Insuline en voeding
Kankerspecialisten over de hele wereld ontdekken nu pas de rol van insuline bij het ontstaan van kanker. Volgens hen beïnvloeden overgewicht en obesitas de insulinehuishouding negatief. Maar er zijn aanwijzingen uit onderzoek dat het precies andersom is: hoge insulineproductie, ofwel hyperinsulinemie leidt juist tot obesitas en die hoge insulineproductie kan het gevolg zijn van het eten van fastfood (zoals hamburgers). Als dat het geval is betekent dit dat onze moderne Westerse manier van eten tot kanker kan leiden.
Insuline normaliseert het bloedsuikergehalte en stimuleert de groei van lichaamsweefsels door ofwel de groei direct te stimuleren, ofwel het gehalte hormonen dat de groei bevordert te laten stijgen, een essentieel mechanisme met zogenoemde ‘insulineachtige groeifactoren (IGF)’.
Dit proces stimuleert helaas niet alleen de normale, gezonde groei van lichaamsweefsels. Wanneer de pancreas te veel insuline produceert, stimuleert dit ook tumorgroei bij kanker. Wetenschappers ontdekten bijvoorbeeld dat mensen met kanker van de dikke darm (colon), borst en prostaat een hoog gehalte IGF in hun bloed hebben. Dit kon in ongeveer 80 procent van alle longkankergevallen worden aangetoond.
De meeste oncologen geloven dat insulineresistentie (waarbij het lichaam ongevoelig wordt voor dit hormoon) een direct gevolg is van obesitas. Maar onderzoekers stuiten inmiddels op een rechtstreekse relatie tussen obesitas – en hyperinsulinemie – en koolhydraten, de enorme groep voedingsmiddelen zoals ontbijtgranen, groenten, glucose, fructose en sucrose. Een dieet van weinig of geen koolhydraten bleek de tumorgroei te vertragen of zelfs te stoppen.
Koolhydraten en glykemische index
Maar zo simpel is het antwoord nu ook weer niet. Het achterwege laten van een hele categorie voedingsmiddelen zou op den duur evenveel gezondheidsproblemen kunnen scheppen als oplossen. Uit een onderzoek van het Rowett Research Institute in Aberdeen (Schotland) blijkt dat een koolhydraatarm dieet ook het butyraatgehalte in de darmen verlaagt, een vetzuur met een beschermende werking tegen colorectale kanker.
Professor Harry Flint, de hoofdonderzoeker, is van mening dat een dergelijk dieet op den duur ‘mogelijk tot darmkanker leidt.’ Een van de bekendste voorbeelden van een dieet met veel vet en weinig of geen koolhydraten is dat van Atkins. Tegenstanders zeggen dat mensen die dit lange tijd volgen ook hun kans op hartziekte verhogen.
Bovendien zijn niet alle koolhydraten slecht. Wetenschappers van het Burnham Institute for Medical Research in La Jolla (Californië) hebben onlangs ontdekt dat complexe suikermoleculen die bekendstaan als ‘glycanen’ – een samengesteld koolhydraat – in staat zijn tumorgroei te onderdrukken.
De fout is dat men alle koolhydraten over één kam scheert, terwijl er een grote verscheidenheid is. Van de enkelvoudige koolhydraatmoleculen (monosacchariden) zoals glucose, fructose en galactose, de tweevoudige (disacchariden) zoals sucrose, lactose en maltose tot de langeketenmoleculen (polysacchariden) die te vinden zijn in het zetmeel van ontbijtgranen, aardappelen, wortelgroenten, zaden en peulvruchten.
De meeste bewerkte koolhydraten zoals witte rijst, witbrood, koekjes en gebak hebben een hoge glycemische index (GI) en bevatten veel glucose. De glycemische index zegt iets over de snelheid waarmee koolhydraten in de darm worden verteerd en als glucose in het bloed worden opgenomen.
Hoe meer koolhydraten wij eten met een hoge GI, des te meer insuline onze pancreas moet produceren om ons bloedsuikergehalte op peil te houden. Iedereen met een westers voedingspatroon zal in zekere mate aan hyperinsulinemie lijden. Dit kan een directe reactie zijn op een dieet met een hoge GI. Het kan ook zo zijn dat wij insulineresistent worden door onze voeding (wat vaak het begin is van diabetes type 2). In dat geval zal de pancreas dit proberen te compenseren met een overproductie van insuline. We zien dus twee belangrijke effecten van insuline:
– overgewicht en obesitas,
– meer risico op kanker.