Mensen met een religieuze of spirituele overtuiging zijn gelukkiger dan ongelovigen
Waag je graag een gokje dat je niet kunt verliezen, dan vind je de Gok van Pascal vast leuk. Geformuleerd door de Franse wiskundige en filosoof Blaise Pascal komt het ongeveer hierop neer: God bestaat wel of niet, maar we kunnen dat niet rechtstreeks weten. Dus we geloven in God of we doen dat niet. Als we geloven, zullen we gelukkiger zijn. Bestaat God wel, dan zullen we naar de hemel gaan; bestaat hij niet, dan zullen we nog steeds een gelukkig leven hebben gehad.
Atheïsten hadden kritiek op deze redenering, meestal vanwege Pascals veronderstelling dat we moeten geloven in God om een gelukkiger leven te leiden, maar nieuw onderzoek wijst uit dat hij gelijk had. Mensen die in God geloven of een spirituele overtuiging hebben, zijn gelukkiger en ook gezonder. Het Britse Nationale Bureau voor de Statistiek ontdekte dat religieuze mensen veel vaker tevredener waren over hun gezondheid dan atheïsten en dat zij ook veel minder vaak rookten.1
In een commentaar op deze resultaten zei Michael Wakelin, hoofd programmering aan het Londense interreligieuze centrum Coexist House: ‘Dit heeft te maken met een houding van dankbaarheid.’ ‘Als je meent dat God van je houdt en dat hij je heeft gecreëerd, is het waarschijnlijker dat je gelukkig bent met wat je hebt. Als je een geloof hebt, is het bovendien waarschijnlijker dat je hoopvoller bent over de toekomst; ook al gaat het momenteel niet zo goed, op zeker moment, wanneer God het wil, zal het beter worden.’
Maar het gaat om meer dan alleen dankbaarheid. Andere onderzoekers, die keken naar het verband tussen geloof en welzijn, zagen twee andere factoren die meespelen: een gevoel van gemeenschap en verbondenheid en het idee dat er iets groters is dan wijzelf. Een studie concludeerde dat het hebben van een religieuze of spirituele overtuiging de sleutel was tot ‘positief ouder worden’, of tot een lang, gezond en zinvol leven. Onderzoekers van de University of Kent ontdekten dat een religieuze of spirituele overtuiging structuur en betekenis geeft aan ons leven en dat het zorgt voor sociale steun en gemeenschap in slechte tijden.
Harold Koenig, psychiater aan de Duke University, heeft tijdens zijn hele carrière onderzoek gedaan naar de invloed van religie en spiritualiteit op onze mentale en fysieke gezondheid. Hij citeert onderzoeken van Duke University die laten zien hoe religieuze overtuigingen zorgen voor het overwinnen van ernstige depressies en hoe vrome zorgverleners een langer leven leiden. In de laatste studie ontdekte Koenig dat een religieus geloof het verouderingsproces vertraagt. Dit verschijnsel kan fysiek worden waargenomen, omdat het de levensduur verlengt van telomeren, de beschermkapjes aan het einde van onze DNA-strengen, die in verband zijn gebracht met veroudering. Dit was vooral merkbaar bij degenen met het sterkste geloof.2
Geloof is ook zingevend. ‘Als we dienen, doen we dat via een gevoel van iets groters’, zegt Christina Puchalski van het George Washington Institute for Spirituality and Health. Begrip van deze verbondenheid met elkaar zorgt voor medeleven met het lijden van anderen, zoals psychiater Victor Frankl het uitdrukte: ‘De mens wordt niet vernietigd door het lijden; hij wordt vernietigd door zinloos lijden.’
In haar studies merkte Puchalski op dat gelovigen langer leefden en lagere niveaus hadden van een eiwit genaamd interleukine-6, een biologische marker voor chronische ziekten, en dat ze beter in staat waren om met ziekte, pijn en stress om te gaan. Ze herstellen ook sneller van ziekten en operaties, zoals cardioloog Herbert Benson van Harvard en anderen ontdekten, toen ze de invloed van onze overtuigingen op onze gezondheid onderzochten.3
Er is echter niet alleen maar goed nieuws. Religieuze overtuigingen kunnen onze mentale gezondheid bevorderen en helpen bij het omgaan met tegenslagen, vooral als we gesteund worden door een groep of kerk, maar ze kunnen ook een negatief effect hebben. Ideeën over een hel of zonde kunnen iemands mentale welzijn schaden, net zoals het geloof in een hemel en vergeving ons gevoel van psychisch welbevinden verbetert.4
Misschien kan een therapeut of psychiater die de religieuze overtuigingen van een patiënt deelt positieve begeleiding bieden en de heilzame aspecten van religie benadrukken. Het probleem is dat die dun gezaaid zijn. Toen aan patiënten werd gevraagd om belangrijke factoren in hun leven op te sommen, noemden zij twee keer zo vaak religie als psychiaters, zo bleek uit een onderzoek.5
Ze hadden misschien niet gehoord van de Gok van Pascal.
BRONNEN
1 Daily Telegraph, Feb 27, 2020
2 Adv Mind Body Med, 2015; 3: 19–26
3 BUMC Proceedings, 2001; 14: 352–7
4 Curr Opin Psychiatry, 2014; 27: 358–63
5 Neuropsychiatr, 2007; 21: 239–47