Het lijkt wel alsof we allemaal steeds schoner willen zijn, en de uitdijende sortering producten voor persoonlijke verzorging (van douchegel tot inlegkruisjes) wordt alleen nog maar overtroffen door die van alle mogelijke huishoudelijke schoonmaakmiddelen. Om te kunnen voldoen aan de steeds ambitieuzere beloftes die ze doen, verlaten de fabrikanten zich steeds meer op combinaties van chemische samenstellingen die vaak zeer giftig zijn. Maar als een schoonmaakmiddel in een wip een keukentegel van vetaanslag kan ontdoen, wat kan het dan wel niet aanrichten in onze cellen of het milieu?
In het gemiddelde huishouden komen meer dan zestig gevaarlijke producten voor met honderden chemicaliën, meestal stoffen afgeleid van petrochemicaliën. Omdat die stoffen niet biologisch afbreekbaar zijn, of slechts heel langzaam, schuilt hun gevaar in twee dingen: ze kunnen tijdens gebruik worden opgenomen via de huid of door inhalatie, en ze kunnen zich opstapelen in het milieu en de voedselketen binnendringen. Chemicaliën die doorgedrongen zijn tot ons lichaam of onze waterwegen, kunnen daar maanden blijven. Aangezien het gemiddelde huishouden dagelijks 40 liter vervuild afvalwater per persoon produceert, dat uiteindelijk via een omweg weer in onze voedingterechtkomt, zijn deze schadelijke stoffen alomtegenwoordig in ons moderne leven. In 1985 publiceerde het Amerikaanse Environmental Protection Agency de resultaten van een onderzoek dat een hardnekkige mythe verbrijzelde. Het bleek dat de plek waar wij het meest worden blootgesteld aan kankerverwekkende en neurotoxische vervuiling, onze eigen woning was: ze zit namelijk in de lucht van ons huis1.
Blootstelling beperken
Het is onmogelijk alle chemische boosdoeners te ontwijken, maar het loont zeker de moeite te weten welke het ergst zijn en steeds weer opduiken in schoonmaakmiddelen. Door over te stappen op natuurlijkere alternatieven kunnen we in ieder geval de blootstelling beperken. Ammonia is waarschijnlijk het bekendste desinfecterende middel aangezien het al generaties lang als schoonmaakmiddel in huis wordt gebruikt. Maar zelfs al zitten er maar zeer lage concentraties in huishoudmiddelen, toch kan ammonia de huid beschadigen en kan de damp ervan de ogen en longen irriteren.
Chloor is ook een bekende stof waarmee we voorzichtig moeten zijn. Net als ammoniadamp kan chloordamp met name de ogen beschadigen evenals de huid en ademhalingswegen2. Het komt veel voor in schoonmaakmiddelen en is daardoor ook de meest voorkomende oorzaak van vergiftigingsongelukken in huis. Zodra chloor in het milieu terechtkomt, gaat het reacties aan met biologische stoffen en ontstaan er andere schadelijke middelen, zoals organochloriden, dioxines en chloroform. Van organochloriden is bekend dat ze kankerverwekkend zijn3; dioxines zijn ook in verband gebracht met kanker alsmede met vruchtbaarheidsproblemen en immuunstoornissen4. De effecten van chloroformvergiftiging zijn helaas maar al te bekend.
NTA (nitrilotri-azijnzuur) en EDTA (ethyleendiamine-tetra-azijnzuur) worden als fosfaatvervanger gebruikt om de hardheid van het water te verlagen, dat wordt bepaald door het gehalte kalk en magnesium, en om de blekende en schuimende substanties te stabiliseren. Evenals veel andere ingrediënten van huishoudelijke schoonmaakmiddelen zijn ze slecht voor de huid. Maar dat is nog maar hun minst gevaarlijke eigenschap. Als ze weggespoeld worden, gaan deze stoffen zeer efficiënt verbindingen aan met giftige metalen. Vervolgens komen die terug in de voedselketen via drinkwater en voedingsmiddelen als vis.
Geur maakt een reiniger aantrekkelijker, maar voor die geur is wel een combinatie van sterke synthetische stoffen nodig. De kunstmatige geuren die op die manier geproduceerd worden, kunnen de onaangename geur van de actieve ingrediënten maskeren, maar daarvoor moet wel gebruikgemaakt worden van de krachten van meer dan 5000 chemicaliën. Na absorptie via de huid kunnen deze stoffen de bloedhersenbarriere doorbreken en ze worden slechts langzaam uitgescheiden.
Tot op heden bestaat er geen instantie die controle uitoefent op de geurenindustrie.Mineraaloliën zitten in de meeste standaard allesreinigers. Ze zijn ontvettend, maar hebben net als andere stoffen afgeleid van petrochemicaliën de eigenschap dat ze lang in menselijk weefsel opgeslagen blijven met gevolgen voor de gezondheid op lange termijn5.
Fenol of carbonzuur wordt ervan verdacht kankerverwekkend te zijn. Verder is het bij direct contact schadelijk voor de huid, maar het ergste is dat het anaesthetische (verdovende) eigenschappen heeft die in de loop der tijd onopgemerkt schade aanrichten. Dit bijproduct van petrochemicaliën is in verband gebracht met hersenletsel en ruggenmergbeschadiging, alsmede klinische depressie6.
Dennenolie is een ontsmetter die door stoomdestillatie uit pijnboomhout wordt gewonnen. Dat klinkt natuurlijk en onschadelijk, maar vaak geeft de olie huidirritaties en allergische reacties.
Muskus is een groep extra schadelijke en hardnekkige petrochemicaliën. Ze worden in lichaamsvet opgeslagen en kunnen daar mettertijd uit gaan lekken en het immuunsysteem beschadigen7.
Loog (natrium- of kaliumhydroxide) wordt toegepast om vlekken beter te verwijderen omdat het zeer etsend werkt. Het kan dan ook huidverbranding geven en, bij contact met de ogen, tot blindheid leiden.
Butyl cellosolve of oxitol en daaraan verwante stoffen fungeren in veel schoonmaakmiddelen als oplosmiddel en vetverwijderaar. Ze kunnen de slijmvliezen irriteren en het zenuwstelsel onderdrukken8. Propyleenglycol is een oplosmiddel dat de groei van bacteriën en schimmels remt, en zit dus vaak in schoonmaakmiddelen voor de keuken en de badkamer. Maar tevens is ervan bekend dat het neurotoxisch en kankerverwekkend is, en dat het een risicofactor vormt voor systemische sclerose, of ‘scleroderma’, een autoimmuunziekte waarbij zich steeds meer collageen in de huid en andere organen vormt9,10.
Natriumlaureylsulfaat (SLS) is een sterke reiniger en schuimmiddel, en tevens erg irriterend voor huid en ogen. Hij wordt maar al te gemakkelijk opgenomen in het lichaam11,12.
Di-ethanolamine (DEA) en de vele verwante stoffen worden gebruikt als verdikkingsmiddel voor schoonmaakmiddelen en om de schuimmiddelen te stabiliseren. Ze verstoren de hormoonhuishouding en zijn giftig voor de huid en het zenuwstelsel. DEA reageert met nitraatbevattende producten tot nitrosaminen, die kankerverwekkend zijn13.
Hoewel geen van deze ingrediënten op zichzelf op korte termijn levensbedreigend is, kunnen ze elk een gevaarlijke impact hebben in combinatie met een of meer van de ingrediënten van andere producten. Zo ontstaat een meedogenloos gif, een dodelijk chlooraminegas, wanneer ammonia en chloor worden gecombineerd. Daar komt bij dat veel van deze schadelijke stoffen bioaccumulatief zijn: ze stapelen zich op in levend weefsel en hebben daar langetermijneffecten.
Vanwege de onweerlegbare bewijzen voor deze gevaren beginnen de fabrikanten aarzelend stappen te ondernemen om de ergste boosdoeners uit hun producten te halen. Maar dat stelt weinig voor wanneer het niet méér inhoudt dan dat bijvoorbeeld fosfaten worden vervangen door etsende sulfaten.
Alternatieven
Gezien deze batterij aan giftige stoffen in onze schoonmaakkast en de voorwerpen in ons huis die toch steeds weer vuil worden, wat is dan de beste oplossing? Gelukkig zijn er steeds meer verlichte (lees: milieuvriendelijke) bedrijven die inhaken op de groeiende bezorgdheid van consumenten en alternatieven produceren met een ‘groene’ uitstraling. Ze laten de hiervoor genoemde ingrediënten weg of verminderen ze drastisch en beweren zo producten te maken die bacteriën te lijf gaan zonder tegelijk een aanval op u of het milieu te plegen. Is een standaard schoonmaakmiddel bijvoorbeeld gebaseerd op ammonia, dan zal een milieuvriendelijker schoonmaakmiddel gebruikmaken van waterstofperoxide. In andere middelen zit bijvoorbeeld borax in plaats van chloor als bleekmiddel.
Bij consumenten blijkt deze verschuiving populair. Volgens het Sociaal Cultureel Planbureau (1995) gebruikt 50 procent van de Nederlanders wel eens of vaak een milieuvriendelijk schoonmaakproduct. Hoewel deze middelen ongetwijfeld een vooruitgang betekenen vergeleken met de gebruikelijke producten, zijn deze zogenaamd minder pijnlijke producten helaas lang niet altijd wat ze voorgeven te zijn. Zo worden bij sommige dezelfde actieve ingrediënten gebruikt als in hun conventionele equivalenten, alleen in meer verdunde vorm. Ook bergen ze nog altijd de mogelijkheid in zich van ongewenste chemische reacties.
In sommige zitten natuurlijke geurstoffen die slechts marginaal minder schadelijk zijn dan synthetische en in andere zitten natuurlijke ingrediënten, zoals citroensap en essentiële oliën, die even goed de huid kunnen irriteren. Sommige zijn juist meer geconcentreerd om de hoeveelheid verpakkingsmateriaal te verkleinen. Dat is een prijzenswaardig doel, maar die hogere concentratie geeft ook een verhoogde kans op irritatie. Ook beweringen dat verpakking biologisch afbreekbaar zijn, kunnen alarmerend werken, omdat ze onvermijdelijk de vraag oproepen: hoe lang duurt dat dan?
Het loont dus zeker de moeite nauwkeurig de etiketten en verpakkingen te bekijken voordat u zich door een ‘natuurlijke’ of ‘milieuvriendelijke’ claim laat verleiden. Die etiketten zijn dankzij de richtlijnen van de Europese Gemeenschap begrijpelijker en uitgebreider geworden en daarbij houden de milieuvriendelijke producenten zich over het algemeen beter aan deze richtlijnen.
U kunt echter best buiten de componenten van zowel conventionele als natuurlijke producten. Er zijn namelijk natuurlijke, thuis te maken alternatieven (zie kader) die verrassend effectief kunnen zijn, en onderschat ook niet de kracht van heet water en het betere schrobwerk.
Wanneer u deze twee plichtsgetrouw toepast, hoeft u helemaal niet voor elk huishoudelijke taakje speciale schoonmaakmiddelen te hebben. Schoonmaakproducten kunnen tot wel 90 procent water bevatten en vaak is het fysieke middel dat u gebruikt om ze aan te brengen (een schuursponsje of een wc-borstel) al even effectief als het middel zelf. Alvorens u dus te verdiepen in de milieuvriendelijke producten, doet u er goed aan eerst de zachtere opties uit te proberen. Voordat u die zachtere sopjes omroert, staan we even stil bij de vraag hoe noodzakelijk het eigenlijk is alle bacteriën in onze dagelijkse omgeving te vernietigen.
Zo is volgens de Amerikaanse microbioloog dr. Stuart Levy van de Tufts University blootstelling aan ziektekiemen in het eerste levensjaar van cruciaal belang. Dan worden er namelijk genoeg antilichamen ontwikkeld die we later in het leven nodig hebben bij de bestrijding van ziekte. Die opvatting krijgt steeds meer steun vanuit de medische hoek. Contact met ziektekiemen is een onvermijdelijk en gezond onderdeel van het leven en het helpt het immuunsysteem op peil houden.
Daartegenover staat het gegeven dat wanneer een product niet alle bacteriën vernietigt waartegen het zou moeten werken, dit tot resistentie kan leiden bij de organismen die het overleven. Die resistentie kunnen ze overdragen op andere, gevaarlijkere microben waardoor er ‘superbacteriën’ ontstaan die resistent zijn tegen antibiotica. In New York is een onderzoek gedaan waarbij een deel van de gezinnen schoonmaakmiddelen kreeg met antibacteriële ingrediënten en een deel kreeg middelen zonder. In de vier jaren daarna waren er geen significante verschillen in infectiepercentages tussen de twee groepen. Zij die de antibacteriële middelen gebruikten, hadden evenveel eenvoudige infecties zoals koorts, diarree, hoesten en huidproblemen als zij die zonder de antibacteriële substanties poetsten14.
BRONNEN:
1EPA 0598; gepresenteerd op de jaarlijkse bijeenkomst van de Air Pollution Control Association, 25 juni 1984, San Francisco CA
2Toxicol Ind Health, 1993; 9: 439-455
3Environ Health, 2004; 66: 24-32, 40
4Toxicol Lett, 2004; 149: 281-285
5Occup Environ Med, 2000; 57: 325-334
6J Craniofac Surg, 2004; 15: 1010-1013
7Chemospher, 2005; 59: 487-492
8Natl Toxicol Prog Tech Rep Ser, 2000; 484: 1-290
9J Rheumatol, 2004; 31: 2395-2401
10Natl Toxicol Prog Tech Rep Ser, 2004; 515: 1-306
11J Am Coll Toxicol, 1983; 2: 127-181
12Rev Med Chir Soc Med Nat Iasi, 2004; 108: 169-172
13Appl Occup Environ Hyg, 2003 ; 18 : 902-912
14Ann Intern Med, 2004; 140: 321-329
Doe-het-zelf schoonmaakmiddelen
Voor de meeste eenvoudige huishoudelijke schoonmaakbeurten zijn geen ingewikkelde chemische brouwsels nodig. Met een klein aantal simpele huishoudelijke ingrediënten kunt u uw eigen schoonmaakmiddel maken, krachtig genoeg voor de meeste klusjes in en om het huis. Voor het schoonpoetsen van oppervlakken komen negen basisingrediënten van pas:
• Azijn. Vermengd met water kan dit gebruikt worden op ramen, spiegels en tegels.
• Citroensap. Dit maakt snel vetaanslag los en kan ook als schuurmiddel dienen bij vermenging met zout water.
• Soda (natriumcarbonaat). Dit kan vetvlekken losweken en neutraliseert geurtjes.
• Natriumbicarbonaat (‘baking soda’). Het zure neefje van soda, een veelzijdig purgeermiddel dat met water een pasta vormt en gebruikt kan worden op wasbakken, badkuipen en werkbladen.
• Vloeibare zeep of plantaardige afwasmiddelen. Deze zijn veel zachter dan de commerciële schoonmaakmiddelen, en vaak verrassend effectief.
• Borax (natriumboraat). Dit natuurlijk voorkomende basische mineraal maakt niet alleen water minder hard, maar kan ook geurtjes en infecties tegengaan.
• Tea tree olie. Voeg aan elke oplossing voor keuken of badkamer een paar druppels van deze natuurlijke ontsmetter toe.
• Wasnoten. Deze worden in India al duizenden jaren gebruikt voor een scala aan schoonmaakwerkjes (van fornuizen tot auto’s). Het bruine poeder bevat veel saponine, dat een schuim produceert met soortgelijke werking als dat van de oppervlaktereinigers in conventionele schoonmaakmiddelen. Omdat het uitgebreid uitgespoeld moet worden, kunt u het het best in natte ruimtes gebruiken. Op www.wasnoot.nonimorinda.nl/Wasnoot%20Bestellen.htm kunt u voor slechts €1,50 een proefpakketje bestellen voor de was.
• Essentiële oliën. Met oliën als pepermunt, den, citroen of eucalyptus kunt u uw product een frisse geur geven.
Risico’s verlagen
Voor extra vuile werkjes heeft u wellicht het gevoel dat alleen een krachtig kant-en-klaar schoonmaakmiddel helpt. Als dat zo is, kunt u de volgende stappen ondernemen om de schadelijke effecten te beperken.
• Gebruik minder dan wat op de verpakking wordt aanbevolen. Fabrikanten hebben de neiging de benodigde hoeveelheid eerder te overschatten dan te onderschatten.
• Gebruik rubberen handschoenen om te voorkomen dat er gifstoffen de huid passeren.
• Ventileer de ruimte waar u werkt zodat gemene gassen kunnen ontsnappen en u er minder van inademt.
• Meng nooit middelen die bleek bevatten met enig product dat daar niet specifiek voor bedoeld is.
• Spoel de behandelde oppervlakken goed af om eventuele achtergebleven resten te verminderen, vooral op oppervlakken waar u voedsel klaarmaakt.
• Gebruik liever vloeibare middelen dan sprays. Hoewel een vloeibaar middel misschien minder geconcentreerd is dan een spray, ontstaat door die laatste een mist van fijne druppeltjes die u makkelijk inademt en die vervolgens in de bloedbaan komen.
• Gebruik niet telkens een schoonmaakmiddel als u een oppervlak schoonwrijft: vaak is enkel heet water voldoende.