17-01-2017

Hoop doet leven

Hoop doet leven

Dit verhaal gaat over een grotendeels miskende held die vanuit een piepklein dorp in de Engelse East Midlands het aanzien veranderde van de geneeskunde.

Door: Lynne McTaggart

Voor ons begon het verhaal in 1995 toen Edie, Bryans moeder van 78, de diagnose terminale borstkanker kreeg. In vertrouwen vertelde haar arts ons: ‘Als ik jullie was, zou ik zorgen dat ze haar zaken op orde heeft.’ Hij was enorm geschrokken toen hij haar onderzocht. Haar borst, vertelde hij me, zag eruit als rauw vlees. De kanker was in feite in een zo vergevorderd stadium dat het te laat was voor chemotherapie of een andere ingreep. Ze had nog maximaal drie maanden te leven, werd ons verteld.
Door ons werk hadden we gehoord van Patrick Kingsley, een medicus die baanbrekend werk verrichtte in Leicestershire. We wisten niet of hij ook een geval van terminale kanker succesvol kon behandelen, maar het klonk ons goed in de oren dat hij een plaatselijke kankergroep runde, bestaande uit mensen die kennelijk tegen alle verwachtingen in nog steeds in leven waren.
Hij schreef haar eenvoudige leefregels voor: een aangepast gezond dieet, zonder voedingsmiddelen waarvoor ze allergisch was, vitaminesupplementen die pasten bij de portemonnee en de smaak van iemand die gewend was aan gewoon Engels eten, plus een hoge dosis vitamine C aangevuld met voedingsstoffen die ze enkele malen per week via een infuus kreeg toegediend. Meer was het niet.
Enige maanden later onderzocht Edies huisarts haar. Hij was met stomheid geslagen. De kanker die haar borst had verwoest, en waarvan hij zeker had geweten dat er geen hoop of behandeling meer voor was, was volledig verdwenen.
Bij veel van Patrick Kingsleys patiënten speelde een variatie op dit thema. Bijna allemaal waren het hopeloze gevallen, en hun bezoeken aan zijn praktijk waren een laatste poging om genezing te vinden. Hij kreeg ten minste negenduizend patiënten met multiple sclerose op consult en nog meer patiënten met kanker die min of meer aan hun lot waren overgelaten door de reguliere gezondheidszorg. Toch leefde het merendeel van deze patiënten net als Edie nog vele jaren.
Nadat hij zijn opleiding in de verloskunde had afgerond, deed Patrick veldwerk en farmaceutisch onderzoek, waarna hij huisarts werd. Uiteindelijk startte hij in 1981 in het ingeslapen dorpje Osgathorpe zijn eigen praktijk als orthomoleculair arts en milieugeneeskundige. Patrick beweerde dat hij in de 25 jaar dat hij praktijk hield nooit medicijnen heeft hoeven voorschrijven. De taxichauffeurs die zijn internationale patiënten van het station van Leicester naar zijn bescheiden praktijk reden, noemden hem ‘de wonderdokter’.
Patrick beschouwde zichzelf als een detective die speurde naar de oorzaak van de aandoening van de patiënt. Die had bij een overweldigende meerderheid van zijn patiënten te maken met wat ze al dan niet aten, al was er soms ook sprake van een emotionele of mentale oorzaak. Ook die pakte hij aan.
Patrick ging enkele jaren geleden met pensioen. Hij schreef boeken en lanceerde een website. Zo hoopte hij zijn boodschap bij de medische gemeenschap uit te dragen. Hij nam contact op met geneeskundeopleidingen en zelfs met de Britse artsenfederatie, met het verzoek om naar zijn resultaten te kijken. Maar niemand in de reguliere geneeskunde was geïnteresseerd in de buitengewoon goede overlevingskansen van zijn kanker- of MS-patiënten die zogenaamd waren opgegeven.
Het maakte niet uit dat de Britse nationale gezondheidszorg in geldnood verkeerde of dat de prognose heel slecht was voor de meeste kankerpatiënten die de traditionele ‘operatie-bestraling-chemo’-behandeling kregen. De deur van het medisch establishment bleef stevig gesloten.
Het lukte Patrick niet hun aandacht te trekken en hij stierf, buiten zijn patiëntenkring nog steeds miskend, in augustus 2016. Niet alleen verliezen we hiermee een medisch genie. Ook de onverschilligheid van het medisch establishment, dat zoveel zou kunnen leren van onconventionele artsen als Patrick Kingsley, is schrijnend.
Misschien kunnen we nog het meest leren van Patricks halsstarrige weigering om een uitspraak te doen over hoelang de ziekte zou duren of wat de levensverwachting van patiënten als Edie zou zijn.
Ik was erbij toen hij Edie voor het eerst ontmoette, en hij vertrok geen spier toen hij haar borst zag. ‘Ik denk dat we daar wel wat aan kunnen doen,’ zei hij vol zelfvertrouwen. Die houding en de hoop die hij daarmee opriep, is het medicijn dat Edies leven redde, en de levens van zijn duizenden patiënten. Het is het belangrijkste medicijn dat er is.
Maar heel weinig artsen durven te erkennen dat er geen wetenschapper is, hoe geleerd ook, die kan voorspellen hoe een patiënt reageert op ziekte en genezing, en met zekerheid kan zeggen wie het redt en wie zal sterven.
Zoals Patrick Kingsley goed begrepen had, mag er hoop zijn als het gaat om genezing. Niet één geval is ooit helemaal hopeloos.

Wilt u dit artikel lezen?

Als abonnee kunt u dit artikel gratis lezen door in te loggen op uw account. Nog geen abonnee? Sluit nu een abonnement af.

Andere archief artikelen

De medicijnen zijn heerlijk

In de Verenigde Staten konden de grote farmaceutische bedrijven rechtstreeks reclame maken voor hun middelen. Het gevolg daarvan was dat mensen hun arts onder druk zetten om een recept voor zo’n medicijn uit te schrijven. Door de invloed van sociale mediaplatforms is...

Medisch Dossier avatar

Over de auteur