SSRI?s: ?geen verslaving, maar ontwenningssyndroom?

 De Hollywood-ster Lindsay Lohan wist afgelopen zomer haar zaak – waarin ze stelde dat ze verslaafd was geraakt aan antidepressiva – aanhangig te maken bij het hof van Los Angeles. Daarmee heropende ze een controverse die de farmaceutische industrie al dertig jaar in de doofpot probeert te houden.
Na de hoorzitting zei Lohans vader Michael tegen de journalisten: ‘Deze medicijnen betekenen op termijn de dood van mijn dochter en dat geldt voor miljoenen kinderen in Amerika. Iemand moet daar een eind aan maken.’ Maar tot nu toe is dat nog niemand gelukt. Zelfs met een hoorzitting voor de Amerikaanse Senaat in 2007 waren de fabrikanten van SSRI’s niet te dwingen tot openheid over de verslavende werking van hun middelen.
De farmaceutische industrie zette al direct een schadebeperkende strategie in toen de allereerste SSRI van Eli Lilly, prozac (fluoxetine), in 1977 werd toegelaten op de markt. Hiermee werd een nieuwe groep geneesmiddelen geïntroduceerd op basis van het idee dat mensen met een depressie een tekort aan serotonine hebben, een stofje in de hersenen met een werking op het centrale zenuwstelsel. Die theorie is nooit bewezen (zie kader).

What’s in a name?
De eerste aanwijzingen dat SSRI’s verslavend waren, verschenen in 1992 over fluvoxamine1. Daarmee werd de deur geopend voor soortgelijke meldingen over paroxetine, een jaar later, en voor sertraline in 1994. In een poging de bezorgdheid over de verslavende werking van SSRI’s af te wenden, vond Eli Lilly in 1996 de term discontinuation syndrome, het ontwenningssyndroom uit, een eufemisme dat in 2001 ook in de bijsluiters begon te verschijnen.
De Wereldgezondheidsorganisatie was niet onder de indruk. ‘SSRI’s vormen hiermee een voorbeeld van hoe een correcte rapportage, interpretatie en communicatie van negatieve bijwerkingen die te maken hebben met verslaving, kan worden aangetast door conceptuele verwarring over de terminologie’2. Met andere woorden: geef het probleem een andere naam en niemand krijgt er lucht van.

De deprimerende realiteit
Hoe je het ook noemt, de realiteit blijft dezelfde: SSRI’s zijn zeer verslavend. In de database van het onafhankelijke Uppsala Monitoring Centre staan drie SSRI’s – fluoxetine, paroxetine en sertraline – in de top-30 van meest verslavende middelen2. Van die drie is paroxetine het meest verslavend3.
De bewering dat paroxetine verslavend is, achtervolgt de fabrikant GlaxoSmithKline (GSK) al sinds de eerste lancering van dat middel in 1992. GSK heeft altijd volgehouden dat er juist geen gewenning bij optreedt en dat in het ergste geval slechts 2 procent van de patiënten een ontwenningssyndroom kan krijgen. Maar uit geheime bedrijfsdocumenten uit 1997 blijkt dat 62 procent van de patiënten verslaafd was geraakt aan paroxetine4.
De Amerikaanse instantie die over de geneesmiddelen waakt, de Food and Drug Administration (FDA), bracht in 2002 een waarschuwing uit over dit middel. In datzelfde jaar beschuldigde de International Federation of Pharmaceutical Manufacturers GSK van misleidende publieksinformatie en van het breken van twee gedragscodes. Sinds 1992 is GSK door ongeveer vijfduizend Amerikanen aangeklaagd voor het bagatelliseren van de ernstige bijwerkingen. Ook in Groot-Brittannië zijn daarover rechtszaken geweest. In 2004 trof GSK voor 2,5 miljoen dollar aan schikkingen naar aanleiding van aanklachten wegens fraude jegens consumenten. Bij juridische onderzoeken was namelijk ontdekt dat er systematisch en opzettelijk ongunstige onderzoeksresultaten waren verdoezeld5.
Hoewel de geneesmiddelfabrikanten volhouden dat het ontwenningssyndroom mild en kortdurend is, geven de bijsluiters wel degelijk toe dat de ontwenningsverschijnselen ‘onverdraaglijk’ kunnen zijn, met symptomen als duizeligheid, een gevoel van elektrische schokken, zweten, misselijkheid, slapeloosheid, trillen, verwardheid en nachtmerries6. Ook komen seksuele disfuncties vaak voor, zoals libidoverlies en impotentie7.

Gouden markt
Maar al deze bagatellisering – met de hulp en instemming van psychiaters – houdt de verkoopcijfers hoog, met in 2008 een opbrengst wereldwijd van 11 miljard dollar. Het middel effexor (venlafaxine) van Wyeth is marktleider met een marktaandeel van 36 procent en een jaaromzet van 3,93 miljard dollar8.
In Amerika vormt consumentgerichte reclame een belangrijke motor achter de verkoop. Daar mogen farmaceuten immers direct bij het publiek adverteren voor geneesmiddelen die enkel op recept verkrijgbaar zijn. Aangezien depressie vaak subjectief is, zijn er heel wat mensen te overtuigen van het feit dat ze die aandoening hebben. Niet voor niets was 120 miljoen van de in totaal 900 miljoen dollar die in 2005 gespendeerd werd aan reclame direct gericht op de consument, bestemd voor antidepressiva. In 2001, in de maand na de aanval op het World Trade Center van 9/11, verdubbelde GSK zijn budget voor consumentgerichte reclame voor paroxetine9.
Ooit was depressie een ernstige klinische aandoening waaraan een minderheid leed, maar tegenwoordig is het een leefstijlziekte die velen van ons zo af en toe hebben, en SSRI’s als prozac zijn onze vriendjes in pilvorm geworden. De achterliggende gedachte is dat de pilletjes veilig en niet verslavend zijn. Maar dat is niet zo, zegt dr. David Healy, vooraanstaand expert op het gebied van antidepressiva. Volgens hem is meer dan de helft van de gebruikers van paroxetine lichamelijk afhankelijk van dat middel3.

Hoe veilig zijn ze eigenlijk?
Veiligheid is evenzeer een probleem. GSK heeft 6,4 miljoen dollar betaald nadat een man drie van zijn gezinsleden vermoord had alvorens zelfmoord te plegen, na twee dagen paroxetinegebruik. In Australië heeft een rechter geoordeeld dat sertraline er de oorzaak van was dat een man zijn vrouw vermoord had en vervolgens een zelfmoordpoging deed. Volgens Healy kan een op de duizend mensen die paroxetine nemen dergelijke zelfmoordgedachten krijgen.

1Br J Psychiatry, 1992; 160: 283-284
2www.who.int/medicinedocs/en/d/Js4896e/9.html
3http://news.bbc.co.uk/2/hi/health/1382551.stm
4Ann Neurol, 2008; 64: A7-9
5Angell, M. The Truth About the Drug Companies. Random House: London, 2005
6BMJ, 2005; 331: 824
7J Sex Med, 2008; 5: 227-233
8www.wikinvest.com/concept/Antidepressant_Drug_Market
9CNS Drugs, 2009; 23: 103-120
kader
Het pilletje werkt niet
Als de theorie over de chemische verstoring in de hersenen niet klopt, dan volgt daaruit dat SSRI’s niet tegen depressie werken, althans niet meer dan een placebo. En dat blijkt – uit een analyse van 74 SSRI-onderzoeken – inderdaad zo te zijn. De onderzoekers ontdekten dat een derde van die onderzoeken nooit gepubliceerd was omdat de conclusies zo negatief waren. Van de gepubliceerde onderzoeken had ongeveer 94 procent een positieve conclusie. Maar bij heranalyse van de meetresultaten door onafhankelijke onderzoekers van de Amerikaanse FDA kwamen zij slechts bij de helft van de onderzoeken tot een positieve conclusie. Al deze onderzoeken waren betaald door de fabrikant van het geteste middel1.
Farmaceutische bedrijven gebruiken een te simplistische opvatting van depressie, en dat is de reden waarom SSRI’s in het algemeen niet effectief zijn, aldus onderzoekers van de Northwestern University Feinberg School of Medicine. Eva Redei is daar professor in de psychiatrie. Zij zegt dat het gebruik van antidepressiva gebaseerd wordt op twee valse aannames: dat een leven met veel stress leidt tot depressie en dat een depressie ontstaat door een chemische balansverstoring.
Redei denkt dat depressie op enigerlei wijze samenhangt met de ontwikkeling en de functie van neuronen en dat een effectief antidepressivum pas valt te ontwikkelen als we dat proces begrijpen2.
1N Engl J Med, 2008; 358: 252-260
2Presentatie op de 39e jaarlijkse conferentie van de Society for Neuroscience, 17-21 oktober 2009, Chicago (Illinois)

Wilt u dit artikel lezen?

Als abonnee kunt u dit artikel gratis lezen door in te loggen op uw account. Nog geen abonnee? Sluit nu een abonnement af.

Andere artikelen van Medisch Dossier

Een echte allrounder; Magnesium

Pijnstillers: winst op korte termijn, problemen op lange termijn

Interview: oud, ouder, oudste

Barbara Havenith over menopauzale hormoontherapie in Nederland

Daar is niks natuurlijks meer aan

Marktwerking en zorg?

Veel politici spreken zich uit over marktwerking in de zorg. Volgens sommigen helpt concurrentie om kosten te beteugelen. Volgens anderen leidt het juist tot meer kosten en minder kwaliteit. De uitspraken van voor- en tegenstanders zijn niet altijd onderbouwd. Ten...

Gastcolumn: Emoties kun je als voedsel verteren

Er is de afgelopen jaren een gestage toename te zien van het aantal mensen dat psychische aandoeningen ontwikkelt.1 Dat is zorgelijk, maar eigenlijk ook relatief eenvoudig te veranderen. De kern van het probleem is dat veel mensen hun emoties niet adequaat kunnen...

De borsten

Zacht, rond, fier, stevig, klein, hangend, veranderd of zelfs afwezig na een operatie… Borsten zijn er in vele prachtige soorten en maten. Ze bestaan uit vetweefsel, bindweefsel, ligamenten én borstklieren; elke borst is gevuld met zo’n vijftien tot twintig lobben die...

Holistische hulp bij een kinderwens

Zwanger worden, het lijkt zo vanzelfsprekend. Toch heeft 1 op de 5 stellen vruchtbaarheidsproblemen - en dat worden er steeds meer. In haar praktijk begeleidt Ingrid Schoonveld vrouwen met een onvervulde kinderwens. Schoonveld werkte al jaren in de communicatiesector...

Beter naar je gevoel (leren) luisteren deel 2

In het eerste deel van dit tweeluik las je waarom het een uitdaging kan zijn om naar je gevoel te luisteren. In dit tweede deel gaan we in op het maken van gezonde voedingskeuzen, door een situatie te creëren waarin je op je gevoel kunt leren vertrouwen. Belangrijke...

Medisch Dossier avatar

Over de auteur

Lees meer artikelen van Medisch Dossier