De nadelen van hormonen zijn te vermijden met legio natuurlijke methoden voor anticonceptie
De anticonceptiepil is naar schatting het meest geslikte medicijn ter wereld. Meer dan 300 miljoen vrouwen wereldwijd waren ooit in hun leven ‘aan de pil’ en momenteel zijn dat er meer dan 100 miljoen.
Die populariteit wordt waarschijnlijk verklaard door het grote gemak en de bijna honderd procent betrouwbaarheid. Toch blijkt uit talloze onderzoeken dat er een hoge prijs voor wordt betaald. Trombose, beroerte, kanker en minder zin in seks zijn slechts enkele van de negatieve effecten van hormonen1.
Gelukkig is de pil niet de enige keus als men zwangerschap wil vermijden. Naast de veilige middelen van vroeger (zie kader) bestaat er ook een aantal natuurlijke alternatieven.
Andere werkzame methoden
Hoewel minder bij het publiek bekend, is er een aantal veilige en effectieve natuurlijke methoden, ook wel fertility based awareness methods (FBAM’s) genoemd. Ze berusten niet op mechanisch of farmaceutisch ingrijpen; een vrouw moet haar eigen lichaam hiervoor goed leren kennen. Ze moet de verschijnselen van de ovulatie (de ‘eisprong’ uit de eileiders) leren herkennen, het moment in de cyclus dat ze vruchtbaar is. In die vruchtbare periode zouden zij en haar partner dan een ander voorbehoedmiddel moeten gebruiken, of afzien van seks.
Een van die verschijnselen is de stijging van de lichaamstemperatuur. Verder treedt er een verandering van het cervicaal slijm op, en van ligging van de cervix (de baarmoederhals). Bovendien zijn er bijkomende symptomen als ovulatiepijn en gevoeligheid van de borsten, die kunnen helpen om dit te herkennen. Elk van deze symptomen kan op zichzelf worden gebruikt, zoals bij de Billingsovulatiemethode, die zich baseert op het cervicaal slijm alleen, of op alle symptomen tezamen in een kruiscontrolesysteem, bekend onder de naam de symptothermale methode.
Uit de wetenschappelijke literatuur blijkt dat de hierna volgende methoden gunstig scoren in vergelijking met conventionele voorbehoedmiddelen.
De Billings ovulatiemethode
Meer dan 50 jaar geleden ontwikkelden de Australische artsen Evelyn en John Billings deze methode. Uitgangspunt zijn de veranderingen die tijdens een menstruatiecyclus met regelmaat optreden in het cervicaal slijm. Aan de hand daarvan zou het moment van de eisprong – wanneer een vrouw vruchtbaar is – kunnen worden vastgesteld. In de vruchtbare periode is dit slijm helder, waterig, glibberig, elastisch en rekbaar (zoals bij rauw eiwit). Is het vaster van substantie, droog, plakkerig, ondoorzichtig en niet rekbaar dan duidt dit op een onvruchtbaar stadium.
Uit onderzoek van de Wereldgezondheidsorganisatie WHO blijkt dat 93 procent van de vrouwen, ongeacht het opleidingsniveau, vruchtbaar van onvruchtbaar slijm kan onderscheiden. Bovendien is de methode voor 98 tot 99 procent effectief als die correct wordt toegepast.
Kenmerkend is overigens dat bij deze vorm van geboortecontrole 10 tot 20 procent van de vrouwen binnen een jaar daarna zwanger raakt. De meest waarschijnlijke verklaring is dat men zich welbewust niet aan de regels heeft gehouden2.
Een meer gestandaardiseerde variant van de Billingsmethode is het Creighton model of NaProTechnology. Dit hanteert een eigen terminologie en speciale afbeeldingen om de toestand van het cervicale slijm en de veranderingen daarin toe te lichten. Bij meer dan 1800 onderzochte paren bleek dit in 96 tot 99,5 procent van de gevallen een effectief voorbehoedmiddel3. Meer informatie kunt u vinden op de in de literatuurlijst genoemde websites4,5.
De symptothermale (temperatuur) methode (STM)
Ook deze methode gaat uit van het beoordelen van de toestand van het cervixslijm, maar dan in combinatie met de lichaamstemperatuur (die na de ovulatie namelijk stijgt) en het aantal dagen tussen de menstruaties tot dusver. De achterliggende gedachte is dat door de combinatie van al deze gegevens een vrouw haar vruchtbare dagen exacter kan voorspellen.
Duits onderzoek bij 900 vrouwen noemde dit een ‘zeer betrouwbare’ vorm van gezinsplanning. Uit de resultaten blijkt dat zorgvuldige toepassing van deze methode in combinatie met seksuele onthouding tijdens de vruchtbare dagen tot niet meer dan 0,4 onbedoelde zwangerschap per 100 vrouwen per jaar leidde (een slagingspercentage van 99,6). Op grond hiervan concludeerden de onderzoekers dat de betrouwbaarheid van STM vergelijkbaar is met modernere middelen zoals de pil.
Deze betrouwbaarheid werd nauwelijks minder wanneer tijdens de vruchtbare dagen een ander voorbehoedmiddel werd gebruikt (zoals een condoom) namelijk 0,6 ongewilde zwangerschap per 100 vrouwen per jaar (99,4 procent).
Het algehele zwangerschapspercentage (dat ook een minder zorgvuldige toepassing incalculeert) was nog steeds slechts 1,8 procent per jaar, een succespercentage van 98,26. Dit cijfer is zelfs aanzienlijk lager dan dat bij het doorsnee gebruik van de pil, wat 8 procent is (een succespercentage van 92 procent). Maar eerdere studies noemen andere cijfers voor STM en spreken van 13-20 procent onbedoelde zwangerschappen2. Voor meer informatie zie de literatuurlijst9.
De standaarddagen (kalender)methode
Dit is een moderne en gebruiksvriendelijker versie van de in de jaren twintig ontwikkelde kalendermethode, in een periode dat er nog geen hormonale voorbehoedmiddelen bestonden. In Nederland stond deze bekend als de Ogino-Knaus methode. Het systeem is alleen bruikbaar bij vrouwen met een regelmatige cyclus van 26 tot 32 dagen. Tijdens vruchtbare dagen, met name tussen dag 8 en dag 19, moet een paar een voorbehoedmiddel gebruiken. Met behulp van een snoer kralen die de dagen van een menstruatiecylcus verbeelden kan men gemakkelijk bepalen wat vruchtbare en wat onvruchtbare dagen zijn.
Uit onderzoek blijkt dat de Standaarddagenmethode bij de juiste toepassing in 95 procent van de gevallen succesvol kan zijn. Bij doorsnee gebruik is dat 88 procent8,2. In de literatuurlijst vindt u een verwijzing naar een website voor meer informatie9.
De lactatiemethode
Deze methode werkt slechts korte tijd. Uitgangspunt is het effect van het geven van borstvoeding op de vruchtbaarheid van een vrouw. Volledige borstvoeding (als een zuigeling alleen borstvoeding krijgt) kan het vrijkomen van de ovulatiehormonen bij de moeder onderdrukken. Maar dit gaat alleen op als het kind vaak wordt gevoed, dag en nacht, als de menstruatie van de moeder nog niet opnieuw is begonnen en de baby nog geen zes maanden oud is. Dit kan een nieuwe zwangerschap in 98 procent van de gevallen voorkomen.
Bij een werkende vrouw zakt dit percentage naar 95 procent, zelfs wanneer ze elke vier uur melk afkolft. Dat suggereert dat het daadwerkelijk zuigen van de baby een grote rol speelt bij het uitblijven van de cyclus2. Voor meer informatie vindt u een verwijzing in de literatuurlijst bij dit artikel8.
Voor- en nadelen
Een natuurlijke manier van gezinsplanning heeft naast de afwezigheid van hormoonbijwerkingen nog andere voordelen. Uit onderzoek blijkt dat paren die dit toepasten beter communiceerden en betere seks hadden. Daarnaast rapporteerden zij een grotere intimiteit en wederzijds respect en zag men een samenhang met minder echtscheiding, althans in Amerika2.
Een ander groot voordeel is dat deze wijze van anticonceptie meteen ongedaan te maken is. Zodra een vrouw hiermee stopt kan ze zwanger worden. Omdat een vrouw precies weet wat haar vruchtbare dagen zijn is de kans op zwangerschap hierna zelfs groter. Bij de pil daarentegen kan het geruime tijd duren voor de vruchtbaarheid terugkeert.
Maar wat zijn de beperkingen van natuurlijke methoden? Om te beginnen vereisen ze een hoge mate van planning en zelfdiscipline, waardoor ze niet voor iedereen geschikt zijn. Ook bieden ze geen bescherming tegen seksueel overdraagbare aandoeningen (soa’s). Beide partners moeten zich dus eerst laten testen of als aanvulling condooms gebruiken. Nog een groot nadeel is dat het succes staat en valt met het correct interpreteren van de symptomen van vruchtbaarheid en de berekening van ‘veilige’ dagen. De methode moet dus heel duidelijk worden uitgelegd.
Andere factoren zijn vermoeidheid, stress en ziekte, waardoor lichaamssignalen minder duidelijk kunnen zijn.
Een ander veel gehoord bezwaar is dat de frequentie van seks hierdoor minder zou worden maar uit een wereldwijd gehouden vergelijkend onderzoek blijkt dat de frequentie bij deze methoden niet minder is2.
Joanna Evans
1Bennett J, Pope A. The Pill: Are You Sure It’s For You? Crows Nest, N.S.W., Autralia: Allen & Unwin, 2008
2J Am Board Fam Med, 2009; 22: 147-157
3J Reprod Med, 1998; 43: 495-502
4 www.boma-usa.org (The Billings Ovulation Method Association)
5 www.aafcp.org (American Academy of Fertility Care Professionals)
6Hum Reprod, 2007; 22: 1310-1319
7www.ccli.org (The Couple to Couple League International)
8J Midwifery Womens Health, 2006; 51: 471-477
9www.irh.org (Georgetown University’s Institute for Reproductive Health)