Het vaccin tegen baarmoederhalskanker

Er blijven nieuwe problemen de kop opsteken rond het vaccin dat een einde zou maken aan baarmoederhalskanker.

Het aantal jonge vrouwen dat ziek wordt ten gevolge van Gardasil, een van de vaccins tegen baarmoederhalskanker, neemt toe. Tot en met de maand maart van dit jaar werden in Amerika 7000 incidenten gemeld bij het Vaccine Adverse Event Reporting System (VAERS), waaronder 13 gevallen met dodelijke afloop, 204 vrouwen ondergingen een ziekenhuisopname en 124 kinderen liepen een handicap op.

Bij degenen die overleden, werden hartaanvallen en embolieën gediagnosticeerd. Waarschijnlijk moeten we het aantal gemelde gevallen echter vermenigvuldigen met een factor tien, omdat maar 10 procent van de incidenten is gemeld. Ook in de Europese Unie zijn gevallen met dodelijke afloop gemeld.

Wat ging er fout? Gardasil werd in juni 2006 door de Food and Drug Administration (FDA) toegelaten als vaccin tegen een aandoening die mogelijk tot kanker kan leiden. De gedachte achter het vaccin is de veronderstelling dat abnormale of ‘prekanker’cellen in de baarmoederhals altijd tot kanker leiden. De werkelijkheid is anders. Er bestaan vier categorieën van abnormale laesies (beschadigingen) oftewel ‘cervicale intraepitheliale neoplasie’: CIN 1, 2, 3 en 4. Het laatste cijfer betekent dat er kanker is. Het is echter onmogelijk gebleken om vast te stellen welke van de eerste twee stadia tot kanker leidt. Sommige laesies genezen vanzelf, andere worden snel agressief.

Tegenwoordig gaat men er in de geneeskunde vanuit dat de stadia1, 2 en 3 zich zelden tot kanker ontwikkelen. Stadium 2 leidt in slechts 5 procent van de gevallen tot een invasieve vorm van kanker, voor stadium 3 wordt een percentage van 12 procent gevonden1. Uit de onderzoeksdata over de werking van Gardasil blijkt dat het een aantal stammen van het humane papillomavirus (HPV) kan bestrijden, maar er is geen enkel bewijs voor dat het ook kanker kan voorkomen. Enkele onderzoeken die vlak na de invoering van Gardasil werden uitgevoerd, claimden dat het middel voor honderd procent effectief was.

In de meer uitgebreide trials FUTURE I en 2, gepubliceerd in mei 2007 2, vond men echter geen gegevens die erop zouden kunnen wijzen dat Gardasil een genezende werking had in de hooggradiger stadia van CIN. Dit zijn de stadia die zich tot kanker kunnen ontwikkelen. In de trial FUTURE 2 constateerde men dat Gardasil significante verbetering tot stand bracht voor laesies in stadium 2 (waarvan bekend is dat ze meestal uit zichzelf genezen). Voor de stadia 3 en 4 vond men geen verbetering, terwijl we juist deze stadia als voorlopers van kanker kunnen beschouwen.

Het vaccin is trouwens slechts effectief wanneer de vrouw/het meisje geen contact met HPV heeft gehad. Toch was zelfs in deze groep in slechts 17 procent het vaccin effectief tegen alle vormen van dysplasie 3 (celafwijkingen die een voorstadium van kanker kunnen zijn). Een van de grootste bezwaren is wat in recent onderzoek naar voren kwam: wanneer vrouwen worden afgeschermd voor de HPV-stammen 16 en 18, neemt het percentage dysplasieën door andere HPV-stammen die kankerverwekkend kunnen zijn, met 20 procent of meer toe. De vaccins bestrijden slechts vier typen HPV terwijl er minstens vijftien typen zijn geïdentificeerd. In het FUTURE 2-onderzoek werd aangetoond dat de typen HPV die niet in het vaccin zijn opgenomen, verantwoordelijk zijn voor een groot aantal dysplasieën.

Recent ontdekte gevaren

Op het congres van fabrikanten van vaccins en leden van de FDA dat in 2006 plaatsvond, werd aandacht besteed aan de toxiciteit (giftigheid) van ‘immunostimulatie’ (de vorm van vaccinatie waarbij het immuunsysteem wordt gestimuleerd), wat bij vaccinatie met het nieuwe HPV-vaccin plaatsvindt. De problemen die met Gardasil in verband worden gebracht, zijn: ontstaan van abnormale cellen en weefsels; cel- en weefselbeschadigingen, een cytokine-‘storm’ (een overreactie van het immuunsysteem), het tumorlysis syndroom (vrijkomen van giftige stoffen uit een tumor), een ernstige stofwisselingsstoornis met als gevolg afbraak van DNA, en auto-immunisatie 4 (productie van antistoffen tegen eigen lichaamscellen).

Naast de schade die de gevaccineerde vrouwen/meisjes kunnen oplopen, bestaat het gevaar dat de vrucht van vrouwen die zwanger zijn ten tijde van de vaccinatie ernstig wordt beschadigd. In de vroege onderzoeken van Merck bleken vijf gevallen van baby’s met aangeboren afwijkingen voor te komen bij vrouwen die binnen dertig dagen na de vaccinatie met Gardasil zwanger waren geworden; in de placebogroep kwam geen enkel geval van aangeboren afwijkingen voor. De afwijkingen waren pylorusstenose (een vernauwing van de maaguitgang waardoor het kind gaat braken), ernstige beschadigingen van darmen en nieren, heupdysplasieën en klompvoeten.

Zogende moeders die werden gevaccineerd, hadden vaker een kind met ademhalingsmoeilijkheden. Ondanks deze bezwaren presenteerde de regering in Schotland onlangs een ambitieus plan om alle meisjes onder de achttien te vaccineren. Ook Nederland dreigt het Amerikaanse voorbeeld te volgen: sinds eind 2006 is het vaccin in Nederland verkrijgbaar en op 1 april 2008 heeft de Gezondheidsraad minister Klink geadviseerd om alle meisjes van twaalf jaar het vaccin tegen het humaan pappilloma virus, de veroorzaker van baarmoederhalskanker, aan te bieden 5. En ook bij dit middel zullen we waarschijnlijk pas na lange tijd weten of we een hele generatie vrouwen hebben opgezadeld met een nieuwe kankerverwekkende stof of niet.

BRONNEN:

1 J Clin Pathol, 1998, 31: 96-103
2 N Engl J Med, 2007; 356: 1915-1927, 1928-1943
3 N Engl J Med, 2007; 356: 1991-1993
4 J Immunotoxicol, 2008; 5: 33-41
5 Voor meer informatie over dit advies, zie de website van de Gezondheidsraad: http://www.gr.nl/.


Bijwerkingen tot zover

Tot nu toe stelde de VAERS de volgende bijwerkingen vast:
• aandoeningen van het bloed en de lymfe
• lymfadenopathie
• aandoeningen van het centrale zenuwstelsel waaronder toevallen, duizeligheid, hoofdpijn en syndroom van Guillain-Barre
• misselijkheid, braken
• gewrichts- en spierpijnen
• miskramen
• anafylactische shock (extreme allergische reactie) en bronchospasmen.

Wilt u dit artikel lezen?

Als abonnee kunt u dit artikel gratis lezen door in te loggen op uw account. Nog geen abonnee? Sluit nu een abonnement af.

Andere archief artikelen

Artsen weten wel beter

Je krijgt een medicijnrecept. Je gaat ermee naar de apotheek en krijgt een doosje pillen mee. Op het etiket staat: ‘3x daags 2 tabletten bij de maaltijd’. Je begrijpt de instructies: je moet ze drie keer per dag innemen bij een maaltijd. Maar ga je dat ook doen?  We...

Uitgelezen; Vertroostingen

Nadat psychiater-psychotherapeut Dirk De Wachter werd geconfronteerd met een levensbedreigende ziekte en zich na een operatie in diepe, fysieke ellende bevond, ervoer hij hoe tastbaar de behoefte aan troost aanwezig kan zijn. Het deed hem nadenken over de vragen: wat...

Weet wat je eet

Voeding als medicijn We ontmoeten elkaar online. En dat is een bewuste keuze van orthomoleculair therapeut Rachida Lachhab. Zij werkt bij het programma Nederland Slank/de Metaboloog. Samen met haar collega-therapeuten Liesbeth van Duijn (oprichter) en Pantea Panahi...

Over medicatie en suppletie

Bij hart- en vaatziekten is het essentieel dat de conditie van de bloedvaten optimaal wordt gehouden. Zowel regulier als complementair is het voorkomen van slagaderverkalking ofwel arteriosclerose belangrijk. Arteriosclerose is degeneratie van het weefsel van de...