Muisstil

Wij zijn geen muizen, dus waarom blijven we medicijnen op muizen testen?

Door: Bryan Hubbard

Ik ben geen muis, en u evenmin neem ik aan (tenzij u een hele slimme bent die dit tijdschrift leest op de momenten dat u niet bezig bent met kaas eten of rennen in een looprad – leuk zijn die dingen, hè?).

Als u geen ernstige identiteitsstoornis hebt, waardoor u denkt dat u een muis bent, is dit geen opzienbarend nieuws. Voor farmaceutische bedrijven kan dit anders liggen. Muizen komen meestal als eerste aan de beurt wanneer deze bedrijven de veiligheid en de effectiviteit van een nieuw geneesmiddel testen. Als de proeven met muizen het licht op groen zetten, wordt het middel toegediend aan kerngezonde jonge geneeskundestudenten die in geen enkel opzicht lijken op de zwakkeren of ouderen voor wie het middel eigenlijk bedoeld is.

Onderzoekers van King’s College London en de Lund Universiteit in Zweden wezen op wat onmiskenbaar zo is: muizen zijn geen mensen. Ofwel: geneesmiddelen die het goed doen in dierproeven kunnen veel minder succesvol zijn als ze toegediend worden aan mensen. De wetenschappers ontdekten dat twee typen laboratoriummuizen – die al meer dan een eeuw gebruikt worden in medische studies – toch niet even veel op ons lijken als eerder werd gedacht. Dit bleek overduidelijk toen de onderzoekers keken naar receptoren van muizen en van mensen die insuline aanmaken.1

Mensen hebben bij lange na niet zoveel insuline producerende receptoren dan muizen. Zodoende kunnen geneesmiddelen die bedoeld zijn om de insulineproductie te stimuleren of af te remmen, een heel ander effect hebben bij muizen dan bij mensen. Een geneesmiddel tegen diabetes dat effectief lijkt bij muizen kan geen of zelfs een schadelijk effect hebben bij mensen.

Dit zou verklaren waarom onderzoekers altijd al moeite hadden om de resultaten van dierproeven met geneesmiddelen te herhalen in tests op menselijke cellijnen. ‘Dit is een welbekende bron van frustratie onder onderzoekers en in de farmaceutische industrie,’ aldus Albert Salehi van de Lund Universiteit. ‘Is het dan wel gerechtvaardigd om geneesmiddelen te blijven ontwikkelen op basis van proeven met muizen, als ze toch niet gebruikt kunnen worden door mensen?’

Een goeie vraag, en Salehi is niet de eerste die dit onder de aandacht brengt. Onderzoekers van de London School of Hygiene keken naar zes dierproeven en ontdekten dat geen van de ‘successen’ bevestigd kon worden in onderzoek bij mensen. Corticosteroïden die hielpen bij hoofdletsels, zo bleek uit een test op dieren, hadden geen enkel effect als ze getest werden bij mensen, terwijl een geneesmiddel voor hartkwalen, dat eveneens uitermate effectief was volgens dierproeven, bij mensen de dingen alleen maar verergerde.2

Geneesmiddelentrials met mensen kunnen slecht aflopen nadat een nieuw geneesmiddel door de veiligheidstests bij dieren heen komt. In 2016 liepen zes mannen ernstig hersenletsel op – een van hen overleed– toen ze een pijnstiller slikten die ‘veilig’ was. Dit middel was getest op muizen, ratten, honden en apen, in een dosering die vierhonderd keer hoger was dan die werd gegeven aan vrijwilligers.

Tien jaar later werd een geneesmiddelenonderzoek abrupt gestopt nadat zes mannen op de intensive care terechtkwamen met hart-, lever- en nierfalen, toen ze een geneesmiddel gebruikten tegen reumatoïde artritis. Ook dit middel was veilig bevonden bij apen die een vijfhonderd maal hogere dosis toegediend hadden gekregen.

Farmaceutische bedrijven zeggen dat deze reacties zeer zeldzaam zijn. Maar ze zijn niet verplicht om resultaten te rapporteren van onderzoeken die zich in de eerste fase bevinden. Volgens een overzichtsstudie werden elf ernstige negatieve bijwerkingen vastgesteld in 394 proeven.3 Een verzoek om toegang tot informatie liet zien dat in het Verenigd Koninkrijk tussen 2010 en 2014 geneesmiddelenonderzoek leidde tot ernstige ongewenste reacties bij 7.187 mensen en tot 761 sterfgevallen.

In de Verenigde Staten werd een geneesmiddelenonderzoek gestaakt toen vijf van de vijftien proefpersonen plotseling overleden, en een andere studie, die zich zelfs in een latere fase bevond, werd in 2016 stopgezet nadat meerdere proefpersonen overleden terwijl ze een geneesmiddel gebruikten tegen bloedkanker, maar het precieze aantal gevallen met fatale afloop werd nooit vrijgegeven.

Dit is allemaal niets nieuws. In 1984 stelden drie hoogleraren al: ‘De methoden om de toxiciteit te meten bij dieren zijn voor het merendeel experimenteel en niet gevalideerd [..] het is noodzakelijk om te weten of de proeven zoals ze nu uitgevoerd worden voldoende voorspellende waarde hebben om ze te rechtvaardigen of dat het alleen maar om een gigantische verspilling van geld en tijd gaat.4

Maar deze hoogleraren vergeten het allerbelangrijkste punt: dierproeven zijn wreed en zorgen voor onnodig lijden, omdat muizen en mensen echt heel verschillend zijn.

1. Sci Rep, 2017; 7: 46600
2. BMJ, 2007; 334: 197–200
3. BMJ, 2015; 350: h3271
4. Laurence DR et al. Safety Testing of New Geneesmiddelen: Laboratory Predictions and Clinical Performance. London, Academic Press, 1984

 

Wilt u dit artikel lezen?

Als abonnee kunt u dit artikel gratis lezen door in te loggen op uw account. Nog geen abonnee? Sluit nu een abonnement af.

Andere artikelen van Bryan Hubbard

De medicijnen zijn heerlijk

Het Laatste woord: De illusie van de goochelaar

Het laatste woord; Is het beter om niets te voelen?

Het laatste woord

Artsen weten wel beter

Column Bram Bakker; Innerlijke rust

Alleen al van die uitdrukking kreeg ik jeuk, tot voor kort. Aan ‘rust’ deed ik niet en ‘innerlijk’ vond ik ook maar iets voor zweverige softies. Misschien begon het te schuiven toen ik het boek Rust van Robert Bridgeman las, lang voordat ik bevriend met hem raakte. De...

Marktwerking en zorg?

Veel politici spreken zich uit over marktwerking in de zorg. Volgens sommigen helpt concurrentie om kosten te beteugelen. Volgens anderen leidt het juist tot meer kosten en minder kwaliteit. De uitspraken van voor- en tegenstanders zijn niet altijd onderbouwd. Ten...

Gastcolumn: Emoties kun je als voedsel verteren

Er is de afgelopen jaren een gestage toename te zien van het aantal mensen dat psychische aandoeningen ontwikkelt.1 Dat is zorgelijk, maar eigenlijk ook relatief eenvoudig te veranderen. De kern van het probleem is dat veel mensen hun emoties niet adequaat kunnen...

De borsten

Zacht, rond, fier, stevig, klein, hangend, veranderd of zelfs afwezig na een operatie… Borsten zijn er in vele prachtige soorten en maten. Ze bestaan uit vetweefsel, bindweefsel, ligamenten én borstklieren; elke borst is gevuld met zo’n vijftien tot twintig lobben die...

Holistische hulp bij een kinderwens

Zwanger worden, het lijkt zo vanzelfsprekend. Toch heeft 1 op de 5 stellen vruchtbaarheidsproblemen - en dat worden er steeds meer. In haar praktijk begeleidt Ingrid Schoonveld vrouwen met een onvervulde kinderwens. Schoonveld werkte al jaren in de communicatiesector...

Bryan Hubbard avatar

Over de auteur

Bryan Hubbard studeerde filosofie aan de universiteit van Londen. Hij is de echtgenoot van Lynne McTaggart en samen zijn zij directeur van twee uitgeverijen, WDDTY Publishing Ltd en New Age Publishing Ltd. Hij is uitgever van het maandblad What Doctors Don’t Tell You. ( Het moederblad van Medisch Dossier)
Lees meer artikelen van Bryan Hubbard