Wanneer u een vraag stelt, kunt u zichzelf afvragen waarom u die vraag stelt. Bij bovenstaande vraag kan ik mij bijvoorbeeld voorstellen dat bij iemand die net bij de dokter geweest is, naar hem of haar geluisterd heeft en daar tevreden over is, deze vraag minder snel zal opkomen.
Door uzelf af te vragen waarom u een bepaalde vraag stelt, komt er vaak vanzelf een nieuwe vraag naar boven die onder de oorspronkelijke vraag ligt. Welke vraag ligt er denkt u ónder deze vraag?
De vraag onder de vraag
Terug naar ‘Moet ik luisteren naar de dokter?’ Al eerder hebben we stilgestaan bij het werkwoord ‘moeten’, zie mijn column in Medisch Dossier nr. 3 (april 2019). Moet ik mijn kinderen vaccineren? We maakten toen een onderscheid tussen drie mogelijk bedoelde betekenissen van moeten:
1. Moeten als verwijzing naar een verplichting;
2. Moeten als verwijzing naar een noodzakelijkheid;
3. Moeten als verwijzing naar een moreel oordeel.
Naar welke betekenis wordt er in dit geval verwezen? Is moeten inderdaad het juiste werkwoord? Denk ook aan willen, kunnen of een ander werkwoord als alternatief. Hoe verandert de betekenis van de vraag dan?
Het volgende werkwoord in de vraag is ‘luisteren’. Dit is een rijk begrip. Daarmee bedoel ik: een woord dat iedereen kent, maar waar we niet vaak bij stil staan om ons af te vragen wat we er eigenlijk mee bedoelen. Want wat is luisteren eigenlijk?
Een aanverwant begrip is ‘horen’, maar dat is toch echt iets anders dan luisteren. Moet u (noodzakelijkerwijs gezien) kunnen horen om te kunnen luisteren? Dat hangt er natuurlijk vanaf wat u onder luisteren verstaat: horen wat de dokter zegt, serieus nemen wat de dokter vertelt, in overweging nemen wat de dokter voorstelt, proberen te begrijpen wat de dokter uitlegt, exact doen wat de dokter adviseert?!
Kortom: Wanneer luister ik naar de dokter?