25-07-2008

Hoop voor Alzheimer

De farmaceutische industrie kijkt niet verder dan de opvatting dat de ziekte van Alzheimer een ‘verstoring is van het chemisch evenwicht’ in de hersenen. Momenteel zijn er echter aanwijzingen die erop wijzen dat vergiftiging van de hersenen door bewerkt voedsel en door zware metalen ook oorzaken van de ziekte kunnen zijn. Als dat zo is, zijn er vele mogelijkheden tot behandeling met alternatieve methoden die niet de bijwerkingen kennen van de geneesmiddelen die nu voorhanden zijn.

 

Er speelt zich momenteel een waar koningsgevecht af over Alzheimer, en wel in het Britse Hooggerechtshof. In het kort komt het erop neer dat NICE (National Institute for Clinical Excellence, de waakhond van de National Health Service die het gebruik van geneesmiddelen controleert) voor de rechter wordt gedaagd om haar besluit bepaalde geneesmiddelen voor het beginstadium van Alzheimer niet te vergoeden te verdedigen.
Aan de kant van de eisers zitten twee grootheden van de farmaceutische industrie, Pfizer en zijn marketingpoot Eisai, gesteund en opgestookt door de Alzheimer Society, een luidruchtige patiëntenvereniging die even luidruchtig verklaart geen banden te hebben met de farmaceutische industrie. Waar draait het om? Hebben de geneesmiddelen die voor Alzheimer worden aangeprezen effect; zijn er goede alternatieven? En op de allereerste plaats: wat is de oorzaak van Alzheimer?

Dementie en de ziekte van Alzheimer
Nog geen generatie geleden was de ziekte van Alzheimer vrijwel onbekend. Tegenwoordig is ze, na kanker, waarschijnlijk de meest gevreesde ziekte van de ouderdom. De rillingen lopen je over de rug wanneer je leest hoe de ziekte van Alzheimer de mensen die eraan lijden, hun menselijkheid ontneemt.
Van een sporadisch voorkomend fenomeen is de ziekte tegenwoordig de meest voorkomende vorm van seniele dementie: fysieke beschadiging van de hersenen op hogere leeftijd met als resultaat ingrijpende veranderingen van de verstandelijke vermogens, het geheugen, de persoonlijkheid en het gedrag. Tot voor kort was slechts na het overlijden vast te stellen of iemand Alzheimer had of een andere vorm van dementie. Typerend voor de hersenen van een patiënt met Alzheimer zijn de gedeeltelijk atrofische (dode) gebieden met daarin groepjes samengeklonterde hersencellen, neurofibrillaire klompjes of ‘plaques’ genoemd.
De soort dementie die op de tweede plaats staat, is vasculaire dementie, waarbij door stagnatie van de bloedvoorziening (meestal als gevolg van miniattaques) hersencellen afsterven.
Deze twee hoofdtypen van dementie kunnen tegenwoordig voor het overlijden van elkaar worden onderscheiden met MRI (magnetische resonantie)-scans of met PET (positron-emission tomografie).
Seniele dementie is niet zo onontkoombaar als wel wordt gedacht: tussen de 25 en 50 procent van de ouderen boven de 85 blijven ervoor gespaard. Maar, zo beweren de geneesmiddelenfabrikanten, de ziekte neemt hand over hand toe, ook al doordat we steeds hogere leeftijden bereiken. Men beschouwt dementie als ongeneeslijk.

Wat heeft de farmacie te bieden?
Iedere langdurige chronische ziekte waaraan alleen door de dood een einde komt, is voor de geneesmiddelenfabrikant natuurlijk een goudmijn. Toch zijn er merkwaardig genoeg maar weinig geneesmiddelen op de markt voor Alzheimer. Als eerste geneesmiddel werd in 1993 tacrine (Cognex) gepresenteerd. Net zoals al zijn opvolgers is het een choline-esteraseremmer, dat wil zeggen dat het de hoeveelheid acetylcholine in de hersenen kunstmatig op peil houdt. Bij 90 procent van de patiënten met Alzheimer is de hoeveelheid van deze voor de hersenen belangrijke stof verlaagd. Acetylcholine is ook belangrijk om het geheugen goed te laten functioneren; het is dus logisch dat een verbinding die het gehalte acetylcholine in de hersenen op peil houdt gunstig zal werken.
Aan de theorie schort niets, maar de bijwerkingen gooien roet in het eten. Nadat tacrine tien jaar lang was voorgeschreven, werd het niet langer actief gepromoot toen bleek dat het ernstige leverbeschadiging veroorzaakte. Ongeveer 60 procent van de patiënten vond de bijwerkingen van het product in hoge doseringen onverdraaglijk. Toen bleek dat het product niet eens werkte, was dat de laatste nagel aan de doodkist van tacrine1.
Daarna verschenen drie nieuwe geneesmiddelen voor Alzheimer op de markt, die alle drie wilden bereiken dat de hoeveelheid acetylcholine in de hersenen groter wordt. Zoals te verwachten zijn het rivalen van elkaar. Aricept (donepezil) van Pfizer wordt aangeprezen als hét middel ‘wanneer Alzheimer zich aandient’. In Nederland is het middel niet geregistreerd en wordt pas in verder gevorderde stadia van Alzheimer medicatie overwogen. Exelon (rivastigmine) van Novartis claimt ‘een stap verder’ te zijn in de behandeling van Alzheimer; Reminyl (galantamine) van Janssen-Cilag wordt artsen aangeprezen met de slagzin: ‘Reminyl is het nu helemaal’.
Tot nog toe heeft alleen Pfizer gedreigd NICE voor de rechter te slepen vanwege de uitspraak dat het geen zin heeft een van bovengenoemde middelen te slikken in de beginstadia van Alzheimer. Staat de fabrikant sterk? Nee, waarschijnlijk zal hij niet winnen, gewoon omdat de feiten tegen het middel pleiten.

Onderzoek naar de middelen
De enige werkelijk onafhankelijke, grootschalige klinische trial over Aricept werd uitgevoerd door een team onderzoekers van de Universiteit van Birmingham. In een meer dan twee jaar durend dubbelblind onderzoek onder 500 patiënten met beginnende Alzheimer werd Aricept vergeleken met een placebo.
De conclusies? Aricept werkt wel, maar minimaal, ‘beneden de minimaal relevante drempel’2. Professor Richard Grey, hoofd van het onderzoek, zegt het als volgt: ‘Patiënten en hun gezinsleden zullen er waarschijnlijk niets van merken als er met het middel wordt gestopt.’
Ook klinische trials die werden gefinancierd door de farmaceutische industrie, lieten geen of weinig goede resultaten zien. Zo hielden wetenschappers van de Universiteit van Oxford 24 afzonderlijke door Pfizer gesponsorde trials onder meer dan 5000 patiënten in diverse stadia van Alzheimer zorgvuldig tegen het licht. Zij concludeerden dat ‘de effecten van de behandeling zeer gering waren en dat ze in de praktijk vaak niet waarneembaar waren’. Daarbij komen de vele bijwerkingen zoals misselijkheid, braken, diarree, spierkrampen, duizeligheid, moe gevoel en verlies van eetlust. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de wetenschap zich afvraagt of het de moeite waard is nog aandacht te besteden aan Aricept3.
Ook onderzochten dezelfde wetenschappers van Oxford de claim van Pfizer (die wordt gesteund door de strikt onafhankelijke Alzheimer Society) dat Aricept helpt voorkomen dat een zogenaamde lichte cognitieve beperking zich ontwikkelt tot Alzheimer. De conclusie van de onderzoekers? ‘Er is geen bewijs voor de veronderstelling dat Aricept gunstig werkt bij lichte cognitieve beperking. De eventuele goede effecten zijn minimaal, van korte duur en ze gaan gepaard met significante bijwerkingen.’4
Hoe staat het met de concurrenten van Aricept? Opnieuw toont onafhankelijk onderzoek aan dat de werkzaamheid van deze middelen op een marketinghype berusten.
Poolse onderzoekers bijvoorbeeld kwamen begin dit jaar tot de slotsom dat de effectiviteit van alle drie de choline-esteraseremmers ‘discutabel’ was, vooral omdat er zoveel bijwerkingen voorkwamen. Sommige daarvan, zoals van Reminyl, kunnen zelfs fataal zijn5.
Ook bij Alzheimer in gevorderde stadia blijken de drie geneesmiddelen niet veel uit te richten, zo toonden drie verschillende groepen wetenschappers aan. Ze beschrijven de resultaten als ‘matig’6 , respectievelijk ‘beperkt’7 en ‘gering’8.
Desondanks blijft Aricept marktleider in een profijtelijke industrie waarin 3 miljard dollar per jaar omgaat. Bovendien luidt de voorspelling dat de groei exponentieel zal toenemen.

Nieuw geneesmiddel
Sinds kort is er een nieuw geneesmiddel op de markt dat de concurrentie aangaat met Aricept, en dat memantine heet (merknamen: Ebixa, Axura, Namenda, Akatinol). Strikt genomen is het trouwens geen geneesmiddel omdat het van het natuurlijke mineraal adamantine (tandemail) wordt gemaakt. Ook de werking is anders dan die van de hiervoor genoemde geneesmiddelen. Het werd ontwikkeld door Merz, een Duitse firma van natuurgeneesmiddelen. De verbinding blijkt hersencellen te beschermen tegen aantasting door glutamaat, het aminozuur dat verantwoordelijk wordt gehouden voor vergiftiging van hersencellen met als gevolg Alzheimer.
In klinische trials blijkt memantine veelbelovend. Het is vooral effectief bij matige tot ernstige Alzheimer, hoewel het middel het proces feitelijk niet stopt maar alleen vertraagt9. Gedetailleerd onderzoek laat zien dat het middel vooral een positieve invloed heeft op de aandacht evenals de snelheid waarmee informatie wordt opgenomen en niet zozeer op het geheugen10.
De bijwerkingen verschillen nauwelijks van die van een placebo; soms komen er vermoeidheid en duizeligheid voor. In Duitsland wordt het product veel gebruikt; in Nederland is het geregistreerd maar wordt terughoudend omgegaan met medicatie bij dementie; in Groot Brittannië wordt het nog als experimenteel beschouwd.

Alternatieve behandelingen
Ondertussen komen er langzaam maar zeker behandelingen met plantenextracten in zicht. Sommige hiervan hebben eigenschappen die speciaal ontworpen lijken te zijn voor Alzheimer.
Neem bijvoorbeeld het bescheiden keukenkruid salie (Salvia officinalis). Het blijkt niet alleen antioxidante en ontstekingsremmende eigenschappen te bezitten, maar heeft ook een anticholinerge werking die vergelijkbaar is met die van Aricept. In een recent klinisch onderzoek waarbij salie werd vergeleken met een placebo, bleek dat een dosis van 60 druppels salie-olie per dag het mentale functioneren van patiënten met milde tot matige Alzheimer vaak beter in stand hield dan Aricept, zonder de bijwerkingen van laatstgenoemd middel11. Ook bij jonge mensen kan salie-olie het geheugen verbeteren.
Citroenmelisse (Melissa officinalis) blijkt de receptoren in de hersenen die te maken hebben met angst, te kunnen bezetten, zodat de agitatie die vaak voorkomt bij patiënten met Alzheimer duidelijk afneemt. Specifieke rassen van de plant bleken zelfs het proces van verval te vertragen12. Ofschoon voorstanders de plant aanbevelen als aromatherapie bij Alzheimer, is het bewijs van de werking ‘niet duidelijk’13.
Het klassieke plantje voor geheugenverbetering is Ginkgo biloba. In een groot aantal klinische trials bleek dat dit plantje bij mensen van alle leeftijden de mentale functies verbeterde. In Duitsland wordt het op grote schaal toegepast bij Alzheimer. Zelfs reguliere Duitse artsen prefereren het vaak boven de beschikbare producten van de farmacie.
Ginkgo is geen wondermiddel, maar in de praktijk werkt het tot op zekere hoogte goed voor alle patiënten met Alzheimer en bij eenderde van hen zelfs significant. De aanbevolen dosis is 240 mg/dag van het Ginkgo-extract met codenaam ‘EGb 761’. Het effect is meestal na ongeveer zes maanden merkbaar14. Men veronderstelde zelfs dat Ginkgo ook Alzheimer zou kunnen voorkómen maar tot nu toe is onderzoek hiernaar uitgebleven.

Andere geheugenverbeteraars
Wat te denken van andere kiene middeltjes die worden aangeprezen als geheugenverbeteraars bij gezonde mensen? Alleen nicergoline (een derivaat van ergotamine) lijkt enigszins effect te hebben. Bij patiënten met Alzheimer blijkt het de mate waarin ze bepaalde activiteiten uitvoeren met een factor drie te kunnen laten toenemen15. Vinpocetine en piracetam, die bekender zijn, zijn niet voldoende onderzocht om gerechtvaardigde conclusies te trekken.
Toen men ontdekte dat Alzheimer bij inwoners van India maar weinig voorkomt, is er onderzoek gedaan naar het kruid kurkuma. Neurologen van de Universiteit van California in Los Angeles ontdekten bij laboratoriumtesten dat dit kruid hersencellen die beschadigd waren door Alzheimer kon repareren. Nu staan er klinische trials op het programma16.
In de traditionele Chinese geneeskunde zijn twee mengsels van kruiden bekend voor Alzheimer. De ene is Yi-Gan San, een mengsel van zeven verschillende planten met als hoofdbestanddeel engelwortel (angelica). De andere is Ba Wei Di Huang Wan,(BDW), dat uit acht verschillende planten bestaat waaronder kaneel en pioen. De eerste onderzoeken doen vermoeden dat ze gunstig werken bij Alzheimer17.
Momenteel heerst opwinding over één Chinees kruid in het bijzonder, een zeldzaam mos dat Huperzia serrata heet. Vijf jaar geleden werd een extract van de mossoort (Hup-A) toegediend aan meer dan 200 Chinezen met de diagnose lichte tot matige Alzheimer. De resultaten werden opmerkelijk genoemd. Na drie maanden 400 mcgr /dag was 60 procent van de patiënten klinisch ‘aan de beterende hand’! Ongeveer een kwart van de patiënten reageerde er niet op. Bijwerkingen waren er niet of nauwelijks en ze waren van voorbijgaande aard18.
Hoe werkt Hup-A? Men veronderstelt dat het de hoeveelheid acetylcholine in de hersenen doet toenemen. In feite doet het echter veel meer, het dringt beter door in de hersenen dan de tot nu toe beschikbare middelen en het heeft een langere werkingsduur. Ook is het werkingsspectrum breder, het beschermt de hersencellen voor verdere beschadiging ten gevolge van eventuele ontstekingen en oxidatie19. Een klinisch onderzoek staat op stapel.
De Chinese geneeskunde maakt ook gebruik van acupunctuur in de strijd tegen Alzheimer. Er zijn aanwijzingen dat de resultaten gunstig zijn20. Een westerse variant daarvan is TENS (transcutaneous electrical nerve stimulation), dat artsen bij patiënten met Alzheimer op verschillende lichaamsgebieden toepasten, ook in het gezicht. Het bleek dat er vooral in de beginstadia van Alzheimer lichte verbeteringen plaatsvonden. Volgens Japanse artsen die de therapie toepasten, moet de therapie echter herhaald worden om de resultaten langer dan zes maanden te laten duren 21.

Licht aan de horizon
Een mogelijke therapie voor Alzheimer is chelatie. Deze behandeling, reeds tientallen jaren toegepast door vooruitstrevende cardiologen, wordt vaak afgedaan als kwakzalverij. Bij deze therapie wordt een chemische cocktail in de bloedstroom gebracht die schadelijke stoffen bindt en ze daarna afvoert. Ze werd voor het eerst toegepast bij werkers in de verf- en batterij-industrie om hen te vrijwaren van loodvergiftiging. Alzheimer is een nieuw toepassingsgebied.
De redenering is dat als er bij Alzheimer vergiftiging met metalen in het spel is (zie kader op blz. X), met chelatietherapie de schadelijke metalen gebonden en verwijderd kunnen worden voordat ze hersencellen beschadigen.
Bij een van de eerste klinische trials werd clioquinol gebruikt als chelatiemiddel. De resultaten waren goed, na drie weken was er een lichte klinische verbetering te zien22. Een volgend (en tot nu toe enig) onderzoek echter had slechtere resultaten23.
Ondanks deze teleurstellende bevindingen is een groot aantal wetenschappers over de hele wereld bezig de chelatietherapie te onderzoeken en aan te passen in de hoop op een doorbraak. Sommige stellen zelfs voor nanodeeltjes in te schakelen om de hersenen beter toegankelijk te maken voor de middelen van chelatietherapie24.
Het feit dat wetenschappers hun toevlucht zoeken tot hightech oplossingen zegt wel iets. In de eerste plaats dat de bestaande therapieën niet werken niet, en op de tweede plaats dat Alzheimer waarschijnlijk een hardere noot is om te kraken dan tot nu toe werd gedacht.
Tony Edwards

1JAMA, 1998; 280: 1777-82
2Lancet, 2004; 363: 2105-2115.
3Cochrane Database Syst Rev, 2006; 1: CD001190.
4Cochrane database Syst Rev, 2006; 3: CD006104.
5Neurol Neurochir Pol, 2007; 41: 13-21.
6Cochrane Database Syst Rev, 2006; 1: CD005593.
7Tijdschr Psychiatr, 2006; 48: 17-26.
8Drugs Aging, 2007; 24: 155-167.
9Drugs, 2006; 66: 1515-1534.
10Int J Geriatr Psychiatry, 2006 ; Nov 20 ; epub ahead of print.
11J Clin Pharm Ther, 2003; 28: 53-59.
12Curr Pharm Des, 2006; 12: 4613-4623.
13Aust NZ J Psychiatry, 1999 ; 33 : 789-799.
14Pharmacoppsychiatry, 2003; 36: 297-303.
15Cochrane Database Syst Rev, 2001; 4: CD003159.
16J Alzheimers Dis, 2006; 10: 1-7.
17Evidence-Based Complement Altern Med, 2006; 3: 441-445.
18Zhonghua Yi Xue Za Zhi, 2002;82: 941-944.
19Acta Pharmacol Sin, 2006; 27: 1-26.
20Zhongguo Zhen Jiu, 2005; 25: 390-392.
21Front Med Biol Eng, 2002; 11: 237-247.
22Dement Geriatr Cogn Disord, 2001; 12: 408-414.
23Cochrane Database Syst Rev, 2006; 1: CD005380.
24Neurosci Lett, 2006; 406: 189-193.

Kader
Symptomen en risico’s van Alzheimer

In de vroegste stadia is Alzheimer moeilijk te onderscheiden van de ‘gewone’ achteruitgang van het geheugen die vaak optreedt naarmate mensen ouder worden.
Andere stoornissen die kunnen worden verward met Alzheimer zijn: stoornissen in de werking van de schildklier, tekort aan vitamine B, hersenletsel of hersentumoren, ernstige vormen van depressiviteit en bijwerkingen van geneesmiddelen.

Belangrijke waarschuwingstekenen voor Alzheimer
Dit zijn tekenen die op Alzheimer kunnen wijzen:
– een zo sterk geheugenverlies dat het moeilijk wordt gewoon te leven of een beroep uit te oefenen;
– moeite met het verrichten van huishoudelijke bezigheden;
– moeite met spreken;
– disoriëntatie wat tijd en plaats betreft;
– beoordelingsfouten;
– problemen met het abstracte denkvermogen (bijvoorbeeld aanwijzingen opvolgen);
– dingen op verkeerde plaatsen leggen; alles zoek maken;
– veranderingen in gedrag of stemming;
– veranderingen van de persoonlijkheid;
– verlies van initiatief;
– vragen steeds herhalen;
– de weg kwijtraken op bekend terrein.

De wijze waarop Alzheimer ontstaat volgt geen vast patroon. Meestal ontstaat de ziekte geleidelijk, dit in tegenstelling tot vasculaire dementie, die stapsgewijze verergert (na iedere ‘mini-beroerte’) en die vaker gepaard gaat met lichte verlammingsverschijnselen of brabbeltaal.
Alzheimer is een dodelijke ziekte; de dood volgt meestal gemiddeld acht jaar nadat de diagnose is gesteld. Het kan echter ook drie of twintig jaar duren.
In tegenstelling tot de gangbare opvatting is Alzheimer wel degelijk te voorkómen.

Wie loopt het meeste risico?
De mensen die het meeste risico lopen, zijn:
– vrouwen;
– mensen met:
– een laag opleidingsniveau;
– veel Alzheimer in de familie;
– hersenletsel in hun ziektegeschiedenis;
– een BMI ( Body mass index) beneden de 20 of boven de 22,5;
– iedereen boven de 65.

Op 65-jarige leeftijd heeft ruwweg één op de veertien mensen Alzheimer. Vanaf die leeftijd verdubbelt het risico iedere vijf jaar tot ongeveer het 85e levensjaar. Daarna neemt het risico geleidelijk weer af (maar dit alleen bij mannen).

Kader
Oorzaken van Alzheimer
Ook de geneeskunde is onderhevig aan modeverschijnselen. Twintig jaar geleden dacht men dat een van de hoofdoorzaken van Alzheimer de inname van aluminium was. Tien jaar geleden werd daarom gelachen, maar tegenwoordig staat aluminium weer op de agenda.
Dit danken we gedeeltelijk aan een onderzoek van Franse epidemiologen die langdurend onderzoek deden naar het verband tussen Alzheimer en drinkwater. Zo onderzochten ze gedurende acht jaar een bepaald gebied in Zuid-Frankrijk waar boven de leeftijd van 65 jaar twee keer zoveel Alzheimer voorkwam als gemiddeld in de bevolking. Het bleek dat in dit gebied iedere gemeente zijn eigen watervoorziening had. Het leek vrij duidelijk wat de onderzoekers ontdekten. In de gemeenten waar het water een hoge dosis natuurlijk aluminium bevatte (meer dan 0,1 mg/l), kwam meer dan twee keer zoveel Alzheimer voor1.
Toch was het niet zo eenvoudig om hieruit conclusies te trekken. Dezelfde onderzoekers hadden in voorafgaand onderzoek namelijk geconstateerd dat twee andere factoren ook een rol speelden. Waren die niet aanwezig, dan was er ook geen verband tussen Alzheimer en aluminium. De eerste was de zuurgraad van het water en de tweede de hoeveelheid natuurlijk aanwezig silicium in het water. In gebieden waar het water alkalisch was, was er geen aantoonbaar verband tussen aluminium en Alzheimer. Waar veel silicium in het water voorkwam, was er niet alleen geen aantoonbaar verband tussen aluminium en Alzheimer, maar leek het er zelfs op dat silicium beschermde tegen Alzheimer2.
Met deze gegevens voor ogen is het niet verwonderlijk dat de meningen over de effecten van aluminium sterk uiteenlopen. Een ander punt is het gebruik van vrij verkrijgbare antacida, medicijnen tegen maagzuur. Deze bevatten veel meer aluminium dan in enig drinkwater voorkomt en toch komt bij patiënten die deze middelen voortdurend slikken, de ziekte van Alzheimer niet vaker voor dan gemiddeld3.
Daarom wordt momenteel verondersteld dat het aluminium dat voorkomt in drinkwater gemakkelijker door het lichaam wordt opgenomen4.
Waarschijnlijk is aluminium niet het enige metaal dat een rol speelt. Ook koper, zink en ijzer worden als mogelijke schuldigen aangeduid5. Bovendien is ook kwik reeds geruime tijd verdacht. In al deze gevallen komen de aanwijzingen niet zozeer van onderzoek onder de bevolking, maar van laboratoriumonderzoek bij celkweken, bij dieren en bij autopsies van Alzheimerpatiënten. Toch menen experts te moeten concluderen dat al deze metalen zelfs in kleine hoeveelheden een rol spelen bij het ontstaan van Alzheimer. Waarschijnlijk komt dit doordat ze oxidatieve ontstekingsprocessen in de hersenen veroorzaken die vervolgens hersencellen doen samenklonteren tot de karakteristieke plaques die we vinden bij Alzheimer6.
De theorie over ontstekingsprocessen wordt verder ondersteund door het feit dat bij patiënten met Alzheimer hoge concentraties homocysteïne in het bloed worden gevonden, een natuurlijk aminozuur dat als marker voor hartaandoeningen bekend is, maar dat waarschijnlijk via een ontstekingsproces ook giftig is voor hersencellen7.

1Am J Epidemiol, 2000; 152: 59-66.
2Epidemiology, 1996; 7: 281-285.
3Regul Toxicol Pharmacol, 2001; 33: 66-79.
4Brain Res Bull, 2001; 55: 187-196.
5J Biol Inorg Chem, 2004; 9: 954-960.
6J Alzheimers Dis, 2004; 6: 291-301.
7Am J Clin Nutr, 2005; 82: 636-643.

Kader
Hoe is Alzheimer te voorkómen?
Er zijn wel enkele adviezen te geven hoe u Alzheimer kunt voorkomen.
– Drink regelmatig wijn, maar in beperkte hoeveelheid, het risico dat u Alzheimer krijgt kan dan worden gehalveerd. Voor het drinken van bier zijn de gegevens minder duidelijk1.
Koffie brengt het risico terug met een factor van 33 procent.2
– Laat uw amalgaamvullingen (die kwik bevatten) verwijderen. Raadpleeg het WDDTY Dental Handbook om de juiste procedure hiervoor te vinden.
– Neem een goed seleniumsupplement. Een studie onder duizend ouderen gedurende negen jaar toonde aan dat bij degenen met het laagste gehalte selenium de achteruitgang van de cognitieve functies het grootst was3.
– Neem een omega-3-supplement of eet drie keer per week vette vis: deze bevatten het essentiële vetzuur DHA (docosahexaeenzuur). In een negen jaar durend onderzoek bleek dat bij ouderen met relatief hoge DHA-gehalten in hun bloed het risico op Alzheimer met 50 procent werd verminderd4.
– Neem foliumzuur of voedsel met een hoog gehalte hieraan, zoals groene bladgroenten. Een hoog gehalte foliumzuur vernietigt het schadelijke homocysteïne; klinische trials laten zien dat hoge foliumzuurspiegels het risico op Alzheimer met de helft verminderen5.
– Neem voldoende lichaamsbeweging. Lichamelijke inspanning drie keer per week vermindert het risico voor Alzheimer met 30 procent, ook bij mensen boven de 656.
– Als u geen of onvoldoende lichaamsbeweging kunt nemen, drink dan drie glazen vruchten- of groentesap per week. Het risico voor Alzheimer vermindert dan met een factor drie7.
– Laat uw drinkwater checken op het aluminiumgehalte. Als het meer dan 0,1 mg/l aluminium bevat ( één onderzoek vindt 3,5 mc/l al te veel) en de pH beneden de 7 ligt, kunt u beter mineraalwater drinken dat hoge gehalten silicium bevat waardoor het aluminium wordt geneutraliseerd8.

1Neurology, 2002; 59: 1313-1319.
2Am J Epidemiol, 2002; 156: 445-453.
3Epidemiology, 2007; 18: 52-58.
4Arch Neurol, 2006; 63: 1545-1550.
5Arch Neurol, 2007; 64: 86-92.
6Ann Intern Med, 2006; 144: 73-81.
7Am J Med, 2006; 119:751-759.
8Epidemiology, 1996; 7: 281-285.
 

Wilt u dit artikel lezen?

Als abonnee kunt u dit artikel gratis lezen door in te loggen op uw account. Nog geen abonnee? Sluit nu een abonnement af.

Andere archief artikelen

Artsen weten wel beter

Je krijgt een medicijnrecept. Je gaat ermee naar de apotheek en krijgt een doosje pillen mee. Op het etiket staat: ‘3x daags 2 tabletten bij de maaltijd’. Je begrijpt de instructies: je moet ze drie keer per dag innemen bij een maaltijd. Maar ga je dat ook doen?  We...

Uitgelezen; Vertroostingen

Nadat psychiater-psychotherapeut Dirk De Wachter werd geconfronteerd met een levensbedreigende ziekte en zich na een operatie in diepe, fysieke ellende bevond, ervoer hij hoe tastbaar de behoefte aan troost aanwezig kan zijn. Het deed hem nadenken over de vragen: wat...

Weet wat je eet

Voeding als medicijn We ontmoeten elkaar online. En dat is een bewuste keuze van orthomoleculair therapeut Rachida Lachhab. Zij werkt bij het programma Nederland Slank/de Metaboloog. Samen met haar collega-therapeuten Liesbeth van Duijn (oprichter) en Pantea Panahi...

Over medicatie en suppletie

Bij hart- en vaatziekten is het essentieel dat de conditie van de bloedvaten optimaal wordt gehouden. Zowel regulier als complementair is het voorkomen van slagaderverkalking ofwel arteriosclerose belangrijk. Arteriosclerose is degeneratie van het weefsel van de...