De manier waarop we tegenwoordig met kankermedicijnen omgaan, werkt niet. Het draait om winst, niet om echt innoveren. En de patiënt is het sluitstuk.
De farmaceutische industrie werkt op basis van een paradox: als geneesmiddelen hun werk deden, zou er geen markt zijn voor geneesmiddelen. Dat geldt helemaal voor de behandeling van kanker.
Farmaceuten verdienen het meeste aan nieuwe medicijnen tegen kanker, en de prijs van deze middelen is in de afgelopen vijftien jaar vertienvoudigd. Eén behandeling met immunotherapie kost nu ruim 400.000 euro. Het belang van de patiënt staat niet voorop. Soms kunnen patiënten een noodzakelijke behandeling niet eens krijgen.
En zelfs als de kankerpatiënt het wel kan betalen, werken die nieuwe medicijnen niet altijd levensverlengend. Dat komt vooral doordat de geneesmiddelen in wezen hetzelfde zijn als eerdere versies. Een overzicht van de kankermedicijnen voor de behandeling van vaste tumoren die tussen 2002 en 2014 op de markt zijn gebracht, liet zien dat die slechts marginale voordelen boden ten opzichte van oudere medicijnen. De patiënten leefden bovendien slechts ruim twee maanden langer.1
Maar daar gaat het niet om, althans niet voor de farmaceuten. Die willen alleen maar een ‘nieuw’ medicijn op de markt brengen, met een exclusief patent erop van twintig jaar, inclusief de onderzoeksperiode van acht jaar. En zolang ze het monopolie hebben, kunnen ze vragen wat ze willen. Als het patent verlopen is, daalt de prijs vaak met gemiddeld 78 procent.
Dit verdienmodel is erop gericht om kanker in de toékomst te genezen, terwijl ieder ander kanker nú wil overwinnen, aldus de protestbeweging Dying for a Cure.
Ook Paul Workman, topman van het Instituut voor Kankeronderzoek in Londen, denkt er zo over. Bij zijn voordracht op het Wereld Oncologie Forum in 2014 zei hij: ‘De manier waarop we nieuwe medicijnen tegen kanker uitvinden, werkt niet langer. We slagen er niet in om wetenschappelijke vooruitgang te vertalen naar genoeg innovatieve nieuwe medicijnen.’
Zelfs oncologen trekken nu aan de bel. Er zijn kankerspecialisten die beweren dat de farmaceutische industrie een morele grens heeft overschreden en alleen nog maar naar woekerwinsten streeft, ten koste van patiënten die echt wanhopig zijn.
Prijsbepaling
Er is weliswaar vrije marktwerking, maar in feite wordt de prijs voor kankermedicijnen op de Amerikaanse markt bepaald. Bedrijven komen weg met heel hoge prijzen. Kankerpatiënten hopen immers altijd op genezing. Bovendien ventileren farmaceuten regelmatig hoe kostbaar het is om nieuwe behandelingen te ontwikkelen.
Het klinkt allemaal een beetje hol. In feite zijn de werkelijke kosten van een nieuw kankermedicijn ‘niet in verband te brengen met iets rationeels’, volgens Vinay Prasad, kankerspecialist aan de Oregon Health & Science University in Portland in de VS. Farmaceuten bepalen de prijs, gewoon omdat ze dat kunnen.
Prasad heeft onderzocht wat het kost om een nieuw kankermedicijn op de markt te brengen. Farmaceuten slaan ons graag met de astronomische kosten daarvan om de oren, gemiddeld zo’n 2,3 miljard euro. Maar volgens Prasad zijn de echte kosten veel lager, waarschijnlijk zo’n 551 miljoen euro.2 Ook onderzoekers van Princeton en de Universiteit van Sydney in Australië hebben de kosten voor onderzoek onder de loep genomen. Zij schatten dat ze met een factor achttien waren ‘opgeblazen’.3
De gemiddelde opbrengst van nieuwe geneesmiddelen is bijna 1,5 miljard euro. Dat betekent een winst van 250 procent. Niet slecht! Na vier jaar is dat bedrag nog hoger. Prasad onderzocht tien kankermedicijnen. Hij schat de totale opbrengst op zo’n 57 miljard euro en de kosten om ze op de markt te brengen op slechts 6,1 miljard euro.
Misschien zijn de onderzoekskosten wel veel lager dan de farmaceuten beweren, want veel medicijnen zijn helemaal niet zo innovatief. Vaak zijn het oudere medicijnen die aangepast zijn: net zo effectief en een stuk goedkoper.4
Bovendien wordt de werking van het medicijn vaak bepaald door het tijdstip waarop de kanker voor het eerst ontdekt wordt. ‘Het enige wat helpt, is een vroege diagnose. Je moet er op tijd bij zijn, anders werken ook al die prachtige nieuwe geneesmiddelen onvoldoende,’ aldus David Kerr, een kankeronderzoeker aan de Universiteit van Oxford.5
Volgens Prasad zouden kankermedicijnen op dezelfde manier moeten worden beoordeeld als elk ander product: op hun nut en werkzaamheid. Dus eigenlijk op basis van no cure, no pay. Dat is beter dan misbruik maken van kankerpatiënten die wanhopig op zoek zijn naar genezing, tegen elke prijs.
En zo gek als het mag klinken, het gebeurt al. Het Zwitserse Novartis heeft een nieuw medicijn tegen leukemie op de markt gebracht – Kymriah (tisagenlecleucel) – dat 404.000 euro per behandeling kost. Als patiënten niet binnen de eerste dertig dagen vooruitgang boeken, vergoedt het bedrijf de kosten volledig.
Winst, winst en nog eens winst
Maar Kymriah is een geval op zich en waarschijnlijk uniek. De meeste kankermedicijnen worden nog steeds verkocht en toegediend met garantie tot de deur. Dat kan zo niet langer. Overal rijzen de prijzen de pan uit. In sommige gevallen stellen patiënten zelfs hun behandeling uit en nemen zorgautoriteiten nieuwe geneesmiddelen niet meer op in het pakket.
In Afrika zijn bijvoorbeeld maar weinig landen die zich kankermedicijnen kunnen veroorloven, en al helemaal niet de nieuwere. Tussen 2010 en 2014 zijn er 49 nieuwe kankermedicijnen op de markt gebracht. Slechts zes landen konden meer dan de helft daarvan aanschaffen. Zelfs de VS kunnen zich niet alle kankermedicijnen veroorloven. Daar staat de teller op 41.
De prijzen van kanker-medicijnen stijgen jaarlijks met ongeveer 11 procent. In 2015 werd er over de hele wereld 91 miljard euro uitgegeven aan kankermedicijnen. Dat bedrag zal in 2020 waarschijnlijk zijn opgelopen tot 127,5 miljard euro. Die stijging is volledig toe te schrijven aan de gestegen prijzen; er worden dus niet meer patiënten behandeld.6
Anders gezegd: aan het eind van de jaren negentig van de vorige eeuw kostte de behandeling van één kankerpatiënt per jaar gemiddeld minder dan 8500 euro. In 2005 lag dat bedrag gemiddeld tussen de 25.500 en 42.500 euro. In 2012 kostte dezelfde behandeling 85.000 euro.
Deze prijsinflatie betekent de uitbuiting van radeloze mensen. ‘Voor veel kankerspecialisten wordt hiermee een morele grens overschreden tussen redelijke winsten en woekerwinsten, terwijl zich een menselijke ramp voltrekt,’ schreef Hagup Kantarjian van het MD Anderson-kankercentrum van de Universiteit van Texas in Houston.4
Meer van hetzelfde
Het gaat helemaal niet om innovatie bij kankeronderzoek, in ieder geval niet bij farmaceuten. Ongeveer 85 procent van het geld voor kankeronderzoek wordt geleverd door de belastingbetaler. Dat wekt de indruk dat het onderzoek door onafhankelijke of overheidsorganisaties wordt uitgevoerd.
Farmaceuten daarentegen spenderen slechts 1,3 procent van hun totale inkomsten aan echt kankeronderzoek. 20 tot 45 procent gaat naar reclame en marketing om het middel te verkopen als het eenmaal tot de markt is toegelaten.2
De meeste nieuwe kankermedicijnen zijn in werkelijkheid variaties op bestaande medicijnen, die een beetje zijn aangepast door het bedrijf. En bijna de helft van het geld wordt verdiend met de verkoop van slechts tien kankermedicijnen. In 2015 genereerden die medicijnen in totaal 37,4 miljard euro aan opbrengsten. En sinds ze op de markt kwamen, bracht de verkoop al 255 miljard euro op.
Wanneer hun patenten verlopen, zullen deze meest verkochte medicijnen uiteindelijk vervangen worden, maar waarschijnlijk door iets vergelijkbaars. De Amerikaanse voedsel- en medicijnenwaakhond FDA keurt jaarlijks ongeveer negen nieuwe kankermedicijnen goed. Daar zitten geneesmiddelen bij die al op de markt zijn, maar die de producent ook voor een andere kankervorm wil gebruiken. Uit onderzoek blijkt dat 74 procent van de nieuwe geneesmiddelen die nu ontwikkeld worden, heel veel lijkt op andere medicijnen die concurrerende farmaceuten ook ontwikkelen.1
Er is gewoon iets helemaal mis met de manier waarop we kanker proberen te behandelen en te genezen. Winsten zijn buitensporig geworden, en de kankerpatiënt komt niet eens in het verhaal voor.
Heel langzaam beginnen de regulerende autoriteiten in de verschillende landen tegengas te geven. Genoeg is genoeg. Mededogen, ethiek en echte wetenschap moeten meespelen als we een van ’s werelds meest gevreesde ziekten willen overwinnen. Geldgraaierij laat ons allemaal in de kou staan.
Bryan Hubbard
Literatuur
1. JAMA Otolaryngol Head Neck Surg, 2014; 140: 1225-1236
2. JAMA Intern Med, 2017; 177: 1569-1575
3. BioSocieties, 2011; 1-17
4. J Oncol Pract, 2014; 10: e208-e211
5. Nature, 2018; 555: s26-s29
6. IMS Institute for Healthcare Informatics, Global Oncology Trend Report: A Review of 2015 and Outlook to 2020. 2016
Laten we de rekening eens presenteren
Onderzoek kankermedicijnen: wat kosten ze en wat leveren ze financieel op?
Farmaceuten verdienen met hun vijf meest winstgevende kankermedicijnen vijftien keer zoveel als de kosten die ze maken voor onderzoek (R&D) (gemiddeld rendement x15,5).
MabThera, goedgekeurd, 1997
Totale verkoop (miljard euro) € 54,97
R&D rendement x 19,7
HERCEPTIN, goedgekeurd, 1998
Totale verkoop (miljard euro) € 48,02
R&D rendement x 17,2
GLIVEC, goedgekeurd, 2001
Totale verkoop (miljard euro) € 39,66
R&D rendement x 14,2
AVASTIN, goedgekeurd, 2004
Totale verkoop (miljard euro) € 48,90
R&D rendement x 17,5
REVLIMID, goedgekeurd, 2006
Totale verkoop (miljard euro) € 24,36
R&D rendement x 8,7
Bron: Dyingforacure.org