IK HEB LAST VAN ALLERGIEËN EN IK VRAAG ME AF OF IK BAAT KAN HEBBEN BIJ LUCHTVERVERSERS. ZE ZIJN NOGAL KOSTBAAR, EN DAAROM WIL IK EERST WETEN OF ER BEWIJZEN ZIJN DAT ZE WERKEN VOOR IK ER EEN KOOP.
Allerlei aandoeningen worden in verband gebracht met het feit dat we in huis chronisch blootgesteld worden aan toxinen. Denk aan astma, ontstekingen van de sinussen, hoofdpijn, slapeloosheid, angst, vermoeidheid, gewrichtspijnen en overgevoeligheid voor een scala van chemische verbindingen1.
De auteurs van het onderzoek waaruit dit blijkt, leggen de schuld bij ‘het explosieve gebruik in de afgelopen veertig jaar van chemicaliën in de bouw en in materialen voor meubilering en stoffering’.
Dr Geoffrey Llewellyn en zijn collega’s van het Building Research Establishment (BRE) vonden dat in een half stedelijke, half tot het platteland behorende regio (Avon) de lucht binnenshuis tien keer slechter was dan buitenshuis. Het team vond binnenshuis ongeveer tweehonderd chemische verbindingen, waarvan er tachtig als nadelig voor de gezondheid worden beschouwd2.
Een van de nadelige effecten is bekend onder de naam ‘serotonin irritation syndrome’, (SIS)3. De meest voorkomende oorzaak van SIS is slechte kwaliteit van de lucht4. SIS wordt opgewekt door uitzonderlijk hoge concentraties van positief geladen elektrische deeltjes in het milieu, op het werk en in slecht geventileerde ruimten van onze woningen5.
De BRE beveelt aan om de lucht in onze woningen iedere twee uur volledig te verversen. In de huizen van tegenwoordig, helemaal geïsoleerd om energie te besparen, komen we niet eens tot de helft van deze aanbeveling. Het is echter niet overtuigend aangetoond dat luchtverversers die schadelijke stoffen verwijderen, de symptomen van allergie doen afnemen.
In de VS onderzocht men in een dubbelblind onderzoek het PuriDyne Air Purification System om te zien of het aantal bacteriën en fungi door dit systeem afnam. De situatie bleek echter niet veranderd na gebruik van de luchtververser6.
Luchtverversers maken de lucht schoon door met een ventilator partikels uit de lucht te halen en die te filteren. Er bestaan diverse soorten filters die regelmatig moeten worden vernieuwd. De Angers Laboratoire d’Immuno-Allergologie raadt aan filters met HEPA (high-efficiency particulate air filtration) of met ULPA (ultra-low penetrating air) te gebruiken omdat die ‘mogelijk eraan bijdragen dat de allergische reacties die verband houden met schadelijke/milieuvervuilende stoffen, afnemen’7.
Als u inderdaad besluit een luchtververser te kopen, let er dan goed op of hij geschikt is voor de ruimte waarin hij moet functioneren. Er is verder vastgesteld dat stofzuigers efficiënter zijn dan luchtverversers, omdat ze meer lucht verplaatsen: het zijn ventilatoren met een hoog volume in eenvoudige filtersystemen. Ook bleek uit het onderzoek dat ioniseerders geen effect hadden, maar dat condensatie met stoom zeer efficiënt was om in de lucht verspreide partikels te verwijderen8.
Als u een luchtververser uitzoekt, vraag de verkoper dan hoeveel lucht hij per uur ververst in een kamer van een bepaalde afmeting. Wanneer dit op de doos staat vermeld, ga dan na of de hoeveelheid geldt voor de situatie met of zonder filter. Als het filter is geplaatst, wordt er namelijk minder lucht verplaatst.
Wilt u specifieke allergenen bestrijden, dan kunt u het best producten zoeken die daarvoor speciaal zijn ontworpen. Sommige allergenen worden namelijk alleen door de allerfijnste filters tegengehouden. Veel fabrikanten claimen dat hun luchtfilters voor 99,9 procent effectief zijn, maar vergeet niet dat zelfs het effectiefste filter alleen de lucht zuivert die erdoorheen gaat. Als de lucht niet voldoende circuleert, zal ze allergenen blijven bevatten.
1Public Health Rep, 1998; 113: 398-409
2BRE Report No 299, Construction Research Corporation Ltd, 1996
3J Clin Psychiatry, 1986; 47: 22-25
4Int J Biometeriol, 1966; 10: 17-28
5Proceedings of the 9th International Congress of Biometeriology, Osnabrück, Duitsland, september 1981
6Ann Allergy, 1991; 66: 263-266
7Allerg Immunol [Parijs], 2000; 32: 242-245
8Sabouraudia, 1985; 237-243