Inmiddels heeft schrijver, veganist en activist Lisette Kreischer (37) tien boeken op haar naam staan. In het bijzondere en voorlaatste boek The Plant Pharmacy, koken met de kracht van de natuur krijgen dertien Nederlandse kruiden niet alleen opnieuw bestaansrecht in de keuken, de vertrouwde vrienden zijn een bijzonder heilzame aanvulling in het dagelijks leven. We spreken met haar over het proces dat ten grondslag ligt aan het boek.
‘Ik wilde mijn eigen ervaring vastleggen en ook de recepten die mij meer dan vijftien jaar hebben ondersteund. Mijn vierjarige studie bij Het Kruidenrijk gaf mij de handen en voeten, om te kunnen onderbouwen hoe planten mij hadden geholpen. Ik wist bij aanvang dat ik een boek wilde maken, maar ik wilde eerst het kaf van het koren scheiden’, vertelt Lisette Kreischer. De kennis die zij tentoonstelt in haar boek wordt dan ook onderbouwd met veel bronnen en een database die is ondervangen in de Kruidenbibliotheek.
Rozemarijn, salie, vlier, echte kamille, roos, sint-janskruid, engelwortel, madelief, paardenbloem, den, goudsbloem, rode zonnehoed en brandnetel zijn de dertien kruiden die de basis vormen van The Plant Pharmacy. Nog voordat haar boek was gepubliceerd kreeg Kreischer te maken met weerstand, met mensen die het boek kwakzalverij noemden. ‘En dat terwijl het nog niet eens uit was!’, zegt ze met een knipoog. Dat soort mensen tappen in op de algemene gevoeligheid die heerst. Terwijl gewoon gezonde voeding heel veel kan bijdragen, net zoals beweging, gelukkig zijn en ja, het gebruiken van kruiden. Maar door het weg te zetten als kwakzalverij ontstaat er wantrouwen en dat wantrouwen zit inmiddels diep. We zijn als mens zo “gehardwired” om alleen te geloven in wetenschappelijk, empirisch bewijs voor de werking van kruiden.’
Bewezen leer
Kreischer betreurt deze scepsis. Planten hebben zichzelf al duizenden jaren bewezen en bewijzen zichzelf nog steeds keer op keer. Vroeger stonden kruiden aan de basis van de huisartsenpraktijk, maar door de stevige greep van de chemische geneeskunde die ontstond in de jaren vijftig van de vorige eeuw verdween deze kennis steeds meer op de achtergrond. Dit zegt ook oud-huisarts dr. Hans Moolenburgh in het voorwoord van haar boek. Hij omschrijft de dertien kruiden als dierbare vrienden.
Hij zegt daarmee niet dat we geen chemische middelen mogen gebruiken. ‘Als deze namelijk verstandig gebruikt worden, zijn ze een enorme aanwinst in de praktijk, maar in 80 procent van de gevallen op het spreekuur die niet wijzen op een acute of gevaarlijke ziekte kunnen ziekten beter behandeld worden met kruiden of supplementen’, aldus Moolenburgh.
Het punt is dat kruiden allang bewezen zijn, voordat het bewezen werd, stelt Kreischer. ‘We schijnen er alleen een nieuw licht op. Ik vind het jammer dat mensen de potentiële medicinale werking van kruiden gewoon wegzetten als onzin. Ik ben dus ook niet fundamenteel tegen de wetenschap, maar vind het bizar dat – ook al is het al duizend keer aangetoond op basis van ervaring – mensen toch blijven zeggen “nee dat geloven we niet, want het staat niet in de boeken. Het is niet getest..” Ga het dan testen als je het niet gelooft! En het gebeurt ook wel. Denk aan ginseng en ginkgo, maar test dan ook gewoon de Nederlandse kruiden.’
Neem nou vingerhoedskruid. Dit is een van de weinige geneeskrachtige planten die omarmd is door de medische wetenschap. Het kruid is giftig, maar in de juiste dosis helpt het tegen hartkwalen. Het verhaal gaat dat een huisarts in Ierland opmerkte dat zijn patiënten die geen baat hadden bij de reguliere behandeling naar een kruidenvrouwtje gingen en merkwaardig genoeg opknapten. Hij is toen langsgegaan om te vragen hoe ze dit deed en hoorde dat ze cliënten behandelde met vingerhoedskruid-bladeren. Kreischer: ‘En weet je wat het mooie is in mijn ogen. Hij heeft haar toen niet uitgescholden, haar ook niet beticht van kwakzalverij, hij heeft het aangenomen als waar.’
Al in de achttiende eeuw werd het effect van vingerhoedskruid op het hart beschreven door de Britse botanicus en scheikundige William Withering. Uiteindelijk zijn medici gaan onderzoeken waar de werking precies vandaan kwam. Het is de stof digitalis die in de natuur voorkomt en het werkt doet. De medische wetenschap bouwde een nieuwe variant na uit minerale bestandsdelen waarop patent werd aangevraagd. Het zuiver chemische middel Digoxine dankt zijn naam dan ook aan digitalis ofwel het vingerhoedskruid. En zo zijn er talloze voorbeelden van medicijnen van nu die hun wortels hebben in de kruidengeneeskunde. Sint-janskruid, Echinacea en Calendula zijn kruiden die al eeuwenlang hun werking hebben bewezen’, aldus de schrijver.
Gebruik planten
Kreischer benadrukt wel dat het bij het gebruiken van kruiden als medicijn niet gaat over een laf theetje. ‘Dus laat de thee flink trekken. Theeën zijn eigenlijk “infusies”. In rozemarijn zitten bijvoorbeeld heel veel etherische oliën, vroeger gebruikt als conserveermiddel. Door dit afgedekt flink te laten trekken, heb je een basis voor een sterke en goede thee. Schenk daarvan iets op en doe er water bij, dan heb je pas thee.’
‘Ik zou het daarbij leuk vinden als mensen theezakjes wat meer loslaten en meer losse kruidenthee gaan kopen’, zegt Kreischer. Ze raadt bovendien aan een kleine huisapotheek aan te leggen met kruiden en preparaten ter ondersteuning in mindere tijden. In haar persoonlijke kruiden-EHBO-kit zitten dan ook de dertien eerdergenoemde kruiden ofwel in de vorm van een tinctuur, olie, gedroogd of als brouwsel.
Haar devies is ook eventueel zelf een kruidentuintje te beginnen, bijvoorbeeld op een balkon. ‘Doe de planten in potten. Je kunt zelf ecologische aarde kiezen en de grondsoort die bij de plant past. Je hoeft ook niet van die hele groene vingers te hebben of er een permacultuur op los te laten. Ik vind het zelf telen een leuke manier om te genieten van kruiden.’ En als mensen dat niet willen of kunnen, dan zijn er altijd natuurwinkels of andere mensen die kruiden telen. Daarnaast zijn ook tincturen te koop.
Kreischer is echter wel voorstander van het zelf groeien waar dat kan: ‘Vooral ook omdat ik niet de grootste fan ben van wildplukken, vanwege de druk op de nog maar zo beperkte natuur in Nederland. Denk aan verstedelijking, vervuiling et cetera. Mocht je toch gaan wildplukken, neem dan verantwoordelijkheid, weet wat je doet. Kijk daarbij of er voldoende groeit van de plant in de omgeving’, aldus Kreischer.
‘En als je dus een balkon of tuin hebt, kun je planten laten groeien. Calendula bijvoorbeeld doet het over het algemeen heel goed. We hebben daar al een hele historie mee. Net zoals brandnetel en paardenbloem.’ In de Nederlandse boeken van oude apothekers of oude kruidendoktoren staat informatie over die kruiden en de ziekten die hier voorkwamen.
In haar poëtisch uitziende boek neemt de schrijver de lezer met haar recepten mee door de vier seizoenen. Denk bijvoorbeeld aan lentepasta met brandnetel en zomers Flowerpower-ijs of een fris vlierbloesemelixer met waterkefir. En in de herfst en winter verwarmende boekweitpap met rozenbottel en walnoten, rozemarijnmelk of een rozen-vliercappuccino met chocolate chip-dennentaart. Het is een kleine greep uit de gerechten die Kreischer de afgelopen zeventien jaar hebben geholpen en nu door iedereen zijn te bereiden.
Plantaardig
De schrijfster heeft mede door haar achtergrond als dierenrechtenactivist in het boek geprobeerd de kwaliteit te vangen uit het plantenrijk. Sinds haar tiende is Kreischer vegetariër, maar in 2001 stapte ze over op volledig plantaardige voeding. ‘Door onder andere Stichting Proefdiervrij en Stichting Animal Rights heb ik veel gezien. Ik kan er met mijn hoofd niet bij hoe de industrie omgaat met dieren en hoe ze worden gebruikt bij vivisectie. Het testen op dieren is de norm, maar ik vind dit moreel onacceptabel. Ik weet dat dit een heel gevoelig onderwerp is in de farmaceutische industrie, maar de mensheid is briljant en ik weet dat zij in staat is om medicatie te testen zonder dat daar levende wezens voor nodig zijn. Ik kon het niet meer over mijn hart verkrijgen dat dieren lijden in laboratoria voor de geneeskunde.’
Het veganisme vindt dan ook dat dit niet zo zou moeten zijn. Wat een van de redenen was dat Kreischer deze levensstijl volledig omarmde toen ze twintig was. ‘Ik geloof in de plantaardige keuken die ons kan voeden en genezen, en vooral dat deze keuken goed is voor mens, dier en milieu.’
eganistisch eten gaat over het serieus nemen van geweldloosheid ofwel uw naasten liefhebben. Kreischer: ‘Het wegnemen van een leven van een dier, dat zelf geen toestemming kan geven, vind ik een morele grens. Ik ben ervan overtuigd dat we zonder vlees kunnen, alleen vraagt dit een andere mindset van ons. Maar zijn we daartoe bereid?’ Kreischer hoopt uiteindelijk ook dat industrieën vrijelijk met elkaar gaan praten om een gezonde leefwereld te creëren voor dieren, aarde en mensen. ‘Er is zoveel angst en boosheid. Maar we weten zo weinig. Als mensen nu eens open staan voor elkaar?’
Toen Kreischer plantaardig ging eten, vond ze het normaal dat planten ook haar medicijnen werden. Er is bovendien voldoende plantaardige krachtige voeding op aarde. Denk aan shiitake, ginseng, Angelica wortel. De middelen geven kracht. ‘Dit kwam heus niet allemaal terug in de studie. Dit is puur uit eigen ervaring, die voor mij van groot belang is. Door de studie bij het Kruidenrijk vielen ideeën wel op hun plek, zoals de weerstandverhogende en wondhelende werking van rode zonnehoed ofwel Echinacea.’ Een middel dat ze iedereen aanraadt zodra de herfst in aantocht is. Net zoals gemberthee, haverpap en kaneel in de winter, door het verwarmende effect ervan. Door het hele jaar heen adviseert ze brandnetelthee vanwege de reinigende werking.
In de basis van een plantaardige leefstijl staan vooral groenten, fruit, bonen, noten, zaden, wieren, kruiden en niet dat vegaburgertje in de supermarkt. ‘Sommige mensen doen dat zo, wat prima is natuurlijk, maar in principe hebben we het over de hele eetbare plantenketen. En die is groter dan je waarschijnlijk aanvankelijk denkt. Er staan miljoenen veganistische recepten online. Je hoeft jezelf echt geen kok te noemen, je moet alleen iets laten om iets anders te gaan doen om er dan vervolgens juist achter te komen dat je er iets bijkrijgt.’
Lichaam en geest
Ook denkt Kreischer dat mensen het meer moeten toelaten als ze ziek zijn. Als het gaat om een gewoon griepje natuurlijk. ‘Als ik ziek ben, dus geveld door een griepje ging ik gewoon plat. Niet onderdrukken. Wees maar gewoon ziek. Ga maar twee dagen liggen, je lichaam heeft het blijkbaar nodig. Niet teveel eten. Veel drinken. Meestal voel je je erna beter. Het is niet erg om even twee dagen niet te eten. Je moet niet flauw worden, maar op een gegeven moment voel je vanzelf wanneer je hongerig wordt en dan ben je vaak alweer wat beter.’
Of neem (zware) menstruaties. Ga gewoon maar op de bank liggen met een kruik, meent Kreischer. ‘Het zijn eigenlijk twee dagen dat je moet ontgiften ofwel reinigen. Sta toe dat je pijn hebt. Wat is er zo erg aan een beetje pijn. Pijn is een signaal. Natuurlijk heb je dat te onderzoeken en moet je het serieus nemen, maar vaak kun je zelf wel inschatten wanneer de pijn zegt dat je moet rusten of wanneer de pijn zegt dat je naar de dokter moet. Pijn is niet altijd heel erg, maar misschien ongemakkelijk. Vaak is het bovendien zo, dat als je op dat soort momenten eindelijk op de bank gaat liggen, voelt “O ja, hè hè”. Neem een kruik. Zet bijvoorbeeld kamillethee, frambozenblad of vrouwenmantelthee, salie, ontkrampende theeën. Vind je het echt niet fijn, neem dan een aspiplant in plaats van een aspirine.’
En bij zowel lichamelijke als psychische klachten denkt Kreischer dat het van belang is dat mensen meer naar zichzelf durven luisteren. Open en eerlijk. ‘Wat voel je, wat heb je nodig? Wil je dat het “probleem” stopt. Wat heb je daarvoor nodig?’
Durf kritisch te kijken. De eerste gedachte hoeft bovendien niet de juiste te zijn. Die kan zijn ontstaan uit weerstand, uit het ego of uit angst. ‘Je moet heel kritisch zijn. Twee simpele vragen die je kunt stellen om dat te herkennen zijn: “Wat voel je?” en “Wat heb je nodig?”’, aldus de auteur.
Maar de huisarts heeft ook een rol. ‘Naar mijn idee is het slim als hij of zij meer probeert te luisteren. De expert zou naar mijn idee ook meer moeten durven luisteren naar de patiënt. Maar de expert hoort ook naar andere mensen om zich heen te luisteren en te weten dat het nooit absoluut is wat diegene weet; het is altijd een complex gegeven. Samen op zoek gaan en dan komen de vragen. Dan ga je naar de kern van het probleem ofwel de disbalans.
Kreischer: ‘Je hebt de mogelijkheid als mens in balans te leven. Wil je dat het goed is? Dat mag je van jezelf verlangen en dat kan. Wat is daarvoor nodig? Ben je bereid om dus genezing aan te gaan? En dat pad heeft consequenties. Ben je bereid het elke keer opnieuw aan te gaan? Uiteindelijk gaat het erom dat jij je beter voelt. En ik heb het gevoel dat planten en de juiste aandacht daarin heel goed kunnen ondersteunen.’
Yildiz Celie