: niet altijd onvermijdelijk

Bepaalde veelgebruikte medicijnen leiden wellicht tot cataract (staar), ’s werelds meest voorkomende oorzaak van blindheid.

Bij staar (cataract) vertroebelt de lens en ga je wazig zien. Algemeen wordt dit beschouwd als een onvermijdelijk fenomeen van de ouderdom, net als rimpels en grijze haren. Maar recente onderzoeken lijken erop te wijzen dat sommige veel voorgeschreven medicijnen in een groot aantal gevallen wel eens de belangrijkste oorzaak kunnen zijn in plaats van ‘de leeftijd’.

Slechts enkele maanden na elkaar verschenen twee onderzoeken waaruit bleek dat bepaalde antidepressiva respectievelijk hormoonpreparaten – beide middelen die wereldwijd door miljoenen mensen worden gebruikt – het risico op staar drastisch kunnen verhogen.

Antidepressiva
De studie van het antidepressivum was het eerste grote onderzoek naar dit verband. Hierin werden de gegevens geanalyseerd van bijna 19.000 ouderen met staar en zo’n 190.000 controleproefpersonen. Het bleek dat wie ten tijde van het onderzoek een selectieve serotonineheropnameremmer (SSRI) gebruikte − dit is de groep antidepressiva die in veel landen het meest gebruikt wordt − 15 procent meer kans had op staar. Dat betekent alleen al in Amerika dat van alle gevallen van staar er 22.000 mogelijk aan SSRI’s te wijten zijn.

Het verband bleek met name sterk bij paroxetine (Seroxat), venlafaxine (Efexor) en fluvoxamine (Fevarin). Het eerstgenoemde verhoogde het staarrisico met 23 procent, het tweede met 33 procent en fluvoxamine met maar liefst 39 procent. Gelukkig gold het verhoogde risico enkel ten tijde van het gebruik van het middel 1.

Hoewel er meer onderzoek nodig is om het schijnbare verband te bevestigen, is bij dierexperimenteel onderzoek wel al een aannemelijke verklaring gevonden voor de risicoverhoging op staar onder SSRI-gebruikers. ‘De ooglens heeft serotoninereceptoren, en bij dieronderzoek is gebleken dat serotonine de lens troebel kan maken en tot vorming van staar kan leiden’, aldus een auteur van het onderzoek, dr. Mahyar Etminan. ‘Als onze bevindingen in toekomstige onderzoeken worden bevestigd, moeten artsen en patiënten rekening houden met deze bijwerking bij senioren’, voegde hij eraan toe.

Hormoonsubstitutie
Het andere onderzoek waarin staar in verband is gebracht met een geneesmiddel was een onderzoek met meer dan 30.000 proefpersonen, dat acht jaar geduurd heeft. Deze personen waren allen Zweedse vrouwen na de overgang. Het bleek dat wie hormoonsubstitutie had gebruikt significant vaker een staaroperatie kreeg dan wie dat niet had gebruikt. Bij vrouwen die nog steeds hormoonsubstitutie kregen, was het aantal staaroperaties 18 procent hoger, en bij vrouwen die in het verleden hormoonsubstitutie hadden gehad 14 procent. Hoe langer een vrouw hormoonsubstitutie had gebruikt, hoe hoger haar risico.

Tevens bleek dat consumptie van alcohol de schadelijke effecten van hormoonsubstitutie vergrootte. Wie ten tijde van het onderzoek aanvullende hormonen gebruikte en tevens meer dan één glas alcohol dronk per dag, had 42 procent meer risico dat ze een staaroperatie moest ondergaan dan vrouwen die noch hormoonsubstitutie noch alcohol gebruikten 2.

Aannemelijk is dat het achterliggende mechanisme te maken heeft met C-reactief proteïne. Bij andere onderzoeken is gebleken dat een hoog gehalte hiervan kan leiden tot staar en het kan zo zijn dat hormoonsubstitutie dit gehalte inderdaad verhoogt. Zoals hoofdauteur dr. Birgitta Lindblad zegt: ‘Als de samenhang die wij hebben gevonden, wordt bevestigd door toekomstig onderzoek, dan moet een bijwerking aan de lijst negatieve gevolgen van hormoonsubstitutie worden toegevoegd, namelijk een verhoogd risico dat een staaroperatie noodzakelijk wordt.’

Overige middelen
Deze nieuwe onderzoeksuitkomsten doen vermoeden dat staar in veel gevallen te voorkomen is door bepaalde geneesmiddelen te mijden. Maar niet alleen SSRI’s en hormoonsubstitutie zijn met staar in verband gebracht. Bij andere onderzoeken zijn ook significante risicoverhogingen gevonden bij gebruik van statines (cholesterolverlagers) 3, corticosteroïden (via de mond of inademing) 4, diabetesmiddelen 5 en bepaalde middelen die overgevoelig maken voor de zon, zoals de pijnstiller (NSAID) naproxen 6.

Belang van voeding
Anderzijds komt uit steeds meer onderzoek naar voren dat gezonde voeding zeer goed beschermt tegen staar. Aan de afdeling oogheelkunde en visuele wetenschappen van de universiteit van Wisconsin is ontdekt dat vrouwen die een voedingspatroon hadden met veel vitaminen en mineralen minder vaak kernstaar (nucleair cataract) kregen. Dat is de meest voorkomende vorm van staar, die zich in het centrum van de lens ontwikkelt.
In het onderzoek waren ruim 1800 vrouwen opgenomen in de leeftijd van 55 tot 86 jaar, die deelnamen aan de zogeheten CAREDS (Carotenoids in Age Related Eye Disease Study). De vrouwen kregen een vragenlijst over hun dagelijkse voeding (de HEI: Healthy Eating Index van 1995) en de aanwezigheid van kernstaar werd vier tot zeven jaar later gemeten. Tevens werd hun voedingspatroon afgezet tegen de Amerikaanse voedingsrichtlijnen van 1990. Een hoge HEI-score bleek de sterkste voorspellende variabele voor het weinig voorkomen van kernstaar. Een hogere score voor gezond eten (HEI) kreeg je door op of boven de aanbevolen hoeveelheid te scoren voor groenten, fruit, granen, melk en vlees (of andere eiwitbronnen, zoals bonen, vis en ei) en onder de aanbevolen hoeveelheid voor vet, verzadigd vet, cholesterol en zout. Vrouwen met de hoogste HEI-score bleken 37 procent minder risico te lopen op het ontstaan van staar dan de vrouwen met de laagste scores. De onderzoekers concludeerden dat ‘deze uitkomsten een aanvulling vormen op de bestaande bewijzen dat het eten van voeding met veel vitaminen en mineralen mede bijdraagt aan een uitstel van het ontstaan van de meest voorkomende vormen van staar in Amerika’ 7.

Specifieke nutriënten
Tevens zijn er onderzoeksuitkomsten die doen vermoeden dat bepaalde voedingstoffen met name nuttig zijn om staar te voorkomen. In een eerder onderzoek door hetzelfde team onderzoekers van de universiteit van Wisconsin bleken vrouwen met een hoge inname van luteïne en zeaxanthine − beide in donkergroene bladgroenten, maar ook in kiwi, druiven, granen en eigeel − een 23 procent lager dan gemiddelde prevalentie van kernstaar hadden. Zij die het meest nuttigden van deze voedingstoffen hadden 32 procent minder kans op kernstaar dan zij die het minst nuttigden. De onderzoekers lichtten toe dat luteïne en zeaxanthine zich beide in de ooglens ophopen en dat bekend is dat ze beschermen tegen schade door ultraviolet licht. Die schade verhoogt de kans op staar 8.

Een aantal andere voedingsstoffen, voornamelijk antioxidanten, blijkt even zeer belangrijk te zijn bij de preventie van staar. In een tienjarig onderzoek met meer dan 2400 ouderen in Sydney (Australië) bleek dat een hogere inname van vitamine C (uit voeding dan wel supplementen) of een gecombineerde inname van meerdere antioxidanten (vitamine C en E, bètacaroteen en zink) het risico op staar significant verminderde 9.
Aannemelijk is dat oxidatieve belasting een belangrijke rol speelt bij de vorming van staar. Het is dus logisch dat antioxidanten, die immers vrije radicalen opruimen die anders schade aan eiwitten en vezels in de lens veroorzaken, een beschermende werking bieden. In een onderzoek in Noord-India bleek inderdaad dat door een hoger gehalte van de antioxidanten in het bloed − waaronder vitamine C, alfa-/bètacaroteen, zeaxanthine, luteïne en lycopeen − de kans op het ontstaan van staar significant lager werd 10.

Risico verkleinen
Naast het vermijden van bepaalde geneesmiddelen en het eten van gezonde voeding − rijk aan antioxidanten − zijn er nog een paar manieren om het risico op staar te verkleinen.

  • Stoppen met roken: rokers hebben vaker staar, dus door te stoppen red je wellicht je gezichtsvermogen11. Waarschijnlijk ontstaat stapeling van het cadmium uit de sigaretten in de lens, om daar schade aan te brengen. Ook zitten er in sigarettenrook onder andere veel vrije radicalen. Het zou dus ook zo kunnen zijn dat door roken het gehalte beschermende antioxidanten wordt uitgeput 12.
  • Afvallen: bij onderzoek aan Harvard is ontdekt dat mensen bij een BMI (body mass index: gewicht in kilo’s gedeeld door het kwadraat van de lengte in meters) vanaf 30 (de grenswaarde voor obesitas) minstens een derde meer kans hebben dan bij een BMI lager dan 23 (dit is laag-normaal) 13.
  • Drink met mate: de tien jaar durende Blue Mountains Eye Study in Australië (hierboven vermeld) onthulde dat mensen die meer dan twee standaard glazen alcoholhoudende drank per dag nuttigden óf die geheelonthouder waren, significant meer kans hadden dat ze op enig moment een staaroperatie moesten ondergaan dan de matige drinkers. De groep matige drinkers bleek de helft minder staaroperaties te hebben ondergaan.
  • Sport: uit recent onderzoek is gebleken dat intensief sporten kan beschermen tegen staar. De onderzoekers ontdekten dat mannen die minstens 64 kilometer per week renden 35 procent minder kans op het ontstaan van staar hadden dan mannen die minder dan zestien kilometer per week renden. Ook bij een prestatiemeting van deze mannen bij een afstandloop van tien kilometer – die een goede maat oplevert voor de algemene conditie en het uithoudingsvermogen – bleek dat het risico op staar bij de fitste mannen maar de helft zo hoog was als bij de minst fitte mannen 15.
  • Beperk blootstelling aan zware metalen: bij langdurige blootstelling aan lage concentraties zware metalen − en met name aan lood − ontstaat stapeling daarvan in de lens. Daardoor groeit de oxidatieve belasting en ontstaat sneller staar16.
  • Houd op die zonnebril: bij een literatuuroverzicht van onderzoeken uit Japan, IJsland, Australië en Singapore, ontdekten de Japanse onderzoekers dat mensen die de hoogste blootstelling aan zonlicht kregen (ultraviolet licht) staar het vaakst voorkwam17.

Joanna Evans

1 Ophthalmology, 2010; 117: 1251-1255
2 Ophthalmology, 2010; 117: 424-430
3 BMJ, 2010; 340: c2197
4 Ophthalmology, 2009; 116: 652-657
5 Ophthalmology, 2001; 108: 1670-1674
6 Arch Ophthalmol, 2010; 128: 959-963
7 Arch Ophthalmol, 2010; 128: 738-749
8 Arch Ophthalmol, 2008; 126: 354-364
9 Am J Clin Nutr, 2008; 87: 1899-1905
10 Invest Ophthalmol Vis Sci, 2008; 49: 3328-3335
11 Arch Ophthalmol, 1997; 115: 1296-1303
12 Br J Ophthalmol, 1998; 82: 186-188
13 Int J Obes Relat Metab Disord, 2002; 26: 1588-1595
14 Am J Ophthalmol, 2010; 150: 434-440
15 Invest Ophthalmol Vis Sci, 2009; 50: 95-100
16 JAMA, 2004; 292: 2750-2754
17 Invest Ophthalmol Vis Sci, 2003; 44: 4210-4214

 

Veelbelovende natuurlijke behandelingen

  • Bosbessen zijn rijk aan anthocyaniden. Dat zijn krachtige antioxidanten met specifieke affiniteit voor de ogen. In een publicatie over vijftig patiënten met ouderdomsstaar bleek een combinatie van bosbes (180 mg twee maal daags) − gestandaardiseerd tot 25 procent anthocyanosiden − met vitamine E (100 mg twee maal daags) gedurende vier maanden, bij 96 procent van de behandelde patiënten de ontwikkeling van staar te stoppen. In de controlegroep was dat 76 procent 1.
  • Vitamine E is ook op zichzelf staand getest in een gerandomiseerd gecontroleerd onderzoek met vijftig patiënten met ouderdomsstaar (100 mg twee maal daags gedurende dertig dagen). Ten opzichte van een placebo bleek er een significant kleinere toename van corticaal cataract (vertroebelingen in het buitenste deel van de lens) te zijn in de groep die vitamine E kreeg 2.
  • N-acetylcarnosine-bevattende oogdruppels, genaamd Can-C, bleken mogelijk werkzaam bij de behandeling van staar. In een gerandomiseerd gecontroleerd onderzoek met 49 patiënten bleek na zes maanden twee maal daags gebruik van Can-C, bij 90 procent van de ogen die met NAC waren behandeld, de visuele accuratesse te verbeteren en bij 89 procent de overgevoeligheid voor fel licht. In de controlegroep waren de visuele uitkomsten na twee jaar significant verslechterd. Let wel, dit onderzoek is uitgevoerd door de fabrikant − Innovative Vision Products (IVP) − die heeft meegewerkt aan de ontwikkeling van deze oogdruppels 3.

1 Altern Med Rev, 2001; 6: 141-166
2 Ann Nutr Metab, 1999; 43: 286-289
3 Drugs R D, 2002; 3: 87-103
 

Wilt u dit artikel lezen?

Als abonnee kunt u dit artikel gratis lezen door in te loggen op uw account. Nog geen abonnee? Sluit nu een abonnement af.

Andere archief artikelen

Het laatste woord; Gewoon een dagje ouder?

Uit nieuw onderzoek zou blijken dat statines geen spierpijn veroorzaken. Onderzoekers hebben namelijk vastgesteld dat oudere mensen last hebben van pijntjes. Er zijn meer dan genoeg onderzoeken die laten zien dat statinegebruikers veel pijn lijden ‘Het lijdt geen...

Uitgelezen; Leer je hond,kat of konijn kennen

De auteurs zijn beiden holistisch dierenarts en laten je in dit boek kennismaken met de Vijf Elementen, een duizenden jaren oude stroming binnen de Chinese geneeskunde. Het doel is om eigenaren van honden, katten en konijnen te leren begrijpen waarom een bepaald dier...

Lasertherapie voor een kerkuil

Proefondervindelijk bewijsIn een NRC-artikel begin dit jaar over lasertherapie en long covid trekken alle bevraagde medisch deskundigen de werking van lasertherapie in twijfel.1 Het succes zou te maken hebben met het placebo-effect van de behandeling. Maar wilde...

Een vertraagde schildklier

Steeds meer mensen hebben te maken met schildklierproblemen. Bij lichte afwijkingen worden deze niet altijd behandeld. Ralph Moorman pleit ervoor dat wel te doen. In dit artikel legt hij uit wat je zelf kunt bereiken met voedings- en leefstijlinterventie. Een huisarts...